34 DE RAIFFEISENBODE. bij 'den notaris, en worden geholpen, terwijl de kans zeer groot was dat de leenbank geen crediet aan hen ver leende. Waar nu uit bovenstaande de be zwaren aan de verplichte borgstelling verbonden, voldoende blijken, zal naar een andere methode, een meer soe- pe'er vorm, moeten rondgezien wor den, zullen de leenbanken blijven voldoen aan hare bedoeling. (Vooral zal dat noodig zijn, wan neer de finantieele resultaten van, het landbouwbedrijf minder gunstig worden, hetgeen in de naaste toe komst verwacht mag worden. De contante betaling door de coöp. aankoopvereenigingcn inge voerd. zal wel gehandhaafd blijven en voor een grooter of kleiner aan tal leden bezwaarlijk worden. Te verwachten is dan ook dat de. finantieel zwakken weer bij den han delaar terecht zullen komen, omreden op crediet wordt geleverd, of op cre diet moet worden gekocht. In verband met het artikel van den heer J. du Burck te Zuidschar- wou.de in dezelfde Raiffeisenbode, komt het mij gewenscht voor uit breiding van werkzaamheden te zoe ken in de richting van eenvoudiger wijze van credietverleening. Een voorbeeld ter verduidelijking. Kort geleden komt één dér voor schotnemers, die geregeld aan zijn verplichtingen heeft voldaan, mij vragen of hij 'niet voor een paar maanden een bedrag van twee- of driehonderd gulden kan krijgen, „zoo los", zei hij er hij, waarmede hij bedoelde zonder verdere beslom meringen van borgen etc. De man had op zijn voorschot zoo ongeveer dat bedrag reeds afbetaald, zoodat de credietverleening van dat oogen- blik minder was dan waarvoor de borgen zich bereid verklaard had den. Kan nu in zulke omstandig heden aan zoo'n aanvrage niet wor den voldaan, zonder dat daarvoor een nieuwe acte van schuldbeken tenis noodig is? Zou het niet mogelijk zijn aan de leden eener coöp. aankoopvereeni- ging, wien de contante betaling te veel moeilijkheden bezorgt, een cre diet te openen 'bij de leenbank tot een bedrag dat door het bestuur dier vereeniging wordt bepaald, terwijl de coöp. vereeniging als rechtsper soon de borgstelling teekent? 't Is op die wijze dat de boerenleenban ken aan populariteit zullen winnen, zonder dat het risico daardoor ver groot wordt. De wijze waarop door het rijk credieten worden verleend voor stichting van boerderijen op ontgin ningen, komt daarmede overeen. In- plaats van de coöp. aamkoopvereeni- ging treedt de gemeente. Door meerdere plooibaarheid in de. credietverleening behoeft cle so liditeit der leenbanken niets te ver liezen. Nog al te vaak worden dooi den notaris credieten verleend, die door de leenbanken geweigerd moe ten worden. juist zij die( het meeste behoefte aan crediet hebben, de kleine boeren of de landarbeiders die zich eeh eigendom trachten te verschaffen, zijn niet altijd in staat voldoende borgstelling te verschaffen. Her haalde malen is het reeds voorge komen dat aanvragen van die men- schen moesten geweigerd worden/ omrede de borgen evenals zij zelve mets anders bezaten dan hun' eer lijkheid en hun" lichamelijke kracht. Meer nog dan tot op heden zullen de leenbanken nuttig werkzaam kun nen zijn, doch dan meer als crediet- bank en' met als spaarbank alleen. Indien de vooruitzichten voor den landbouw werkelijk zoo somber zijn als zij worden voorspeld, dan zal de credietcoöperatie 'door meerdere plooibaarheid hulp moeten verleenten zonder even'wel hare soliditeit daar bij in te boeten'. Het zal mij aangenaam zijn als bovenstaande aanleiding zal geven tot een vruchtdragende gedachtewis seling in; Uw blad. U dankzeggend voor de plaatsing teekent, Hoogachtend, P. PAPENHUIJZEN E.Czn., Kassier. RENTESTANDAARD. In de laatste tijden' is de inhoud der Raiffeisenbode njet erg belang rijk en ik kan; mij indenken dat het voor de Redactie erg moeilijk is, telkens nieuwe stof te verzamelen, die voor de Deden van' belang is gelezen te worden;. In het laatst verscheden nummer trok mijne aandacht het stuk „Rente - standaard", geteekend door F. Gaarne zou ik een'ige plaatsruimte vragen om dat stuk te bespreken. Al lange jaren; ben ik Bestuurslid van de Boerenleenbank alhier en meen uit ervaring een beetje mee te kunnen praten. De bedoeling van; F. is, zooveel mogelijk naar de B.l.b. te halen, doch m.i. gaat dit niet aan gelijk F. zich zujks indenkt. De redenee ring die hij er op na houdt is een zeer eigenaardige. Ten eerste spreekt hij van die banken welke in Utrecht vrij wal geld hebben. Deze kunnen voor lage rente dit gelid geven; aan meer be-> middelden, anders zullen die men- schen zich zien te redden bij familie of vrienden, 'de hooge rente is oor zaak dat zij 'het kantoor van den Kassier passeeren. Ten tweede de Bank moet so- liede zijn, minstens zoo soliede als een andere bank. Ten derde wil T. concurreeren om goede posten tot zich te trekken, anders gaan die menschen naar den notaris, of naar een bank in de stad, en doen daar hun zaken, zegt F. De rijke Hollandsche boer legt niet graag zijn zaken bloot voor mede-ingezetenen. Als antwoord op bovengenoemde beweringen meen ik, dat, men wat punt i betreft, zeer voorzichtig moet zijn met het uitleenen van grootp posten, zelfs al heeft men een tame lijk groot tegoed bij de Centrale en de door F. bedoelden zullen niet anders dan groote bedragen leen en. De spaarders kunnen immers te allen tijde hun: geld opvragen en dan zou men spoedig voor ,'t feit komen, toch den rentestand te moe-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1921 | | pagina 6