i6 DE RAIFFEISEN-BODE. handteekeningen van twee bestuurs leden op het eerste blad.) En wat de kosten betreftlaten deze geheel of gedeeltelijk verhaald worden op de houders der boekjes. Vele handen maken licht werk. Tot ons genoegen vernamen wij, dat vele besturen ook zonder impera tief voorschrift der Centrale per i Januari 1923 tot registratie der boekjes wenschen over te gaan. Laten deze zoo spoedig mogelijk aan onze afdeeling „Expeditie" het benoodigd aantal boekjes opgeven. De aanwezige voorraad „nieuwe boekjes", mits bedrukt met onder grond, kan worden omgeruild. HET KOSTELOOS PLAATSEN IN DE STAATSCOURANT. De wet van 19 Mei 1922 betref fende de opheffing van kostelooze plaatsing van Naamlooze Vennoot schappen en Coöperatieve Vereeni gingen in de Staatscourant is op 28 Juni 1922 in werking getreden. In ver band hiermede heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken bepaald, dat opneming van akten van oprichting van Naamlooze Vennootschappen en van Coöperatieve Vereenigingen (in clusief wijzigingen) in de bijvoegsels tot de Nederlandsche Staatscourant geschiedt niet dan tegen betaling. Het tarief der paatsing bedraagt als volgt: voor 1/1 vel f75.voor f/4 vel f 60.voor 1/2 vel f40.voor 1/4 vel f20.en voor i/g vel f 12. Voor overdrukken vóór het af drukken besteld, is verschuldigd 1/4 cent per bladzijde. (Zooals bekend, behoeven de Coöp. Vereenigingen geene Koninklijke goedkeuring. De plaatsing in de Staatscourant is echter uitdrukkelijk voorgeschreven. Vereenigingen, volgens de wet van 1855, behoeven wel Koninklijke goed keuring. Bij oprichtingsakten van deze ver eenigingen wordt door het Departe ment f50.bij wijzigingsakte f 25. in rekening gebracht. Deze bedragen brengt het Rijk dan in rekening, als vergoeding voor het nazien dier akten. We herhalen nog eens 't wordt ons van verschillende zijden herhaal delijk gevraagd dat de Coöperatie hiermede niets te maken heeft). OVERZICHT VAN DE GELD EN EFFECTENMARKT. (Vervolg.) Een promesse belofte, n.1. om te betalen) is een vereenvoudigde vorm van wissel, trekker en be trokkene zijn dezelfde persoon. Een promesse zal bijv. luiden: Amsterdam, 22 Juni 1922. Goed voor f2000. Op 22 Aug. e.k. neem ik aan te betalen aan den heer Van Graven te Amsterdam of order de som van Eén duizend gulden. Waarde genoten. (get.) J. JAN SE. Men kan zich de zaak nu zoo voorstellen, dat iemand een wissel, vervallende over drie maanden, on der zijne berusting heeft. Het blijkt hem nu, dat hij geen drie maanden met de incasseering van dien wissel kan wachten. Hij probeert nu dien wissel direct te verzilveren, zooge naamd te verdisconteeren en vindt iemand (gewoonlijk een bankinst. of wisselmakelaar) die hem wel direct daarvoor geld kan geven, doch deze zegt nu: „Ik wil dat wel doen, maar moet eenige vergoeding hebben, daar ik de vordering pas over 3 maanden kan innen, gij moet mij een zekere rel!Ü? vergoeden over dien tijd, bijv. 3 °/o 'sjaars." Men zegt danParticulier disconto noteerde 3%. (Het kan zijn, dat de oorspronke lijke houder geen particulier kan vin den. Hij zal zich dan moeten wen den tot de Nederl. Bank, die in geval zij bereid gevonden wordt, steeds een van te voren gepubliceerd disconto rekent, dat sedert kort bedraagt voor wissels 4 0/0 's jaars, voor promessen 4V2 °/o.) Over het algemeen verheugt de geldmarkt zich minder in de belang stelling van het groote publiek dan de effectenmarkt, in ons land meer speciaal de effectenmarkt ter beurze van Amsterdam, alwaar hoofdzake lijk aandeelen in vennootschappen en obligaties daarvan en van staats-, prov.- en gemeentelijke leeningen en pandbrieven van hypotheekbanken worden verhandeld. Alvorens verder te gaan, willen wij eerst trachten een denkbeeld omtrent een aandeel te geven. Wordt een vennootschap opge richt en is hier bijv. voor noodig een kapitaal van 1 millioen gulden, dan zal het blijken, dat één persoon niet in staat zal zijn, om dit alleen bij elkaar te brengen. Zulk een persoon tracht nu meerdere lieden te vinden, tegen wie hij zegt, dat zij voor één of meerdere aandeelen kunnen deel nemen in de op te richten zaak. Bij een kapitaal van fi.000.000.za] dit verdeeld worden in 1000 aan deelen van f 1000.bij eventueele winst zal deze gelijkelijk over alle aandeelen van f 1000.verdeeld worden. Wat ieder houder van zulk een aandeel voor rente of dividend zal maken, hangt van de winst af, welke de zaak maakt. Wordt bij boven staand voorbeeld een winst gemaakt van f 100.000.dan krijgt ieder f 100.op zijn aandeel: (het divi dend is 10 0/0), wordt een winst ge maakt van f 20.C00.dan krijgt ieder slechts f20.op zijn aandeel; (het dividend is slechts 2 Bij een aandeel heeft men steeds een wisse lende rente, men is mede-eigenaar in een zaak. Dagelijks worden aandeelen van de meeste groote zaken in ons land, aan de beurs tegen wisselende koersen verhandeld. Hoe wordt die koers be paald Stel op een aandeel van f 1000. wordt een groote winst verwacht. Lieden, die zulke aandeelen niet heb ben, zullen trachten er nog te krij gen, de houders van zulke aandeelen zullen er voor f 1000.niet af wil len, zij willen ook wel wat profitee- ren van de te verwachten winst en vragen dus meer. Degeen, die zulk een aandeel wil koopen, wil er iets meer voor betalen. Het aandeel stijgt dus in koers. Er zal bijv. f 1070 voor betaald worden, cle koers staat dan 107 0/0, indien men bij een prijs van f 1000.de koers op 100 0/0 betaalt. Ook hier wordt de koers weer be paald door vraag en aanbod. 1 Een andere invloed op koersrij- zing is b.v. het feit, dat de bezittin gen van de vennootschap stijgen in waarde. Wordt echter geen dividend ver wacht of worden er verliezen geleden, dan zullen de houders van aandeelen deze gaarne willen verkoopen. Mis schien heeft een ander toch nog ver trouwen in de zaak en zal hij er nog wat geld aan willen wagen, doch niet de volle f 1000, niet de volle 100 0/0. De koers zal dalen. Ook hierop is weer van invloed het feit, dat de bezittingen eener vennoot schap in waarde dalen. Vele lezers, die eenigszins in de laatste jaren de beurs gevolgd heb ben, zullen wel weten hoe bijv. aan deelen in scheepvaartmaatschappijen in de oorlogsjaren eerst zeer hoog ge stegen zijn Soor de hooge winsten, die werden gemaakt en de steeds stijgende waarde der bezittingen (der schepen) om later weer te dalen, dank zij de lage winsten, welke werden ge maakt, of liever de Verliezen welke werden geleden, en de daling in de waarde der schepen. Een dergelijk verschijnsel deed zich voor bij industrieele ondernemingen, zooals machinefabrieken, margarine- fabrieken, tabak en suikeronderne mingen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1922 | | pagina 2