OFFICIEEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK - TE UTRECHT. No. 8 Februari 1922 Zevende Jaargang De Raiffeisen-Bode Verschijnt den eersten van iedere maand Abonnement f 0.50 per jaar Losse nummers 10 Cent. franco per post. Redactie en Administratie DRIFT 13, UTRECHT. Teleph. Intere. No. 17OS. Inhoud van dit nummer: a. RedactionëeLgedeelte: i. Giro. 2. Verkiezingen Kamers van Koop handel. 3. Art. 46 der Registratie - wet. 6. Uit onze Boerenleenban ken: 1. Ingezonden door Schermer - horn. 2. Ingezonden door een lid. 3. De zekerheid(?) van de zeker heidsstellingen. c. Advertentiën. Redactioneel gedeelte. GIRO. I. Onder het zoogenaamde „giro", welk woord is afgeleid van hetGriek- sche „Gyros", hetgeen „kring" be- teekent, wordt verstaan: over schrijving op rekening. De betaling door middel van giro heeft in de laatste jaren een groote plaats ingenomen in ons geldverkeer. Vooral de instelling van den Post-, chèque- en Girodienst stelt bijna iedereen in de gelegenheid, kennis te maken met dit betalingsmiddel. Wij zijn voornemens in onze Raif feisen-Bode eenige artikelen aan het Giroverkeer te wijden, teneinde ook onder onze boerenleenbanken de be langstelling voor deze wijze van ver rekening te doen ontwaken en, als het kan, de toepassing daarvan tus- schen de rekeninghouders der boe renleenbanken en der Centrale te be vorderen. Laten we trachten met een eenvou dig voorbeeld te doen uitkomen, wat giro is en welke voordeelen er aan verbonden zijn. Nemen we daartoe aan, dat een rekeninghouder A. bij de boerenleen bank te H. een schuld heeft te ver effenen met een anderen rekening houder B. bij dezelfde boerenleen bank. De betaling dier schuld gaat dan veelal op de volgende wijze: Eerstgenoemde rekeninghouder komt ten kantore der boerenleen bank, haalt het geld van zijn spaar boekje of van zijn boekje voor loo- pende rekening en begeeft zich ver volgens naar zijn schuldeischer, dien hij in contanten voldoet. Deze laatste maakt het geld, wanneer hij het niet direct noodig heeft natuurlijk weer rentegevend en brengt het daarom op een vol gende zitting van den kassier weer naar de boerenleenbank terug. De kassier, die het geld eerst van de Centrale Bank heeft laten komen, waarvoor hij een orderbiljet moest opzenden, geteekend door twee be stuursleden die niet altijd dicht in zijn buurt wonen heeft het geld per aangeteekenden brief ontvangen, hetgeen hem een loop naar het post kantoor heeft gekost. Vervolgens heeft hij het geld moeten natellen, daarna weer bij de uitbetaling moeten voortellen, eene kwitantie moet dan worden ingevuld en geteekend, een dagboekpost moet gemaakt worden met overboeking in Grootboek I of III. De kassier moet nu weer dat zelfde geld in ontvangst nemen en zorgvuldig natellen, een stortingsbe wijs laten teekenen, in het spaar boekje of rekeningcourantboekje in schrijven, weer een dagboekpost ma ken met overboeking in het betref fende Grootboek èn misschien weer tellen en naar het postkantoor loopen, om het op te zenden naar de Centrale Bank. Men voelt uit deze opsomming, dat er een veel eenvoudiger oplossing voor deze transacties moet bestaan, eene oplossing, welke echter in de praktijk der boerenleenbanken nog veel te weinig wordt toegepast. Men gaat n.1. als volgt "te werk: De rekening-houder, die zijn schuld moet betalen, verzoekt per briefje, dat in zijn eenvoudigsten vorm er aldus kan uitzien: GIRO. H., 1 Februari 1922. De Boerenleenbank te H. gelieve van mijne rekening over te schrijven op de rekening van B. te H., de somma van vijfhonderd gulden. A. (onderteekening). om uit zijn tegoed over te schrijven op de rekening van den anderen ro keninghoudèr zijn schuldeischer het bedrag van zijn schuld. Dit overschrijven nu noemt men „gireeren" en het briefje waarin de overschrijving wordt verzocht: giro biljet. De kassier van de boerenleen bank heeft bij ontvangst van zoo n girobiljet niets anders te doen, dan de rekening van A., den eersten re kening-houder te belasten (te debi- teeren) en die van den anderen (B. tegoed te, schrijven (te crediteeren). Het is niet noodig geweest, geld aan te vragen bij de Centrale Bank. De daaraan verbonden rompslomp is dus vermeden, t. w. het verkrijgen der handteekeningen op het order biljet, het geld halen en tellen,, het opzenden der kwitantie enz. Ook het opnieuw ontvangen en opzenden is vervallen, zoodat heel veel van het werk, hierboven opgesomd, achter wege kan blijven en.... minder werk minder kans op vergissingen. Bovendien is er geen geld ge bruikt, dus geen risico geleden voor verloren gaan, of verkeerd tellen. Door het maken van 2 dagboekpos- ten en 2 overboekingen is de ge heele handeling verricht. Wij hopen, dat uit het boven

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1922 | | pagina 1