*33 DE RAIFFEISENBODE. Maandag op Dinsdag inbraak, ge pleegd in bet kantoor van de Boe renleenbank alhier. De inbrekers heb ben een cirkelvormige opening van ruim i d.M. middellijn in de bui tendeur geboord; daardoor konden zij een ijzeren stang van een der zij - blinden aan den binnenkant op wippen. Vervolgens hebben ze even eens van buiten met een boor een koperen pen in het opstaand kozijn uitgewipt; nu kon het zijraam opge schoven worden en zij zijn door die opening binnen gekomen. De binnen knippen van de buitendeur zijn wel geopend, maar het slot daarvan niet. De brandkast, die in die ruimte staat, is toen bewerkt; er zijn slechts twee gaten in geboord; in het tweede gat zit de afgebroken boorpunt. Niets i? vermist. De politie heeft een stil, maar uit gebreid onderzoek ingesteld en he den zijn drie beruchte inbrekers uit Den Haag, verdacht van den in braak, naar hier getransporteerd en in verzekerde bewaring gesteld. Onze politie verdient een woord van hulde en dank. Aan de Redactie van „De Raiffeisen-Bode", Utrecht. M. H., Beleefd verzoek ik u onderstaande te plaatsen naar aanleiding der op merkingen, geteekend T., over den rentestandaard der boerenleenban ken. Deze raadt aan, niet te hoogs rente te berekenen, maar dat ben ik niet met hem eens. Om 'n rijke boer te lokken met een intresje voor een kinderspaarpot vind ik wel aardig, maar voor onze ouden van dagen is toch zooiets niet aan te bevelen, wan neer de boerenleenbanken hun rente naar de tijdsomstandigheden rekenen en dit is tegenwoordig met 6 pet. zeker niet te hoog en zij geven daarnaar re.ite en-als zij zoo voortgaan kunnen de banken zeker tot groo- ten zegen zijn zoowel voor belegger als opnemer, want 't moge waar zijn, dat er 'n enkele familie of vrienden heeft, die hem po dit oogenblik minder helpen, maar dit zal met alle kos ten ook weinig zijn, maar nemen wij de Veendammer Hypotheekbank, deze gaf op i November 1.1. 6 pet, tegen den koers van 101 pet., en kan meer geld aan solide Hypotheken beleggen als zij geld kan krijgen, dus zeker zullen zij dan niet onder de 7 pet. geven met de noodige kosten. Het staat dan ook wel zeker vast, dat als de boerenleenbanken hun rentetrekkers een goede rente geven, de credietnemers zeker komen zullen als zij weten, dat zij een rustig crediet kunnen krijgen, want de geheimen met het tegenwoordige belastingstel sel zijn al bizonder klein meer, en een Hypotheek is toch niet te ver zwijgen. En toch bovenal een crediet - gever is er toch nog niet om een credietnemer een pleiziertje te doen, om zijn geld te gebruiken, maar laten wij trachten van de Boerenleenbank voor ons een zekere geldbelegging te maken. EEN LID. Redactie Raiffeisenbode. M. H.! 'k Ben zoo 'n heel beetje in de warKan U memisschien wat op 't goeie spoor helpen? Maar laat ik me eerst mogen voorstellen: 'k Ben maar een doodgewoon boertje van een Veluwsch dorp. Tevens van af de oprichting Kassier onzer Leen bank. Een moeielijk werk, dat laat ste. Toch heb ik in die enkele jaren van haar bestaan het zoover ge bracht, niet zonder moeite dat ik de rekening en balans kan op maken en de boeken behoorlijk bij houden. Eveneens was de ervaring van Bestuur en Raad van Toezicht. Maar ook zij vorderden in bekwaam heid. Vandaar dat wij tezamen nu ja, laat ik het ook maar eerlijk zeggen wel een beetje in eigen waarde stegen. We kregen toch een veel beteren kijk op de dingen dan onze buren. Waar een ander niet achter keek, werd aan ons oordeel onderworpen. De bank liep goed. Er werd een matige winst gemaakt. Dus we waren op den goeden weg Maar nu komt de Raiffeisenbode van Nov. 'k Lees hem, als altijd, gretig door. Ook 't artikel van den heer J. du Burck van Zuidscharwoude en.... nu begint het me te suise- bollen. Dat gaat mijn boerenbegrip te boven! Middenstanders en boe ren, broederlijk samen." Ja, dat zou lief wezen. Een ideaal-toestand! Maar hier is 't zoo heel anders. De neringdoenden, winkeliers en hande laars, hier toch zeker bedoeld onder middenstanders, hebben een doode lijke haat aan alle coöperaties. Alles wat daar naar zweemt, is uit den booze, tenminste als de boer het doet. Dus wij moeten niet op den goede weg zijn! Wat dan? Ons Bestuur en Raad van Toe zicht gaan van het principe uit, slechts aan die personen voorschot ten te verstrekken, die deze in het landbouwbedrijf wenschen te gebrui ken. Zou dit misschien de oorzaak kunnen zijn? Ik weet het niet! Wc zijn verdwaald! Hoe komen we weer terecht 'k Ga naar een naburig dorp. Daar meen ik iets van den genoemden broederband te bespeuren. Winkelier en handelaar zijn beiden lid van de Boerenleenbank. De Leenbank geeft hoogerè rente voor spaargelden dan wij. Dus alles anders als bij ons. De coöperatie bloeit, en broeder lijk. 't Ideaal dus verwezenlijkt neen, maar wacht eens! Daar is ook nog een aankoopvereeniging. Een zusterinstelling- van de Leenbank, volgens prediking van alle coöpera- tors. Bloeide vroeger ook. Nu niet heel erg meer. Oorzaak: Concurren tie van den handelaar, tevens lid van de Leenbank. Gebruiksaanwijzing: Handelaar krijgt van de Leenbank voldoende bedrijfskapitaal, voordeeli- der en makkelijker dan van een par ticuliere bank. Begint hiermee een wilde concurrentie, die volgens des kundigen onbestaanbaar moet geacht worden. Zoodoende, goed aangelegd, concurreert de handelaar, met het geld van den boer zijn eigen in stelling, die het wezenlijk belang van den boer op het oog heeft, binnen den tijd van een paar jaar heel broe derlijk dood. Dan is het veld weer vrij. Geleden schade kan voldoende worden ingehaald. Daarom zegent hij dien'broederband. Het zijn lie felijke koorden voor hem, maar voor den boer 'k Weet het niet! Maar het ging broederlijk. Wat maken ze het ons, boeren, toch mooi!

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1921 | | pagina 4