M lÉrlrti Hypotheekbank BOEREN-BORGMAATSCHAPPIJ Advertentiën. NATIONALE DirectieAnne Paulownastraat 46, VGRAVENHAGE, OUDE EBBINGESTRAAT 38 te GRONINGEN, 57. 7. PANDBRIEVEN a 99 'DE RAIFFEISEN-BODE. toond. Indien nu iedere inlegger een stortings(contróle) bewijs tee kent is de zaak in orde. Indien de C.B. op iedere blz. van alle boekjes nu een aanma ning aan de gebruikers drukte, om a 11 ij d een stortingsformulier te tee kenen, dan konden de beleggers dit opmerken, zoo de kassiers dit moch ten vergeten, of willen vergeten (fraude). Bovendien kon de C.B. aan de plaatselijke banken biljetten zenden met denzelfden inhoud, welke opge hangen moesten worden in wacht en kantoo r. kamer De belanghebbenden kunnen deze medewerking zonder moeite verke nen, als ze maar onder hun aan dacht wordt gebracht. Hierom zou het noodig zijn de aanmaning daartoe, zoodanig te kleu ren, dat de aandacht er vanzelf op wordt gevestigd. Schreeuwende kleu ren of bepaald leelijk is niet direct noodig en nog minder gewenscht. Nog tot slot deze opmerkingen: I. Indien op a 1 te duidelijke wijze blijkt, dat het bestuur het noodig oordeelt den kassier zoo scherp te controleeren, zal dit m. i. niet be vorderlijk zijn voor het vertrouwen, dat in den kassier moet worden ge steld door het publiek. II. Vaak wordt fraude gepleegd, doordat eerst geld gebrek bij den kassier persoonlijk aanwezig is. Als het salaris van den kassier aan de door den C.B. aangenomen grond slag voldoet, is de Boerenleenbank daaraan niet mede schuldig. Bovendien kan gelet worden op den maatschappelijken welstand in verband met de luxe, die de kassier zich veroorlooft. Inmiddels teeken ik hoogachtend, OPMERKER. Noordwelle, 21 Aug. 1922. WelEd. Heer, Naar aanleiding van het stukje: „Een wondeplek" in de vorige Raif- feisen-Bode, zou ik gaarne een op merking willen maken. Met het stukje van den heer Lammes kan ik mij op één punt na geheel vereeni gen, maar dat is juist het kardinale punt. Ik zou willen, dat niet de spaar ders enz. briefjes zonden aan het bestuur, maar omgekeerd. Op onge regelde tijden zendt het bestuur een contrólebiljet aan spaarders enz. en de ingekomen antwoorden worden in de eerstvolgende bestuursvergadering vergeleken met de boeken. De kas sier weet van die handelingen niets af. Natuurlijk moeten dan de be stuursleden een lijst hebben van al de personen, die boekjes hebben, hetzij dan spaarboekjes, voorschot boekjes of rekeningcourantboekjes. Ieder boekje heeft een nummer, dus daarbij kan geen dubbeltelling of weglating mogelijk zijn. Krijgt een spaarder of andere een contrólebiljet en heeft hij uit slordigheid of ge makzucht zijn boekje bij den kas sier gelaten, toen het moest worden ingezonden voor rentebijschrijving dan moet hij naar den kassier, om zijn boekje te vergelijken, als hij ant woord geven wil en dan moet de kassier hem het boekje afgeven en mag het niet meer in de brandkast voorkomen. Geeft een spaarder geen antwoord op het contrólebiljet, dan wordt hem als boete de port van de rente afgehouden of op bet debet bijgeschreven. Om alle boekjes te bereiken, houdt het bestuur op de lijst aanteekening aan wie in iedere maand biljetten zijn gezonden. Dat voorkomt ook, dat één persoon meer malen een biljet krijgt en anderen geen. Van de bevindingen doet maandelijks of om de twee maanden het bestuur aangifte bij de Centrale. Voor de moeite, die het bestuur op die wijze zich moet getroosten, zou eenige vergoeding kunnen wor den gegeven. Dat is niet meer dan billijk. Nog even een andere opmerking. Hoe het mogelijk is, dat een inleg ger een spaarboekje heeft, waarvan niets in de boeken voorkomt, begrijp ik niet. Of het moet een spaarder wezen, die niet weet, dat jaarlijks zijn boekje moet afgeteekend zijn door het bestuur. En bij dat afteekenen controleert toch het bestuur boeken en boekjes en zou dus de fraude aan het licht komen. Met uw voorgestelde straffen ben ik het niet eens. Het zou dan mogelijkzijn, dat door een laks bestuur een heele streek van een boerenleenbank verstooten bleef en dat zou- ik jammer vinden. Hiermede heb ik mijn meening over het stukje gezegd. Ik hoop, dat meerderen zullen volgen, om op die manier een stelsel te krijgen, waarbij fraude bijna tot de onmogelijkheden behoort of nog beter geheel onmo gelijk is. Hoogachtend, J. P. HOLLESTELLE, Kassier. BORGSTELLINGEN voor LAND EN TUINBOUW, voor Bedrijfscredieten, Hypotheken en Pachtcontracten, voor Land- en Tuinbouwvereenigingen, Kassiers van Boerenleenbanken. Directeuren van Zuivelfabrieken en Veilingavereenigingen, enz. Billijke voorwaarden Qestort Kapitaal en Reserves f 590.000.— Verplichte uitloting minstens 5% Per jaar.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1922 | | pagina 7