De Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Bank belast zich met alle mogelijke Bankzaken. Ad v e r t e n t i n. 26 DE RAIFFEISE N-B ODE. boekjes, doet Langezwaag ook met voorschotboekjes (in Dec.) en dat is even noodig. Wij houden echter geen afzonderlijke zittingen voor spaarders of voor voorschotnemers; het publiek behoeft immers niet te weten wat de aanwezigen komen doen; het is zelfs gewenscht, dat men van elkan der niet weet, of men spaarder of voorschotnemer is. In Dec. en Jan. wordt alleen het aantal zittingen ver meerderd of meerdere uren achter een zitting gehouden, waarin alle zaken behandeld kunnen worden. In Leens wordt m.i. een voor naam ding vergeten, n.1. het aan- teekenen van de saldo's door het Bestuur op lijsten, die onder be rusting van het Bestuur blijven. Als dat niet gedaan wordt, is het al heel gemakkelijk voor een fraudeerend kassier om, na het vergelijken van de boekjes met de Grootboeken, de saldo's in Grb. I wat kleiner en die in Grb. II wat grooter te maken. Laat ik zoo kort mogelijk - nog eens mededeelen, hoe de con trole hier geschiedt. In December rentebetaling voor schotten De kassier ontvangt rente, kwiteert enz., noemt, dus in tegen woordigheid van den schuldenaar, folio en saldo der schuld, dat door een bestuurslid wordt herhaald en genoteerd op een lijst, waarop vooraf in volgorde de bladzijden van Grb. II zijn aangegeven. De in het Groot boek voorkomende schuldenaar, die in Dec. niet verschijnt, ontvangt van den Directeur een contróleformulier (bij de C. B. verkrijgbaar), ook degene, die buiten het zittingsuur is komen betalen. Het saldo, op het contróleformulier vermeld, wordt in gevuld op de lijst van het Bestuur, omdat het als juist kan worden aan genomen, zoolang door den schulde naar niet wordt gereclameerd. In Januari worden de spaarders per advertentie opgeroepen om hun boekje op een der zittingen in die maand te doen controleeren. De kassier schrijft dan de rente bij (of betaalt ze uit, zoolang ze nog niet in het Grootboek is bijgeschreven) en noemt folio en saldo, wat een der bestuursleden aanteekent op een lijst, waarop de folio's in volgorde zijn geplaatst. De directeur neemt het boekje van den kassier over, teekent het en noemt nogmaals het saldo, om onjuiste aanteekening op de lijst te voorkomen. De spaarder neemt ter stond zijn boekje weder mede. Van hen, die hun boekje niet aanbieden, wordt het saldo (met inbegrip van de rente) uit het Grootboek op de bedoelde lijst overgeschreven, maar het Bestuur overtuigt zich van de juistheid door aan die spaarders een contróleformulier te zenden, waarvan de kosten worden in rekening ge bracht. Rekening-couranthouders leveren op een der zittingen in Januari een saldobiljet in; wie dit verzuimt, ontvangt een contróleformulier; de debet- en credietsaldo's worden weder door het Bestuur op eigen lijsten genoteerd. Omdat later de uittreksels met- deze lijsten worden vergeleken, weet het Bestuur, dat de Balans juist is, niet omdat ze klopt met de groot- boeken, maar omdat ze wat van meer belang is overeenstemt met de werkelijke saldo's_, waarmede de betrokkenen accoord gaan. Dat de jaarlijksche contróle hier op deze degelijke wijze geschiedt, is te danken aan de Bestuursleden, die beseffen, dat zij de functie, die de leden hun hebben toevertrouwd, zoo goed mogelijk hebben te vervullen. Ten slotte meen ik, dat middelen om fraude te voorkomen, o.a. zijn: 1. Het Bestuur van een Bank moet verplicht zijn om zoo nu en dan onverwachts de kas op te nemen en daarvan bericht te zenden aan de C. B. 2. Het Bestuur moet verplicht zijn zoo nu en dan contróleformulieren aan spaarders en voorschotnemers te doen toekomen, in ieder geval aan hen, dievóór de eerste kasopname in het jaar buiten tegenwoordigheid van een der bestuursleden gelden hebben gebracht of gehaald. 3. „De Raiffeisen-Bode" moet on gevraagd worden toegezonden aan den Directeur en aan den Voorzitter van den R. v. T. van iedere Bank. 4. Zooveel mogelijk is de Direc teur (zooals hier meestal geschiedt) of een ander bestuurslid op de zitting- aanwezig. Laten accurate en eerlijke kassiers toch bedenken, dat een scherpe con tróle geen schade doet aan hun goe den naam, maar noodig is om het vertrouwen in onze instelling te ver sterken. Hoogachtend, J. M. NATZIJL, kassier. Langezwaag, 20 Sept. 1922.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1922 | | pagina 4