BESTELLINGEN. Bestellingen voor de afdeeling Expeditie stelle men op de bekende rose-bestelbiljetten. Men bevordert daardoor een vlugge behandeling. 150 DE RAIFFEISEN-BODE. stellingen binnen haar ressort. En wordt het geschetste systeem alge meen gevolgd, dan komen langza merhand alle Banken in het bezit van zulk een kadaster, dat voor haar van groote waarde zal blijken te zijn. Dan toch zullen ze in teer veel geval 1 e n beter in staat zijn tot oordeelen over iemands draagkracht (voor zoo ver n.1. de Boerenleenbanken hier mede te doen kregen) en dus el kander meer "betrouwbare inlichtin gen kunnen verschaffen, waardoor zeer zeker menige ontnuchterende te leurstelling zal worden voorkomen. Maakt iemand hier de tegenwer ping, dat ten spijt van alle vertrouwe lijke mededeelingen de betrouwbaar heid van het oordeel over iemands draagkracht dikwerf nog zeer twij felachtig kan wezen, omdathij bui ten de lasten, bij de Boerenleenban ken bekend, nog wel andere voor zijn verantwoording kan genomen hebben, b.v. de borgstelling voor een huurder, of voor een aannemer, om slechts een paar gevallen te noe men, dan stem ik dit grif toe. Daarom sprak ik zoo even van een in de meeste gevallen afdoend mid del. Maar daardoor wordt de draag kracht van dien persoon natuurlijk nog weer geringer, en treedt de wen- schelijkheid indien niet de nood zakelijkheid van de hiervoren ge noemde mededeelingen te sterker naar voren. Want de zekerheid, dat we het meerdere niet kunnen be reiken, kan en mag toch zeker nim mer een reden zijn tot verwaarloozing van het mindere. Integendeel, ze moet een verdubbelde aansporing worden, om te zorgen, dat dit min dere ons niet ontglipt. Ook hier geldt! het spreekwoord van het halve ei en den leegen dop. Nu zal het voor een vlugge be handeling van zaken noodig zijn, dat aan de Bank, waar iemand uit den vreemde als borg is voorgedragen, tevens de naam der zusterinstelling wordt opgegeven, die van inlichtin gen kan dienen. Het postadres van den borg is ten deze zeer vaak zon der eenige waarde. Zijn in eenzelfde gemeente twee Banken gevestigd, wat nu wel niet de meest gewenscht'e toestand is, maar toch een enkele maal voorkomt, ja, dan is er kans, dat aan het verkeerde adres wordt aangeklopt. Maar men mag toch wel verwachten, dat dit aan de vragende Bank zal worden gemeld, of, dat de brief aan de andere Bank bezorgd wordt, wanneer vermoeden bestaat, dat de persoon, over wien het gaat, daarmede zaken doet, of dat men hem daar beter kent. Ingeval van zekerheid spreekt dit vanzelf dunkt me. De, mogelijkheid bestaat ook, dat de heer A. niet is lid van de Bank te B., maar van die te C., omdat hij daar dichter bij woont, of (en) zijn handelsbetrekkingen dit wenschelijk maken. In dit geval zal dan toch on getwijfeld de Bank te B. in haar antwoord wel den raad geven, zich tot die te C. te riekten, omdat zij wel kan vermoeden, dat de heer A. daar lid is, nu hij bij haar niet als zoodanig staat ingeschreven. Alle goed en wel, merkt wellicht deze of gene op, m-a-a-rwe schenden er onze geheimhouding- mede. Eilieve, stel dan ook geen on derzoek in naar de draagkracht van een voorgestelden borg bij een an dere Bank, of bij een notaris, of bij wien ook! Dan maakt ge toch ook een bankgeheim bekendaan iemand buiten Bestuur of Raad van Toezicht! En toch wordt deze weg algemeen bewandeld. Althans volgens m ij n e r- varing. Dan vertrouwt men blijkbaar wèl op de stilzwijgendheid van der den. Waarom dan nü niet? Het is voor elke Bank van over wegend belang, alleszins betrouwbare inlichtingen te kunnen bekomen. Maar dan dienen ze alle mede te werken, om elkander in staat te stel len tot het vormen van een zoo zui ver mogelijk beeld van de toestan den in eigen ressort. Wederzijds vertrouwen is een onafwijsbare eisch daartoe. En welke Boerenleenbank zou dit beschamen? Welbegrepen eigenbelang zal ze er alle toe bren gen, de wederzijdsche mededeelingen even goed geheim te houden als eigen bankzaken. Bovendien, geheim houding hiervan schrijven onze sta tuten voor, en hierop wensch ik bijzonderen nadruk te leggen de wederzijdsche mededeelingen behoo- ren daar ook toe. Ik concludeer, dat die gevreesde schending van de geheimhouding geen werkelijkheid, doch schijn is; een schaduw, die voor een spook wordt aangezien. M. d. R., met de meeste beschei denheid, maar tegelijk met den ernst, dien de zaak m. i. verdient;, geef ik mijn denkbeelden ter overweging. Ik hoop, dat ze anderen, ook U, aan leiding mogen geven, hun meening over het voorgelegde vraagstuk uit te spreken. Hoe meer en hoe beter het aan alle zijden belicht wordt, hoe meer en hoe beter we het doel zullen naderen, dat ik in het oog heb: be vordering van de zekerheid onzer ze kerheidsstellingen Amstelveen, 7 Jan. 1922. W. FERM IE Wz. ONJUIST COURANTEN BERICHT. In de Maasbode, de Telegraaf, enz. komt een bericht voor omtrent de rente door de Centdrale Bank voor hare Boerenleenbanken vast gesteld. Ter rectificatie van dit bericht diene, dat in de rente per 1 Jan. j.1. geene verandering is aangebracht. (Alleen wat de deposito-obligaties betreft is voormeld bericht juist. De nieuwe uit te geven serie geeft 5 pet. rente en loot in 10 jaren uit). De rente bedraagt dus: 4V4 voor gewoon depot, 5 °/o voor depóts voor een jaar vast, 51/2 voor debet tot f 70.000 en 6 o/0 voor debet boven f 70.000.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1922 | | pagina 6