Uit onze Boerenleenbanken. OVERSCHRIJVING SPAAR GELD. DE RAIFFEISE IN-B ODE. 179 Geachte Redactie, Mijne zuster en ik hebben elk spaargeld op een naburige Boeren leenbank. Onlangs moest ik f 500. betalen aan mijn zuster. Ik ging daar voor met beide boekjes naar die Bank en liet f _,oo.afschrijven van mijn boekje en hetzelfde bedrag inschrij ven op dat van mijn zuster. Dat geschiedde dus met een ge sloten beurs. Het was op den laatsten dag der maand, doch de kassier zeide, dat de rente voor mijn zuster wel den volgenden dag in ging, doch dat de rente van mij niet verder dan over de halve maand werd betaald. Daar het nu voor de bank maar een overschrijving is en er geen ver lies van rente plaats heeft vond ik dat toch niet behoorlijk. Ik sprak er over met een lid van het bestuur en die raadde mij aan om uwe meening daarover eens te vragen. Hoogachtend, Uw Dw., M. D. UNK. Amsterdam, 5 Juni 1922. ANTWOORD DER REDACTIE. Wij geiooven wel, dat de kassier zal gehandeld hebben overeenkom stig de bepalingen van het Huis houdelijk of van het financiëel Re glement. Wanneer de voorwaarden, waarop geld wordt opgenomen of uitgeleend door de Algemeene Vergadering der boerenleenbank worden vastgesteld, worden de besluiten daaromtrent op genomen in het Huishoudelijk Reg lement. Worden die voorwaarden het geen thans reeds bij vele banken het geval is door het Bestuur onder goedkeuring van den Raad van Toe zicht vastgesteld, dan konten de be palingen daaromtrent.niet voor inliet Huishoudelijk Reglement, maar in het Financiëel Reglement, hetwelk doorhet Bestuur wordt vastgesteld en door den Raad van Toezicht goed gekeurd. Wij herhalen: de kassier zal zich wel aan die bepalingen gehouden hebben. Wat betreft het ingaan van de spaarbankrente luiden de voorschrif ten in den regel als volgt: „,De rente voor ingebrachte gelden gaat in den isten of den ióen der maand, volgende op den datum van inleg. De rente voor terugbetaalde gel den gaat in den isten en den i6en der maand, voor afgaande aan den datum van terugbetaling." Gelden bovenstaande bepalingen ook voor de door den inzender be doelde bank waaromtrent hij zich natuurlijk kan vergewissen dan volgt daaruit, dat hij tengevolge der overschrijving van f 500.van zijn spaarboekje op dat zjjner zuster, welke overschrijving op den laatsten dag der maand plaats vond, een halve maand rente verliest. Indien de inzender zulks onbillijk vindt, dan moet hij trachten de be palingen gewijzigd te krijgen in de zen zin, dat bij overschrijving van het eene spaarboekje op het andere, geen renteverlies wordt geleden. Om zulks te bereiken wende hij zich tot het college, hetwelk daaromtrent de beslissing in handen heeft, n.1. de Algemeene Vergadering, of het Be stuur. Geachte Redactie, De Boerenleenbank te Klaaswa: heeft, gelijk de meeste harer zusters, een reservefonds gevormd, dat jaar lijks met de zuivere winst wordt ver meerderd. Nu is de gewoonte, dat het fonds niet afzonderlijk beheerd wordt, maar als deel van de ingebracjite spaar gelden behandeld wordt, zonder dat aan het eind van het boekjaar de van het fonds gekweekte rente bij dat fonds gerekend wordt. Reeds meermalen is door leden de beden king geopperd, dat op deze wijze de stand der Bank en van het Re servefonds niet zuiver gesteld wordt. De gekweekte rente van het laatste toch wordt bij de gewone winst dei- Bank gevoegd, zoodat de laatste steeds geflatteerd is. Het kan zelfs voorkomen, dat er in schijn wel een kleine winst te boeken valt, terwijl et- in werkelijkheid door de Bank ver lies geleden is, n.1. zoodra de totale winst geringer zou zijn dan de rente van het Reservefonds. Het zou dus kunnen zijn, dat maatregelen, die vol gens den werkelijken gang van za ken genomen zouden moeten wor den, door de schijnwinst achterwege gelaten werden. Daarom drongen enkele leden er op aan, voor het Reservefonds een spaarboekje te nemen, öf op andere manier te zorgen, dat de jaarlijksche rente daarvan niet langer bij de winst der Bank gerekend wordt. Er waren echter andere leden, die meen den, dat zoo'n handeling niet over eenkomstig de eischen was, en geen goedkeuring van de Géntrale Bank zou verwerven. Wil U ons te dien opzichte licht geven Bij voorbaat dankend, Uw Dw. Dr., HET BESTUUR. NOOT DER REDACTIE. Bij verreweg de meeste boerenleenban ken wordt het reservefonds niet afzonderlijk belegd en beheerd, maar als bedrijfskapitaal in de zaak ge bruikt. Feitelijk zit het bedrag dei- reserve dan in de uitstaande credie- ten of in het saldo te goed bij de Centrale Bank. De reserve wordt dus op denzelfden voet behandeld als de overige credit-salcli der bank, n.1. de spaargelden en de schulden in ioo- pende rekening. Met dit verschil echter, dat aan het reservefonds geen rente wordt uit gekeerd, althans in het algemeen niet, zooals de geachte, inzender terecht schrijft. Daardoor komt de opbrengst dei- reserve geheel ten goede aan het winstcijfer, hetwelk in het loopende boekjaar door de bank wordt ge maakt. Wijl echter de zuivere winst geheel aan de reserve moet worden toegevoegd, zoolang het fonds al thans niet de bij de Statuten bepaalde hoogte bereikt heeft, zal eene credi teering van het fonds met een zeker percentage rente geen invloed heb ben op de positie der bank als zoo danig. Gesteld het reservefonds bedraagt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1922 | | pagina 3