OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT.
No. 9
Maort 1923
Aohtato Jur|u(
De RalffeEsen-Bode
Verschijnt den eersten van
iedere maand
Abonnement f 0.50 per jaar
Losse nummers 10 Cent.
franco per post.
Redactie en Administratie
DRIFT 13, UTRECHT.
Teleph. loterc. No. 170S.
Inhoud van dit nummer.
a. Redactioneel gedeelte: t. Zelf
standige organisatie van het spaar-
bedrijf (Slot). 2. Minderjarigen.
3. De borgstelling (naar aanleiding
eener vraag). 4. Grondkapitaal.
5. De regeling van tuindersvoor
schotten in Noord-Holland. 6. Het
geheim der Zegelwet. 7. Geld- en
Effectenmarkt. b. Advertentiën.
Redactioneel gedeelte.
ZELFSTANDIGE ORGANISATIE
VAN HET SPAARBEDRIJF.
Slot.
We zouden onze artikelen over
bovengenoemd onderwerp gevoege
lijk kunnen sluiten, ware het niet,
dat we op een enkel punt moeten
terugkomen.
En wel op de zekerheid voor de
inlagen in de afzonderlijke spaar
bank.
De inleggers in die spaarbank
moeten even groote zekerheid voor
de terugbetaling hebben, als de
Boerenleenbank door de aansprake
lijkheid harer leden den inleggers
steeds heeft gewaarborgd.
En nu zal dit alleen dan ten volle
plaats hebben, als in de statuten
der Boerenleenbanken te dezen op
zichte afdoende voorziening wordt
getroffen.
Of men dus eene zoogenaamde
kleine spaarkas inricht (en alzoQ'
voor de grootere bedragen de
Boerenleenbank als Spaarbank be
houdt), dan wel de Boerenleenbank
als geheel in twee deelen splitst,
Steeds zal in beide gevallen de
Boerenleenbank hare statuten in
dier voege moeten inrichten en aan
vullen, dat zij zich geheel en al en
volkomen garant stelt voor de in
lagen in die afzonderlijke spaarbank.
Dit is eerste eisch voor eene
spaarbank, die hare stichting ont
leent aan en geëxploiteerd wordt
door de Boerenleenbank.
We willen nu in het kort die
aanvulling van de statuten even aan
geven en nemen daartoe de laatste
(10e druk) der concept-statuten voor
de Boerenleenbanken.
(Banken met andere statuten zul
len hierin ook een leiddraad vinden.)
Voorts richten we die bepalingen
aldus in, dat ze kunnen gelden voor
beide, bovenbedoelde, gevallen.
We voegen dan aan art. 2 (dat
handelt over het doel) sub b toe
Zij is tevens bevoegd, eene af
zonderlijke spaarbank te stichten en
te exploiteeren, alles onder hare vol
ledige garantie.
We voegen dan aan art. 7 laatste
lid toe:
en alles, voorzoover niet door de
stichting en exploitatie eéner af
zonderlijke spaarbank door de Boe
renleenbank is voorzien.
We voegen dan aan art. 17 sub c
toe:
ailes voor zoover de spaargelden be
treft, voorzoover daarvoor geheel of
ten deele niet op andere wijze is
voorzien.
We voegen voorts toe aan:
art. 32 sub 5a en sub 6
alles, voor zoover niet door stich
ting en exploitatie eener afzonder
lijke. spaarbank ten dezen is voor
zien.
In art. 33 wordt een tweede lid
ingevoegd, aldus:
De Boerenleenbank is eventueel
bevoegd, onder hare volledige ga
rantie eene afzonderlijke spaarbank
te stichten en te exploiteeren, welk
besluit moet worclen genomen door
de algemeene vergadering.
Ten slotte wordt aan art. 34 toe
gevoegd
De bepalingen in het eerste en
tweede lid voorkomende zullen alleen
in zooverre gelden, als niet door de
Bank op andere wijze voor spaar
gelden voorziening is getroffen.
We hebben hier in het algemeen
een en ander aangegeven.
De Boerenleenbank, die eventueel
den aangegeven weg op wil, wende
zich om nadere inlichtingen tot de
Centrale Bank
(De afzonderlijke administratie
etc. is ook nog een punt van over
weging, dat onder de oogen moet
worden gezien.)
MINDERJARIGEN.
Herhaaldelijk informeert men bij
de Centrale Bank omtrent de positie
van minderjarigen.
We merken daarom het navol
gende op:
De wet bepaalt, dat minderjarigen
onbekwaam zijn, om overeenkomsten
aan te gaan. Verder zegt ze, dat
Verbintenissen, door minderjarigen
aangegaan, nietig zijn en dat de
Rechter op eene door hen of van
hunnentwege gedane vordering deze
verbintenissen op den enkelen grond
van hunne minderjarigheid nietig
moet verklaren (tenzij! die minder
jarigen handlichting hebben beko
men en dan nog zoover die hand
lichting strekt.)
Men verlieze echter niet uit het
oog, dat de wet die verbintenissen
wel geldig en in rechten vervolgbaar
beschouwt. Alleen kunnen die min
derjarigen in rechten tegen de gel
digheid dier verbintenis opkomen.
Laten ze dit na, dan heeft die ver
bintenis hare volle werking.