146 staande duidelijk geworden is, dat de boerenleenbanken er inderdaad belang bij hebben, om het girover- keer als betalingsmiddel in te voe-' ren en krachtig te bevorderen. Zij vinden daarin, naar onze overtuiging, tevens een prachtmiddel om haren nuttigen werkkring te verruimen en hare relaties uit te breiden. Immers, hoe meer rekening-houders de boe renleenbank in het dorp telt, hoe be ter de gelegenheid voor iederen re kening-houder individueel, om zijn betalingen door giro te bewerkstel ligen. Bezien we nog even enkele voor- deelen van het giroverkeer: ie. Vereenvoudiging van de schuldverefféning. De aangeslotenen behoeven geen groote kas te hou den en worden ontlast van ontvangst en betaling in specie. 2e. Verdwijning van risico aan de bewaring en de verzending van gelds waarden verbonden. (Bij de toene mende- onveiligheid ten plattelande is het zeker 'gewenscht, dat er niet te veel" contant geld in huis wordt gehouden.) 3e. Het voorkomen van rentever lies. Dit geldt voor alle partijen: men denke slechts aan het vermijden der geldaanvragen bij de Centrale Bank. De bedragen, welke de rekening houder op zijne rekening ziet betaald, brengen direct rente op. Het behoeft verder geen betoog, dat een zoover mogelijk doorge voerd giroverkeer nog grootere eco nomische voordeelen in zich bergt, als gevolg van de beperking van ruil middelen en inkrimping van denom- A. rek.houder (schuldenaar) Een goed gebruik hiervan zouden kunnen maken: ie. De dorpelingen, rekening E RAIFFEISEN-BODE. loop van „baar geld". Wij zouden echter te uitvoerig worden, door hierop in deze artikelen dieper in te gaan. De voordeelen, aan het girover keer verbonden, zullen zich te ster ker doen gevoelen, naarmate de mo gelijkheid tot gireeren zich uitstrekt over een zoo groot mogelijk aantal personen. De boerenleenbanken nu zijn wegens hare talrijkheid en hare uitbreiding over alle deelen des lands in gunstiger conditie dan menige an dere bank ter bereiking van dat doel. Maar dan dient men zich niet te be perken tot de menschen in eigen kring, maar verder te gaan en ook de zusterbanken en de Centrale in het giroverkeer te betrekken. We zullen nu achtereenvolgens be handelen A. Het giroverkeer tusschen de rekeninghouders van dezelfde boe renleenbank onderling. B. Tusschen rekeninghouders der eene boerenleenbank met rekening houders van een andere boerenleen bank. C. Tusschen rekeninghouders van eene boerenleenbank met rekening houders (n ie t - bo e ren leen b an kenvan van de Centrale Bank. D. Tusschen rekeninghouders van de Centrale (niet-boerenleenbanken) onderling. E. Tusschen rekeninghouders van de boerenleenbanken met rekening houders van een andere instelling, waarvan de Centrale rekeninghou der is. renleenbank H. °s- 0, houders der boerenleenbank, voor betalingen aan hun leveranciers- mede-dorpelingen, kruidenier, smid, F. Tusschen rekeninghouders van de Centrale (niet-boerenleenbanken) stellingen, waarvan de Centrale reke ninghouder is. Alvorens over te gaan tot eene uit eenzetting van bovenstaande punten, wenschen wij er op te wijzen, dat de formuleering der te gebruiken modellen benevens de wijzen van boeking, slechts te beschouwen zijn als voorbeelden. Ze zouden even tueel ook anders en misschien be ter kunnen worden ingericht. Wel is echter van belang, dat bij doorvoe ring van het giroverkeer bij onze boe renleenbanken, naar een vast sys teem worde gehandeld, dat uniforme girobiljetten gebruikt worden en dat de behandeling der overschrijvingen op uniforme wijze geschiedt. Daarom vertrouwen wij, dat H.H. Kassiers, die belang stellen in het vraagstuk onze voorbeelden zullen toetsen aan de praktijk en ons hunne opmerkingen niet zullen onthouden. Op die wijze komen wij ten slotte tot het beste resultaat. Ad A. Giroverkeer tusschen de re keninghouders van een- zefde boerenleenbank on derling. Hier heeft men den eenvoudigsten vorm van gireeren. De rekeningen van schuldenaar en schuldeischer ko men in hetzelfde boek voor, de re kening van den eersten wordt gede biteerd, die van den anderen gecre diteerd. De behandeling wordt door het volgende schema geïllustreerd: B. rek.houder (schuldeischer). timmerman enz.). Die leveranciers worden dan ook rekeninghouders. Tot goed begrip diene, dat niet

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1922 | | pagina 2