3-97 °-6°
OVER DE RENTESTANDAARD
DER BOERENLEENBANKEN.
DE RAIFFEISEN-BODE.
125
de onkosten, die volgens de Zegel
wet op die spaarbanken drukken.
Het betreft hier renteposten, alle be
neden f5, bijv..:
j 11
Post Zegelkosten
f4.48 fo.óo
i-54 °-4°
0.77 0.30
0.40 0.40
0.17 o.10
0.02 o.10
Mijnheer de Voorzitter! Op deze
wijze wordt dat kleine nuttige spaar-
bankbedrijf van de boerenleenban
ken, vaak de meest practische wijze,
waarop de menschen hun geld kun
nen beleggen, zeer moeilijk gemaakt.
Daarom betuig ik mijn grooten spijt,
dat de Minister niet aan mijn be
zwaren heeft willen tegemoet komen.
Ik zou natuurlijk een amendement
kunnen voorstellen, doch indien de
Minister dit idee niet wil volgen,
vrees ik, dat ik daarmede bij de Ka
mer geen succes zou hebben en
daarom zal ik het niet doen. Ik hoop
nog altijd, dat de Minister de zaak
nog eens zal overwegen en zal komen
met een wijzigingsvoorstel, waarmede
ik tevreden kan zijn.
Ik wil nog opmerken, dat eerst
de registratie zich met deze zaak
niet bemoeide, doch dat het pas van
den laatsten tijd is, dat volijverige
registratieambtenaren hebben uitge
vonden, dat ook deze spaarbanken
moeten worden belast.
De heer De Geer, Minister van
Financiën: Mijnheer de Voorzitter!
Ik begin met op te merken, dat deze
gewichtige zaak door dit wetsont
werp natuurlijk in geen nieuw sta
dium komt. Het ontwerp verandert
in dit opzicht niets. Doch de heer
Wintermans grijpt deze behandeling
aan, om eenige wenschen, die hij
ook het vorige jaar geuit heeft bij de
begrooting, opnieuw tot uiting te
brengen. Mijn ambtsvoorganger heeft
de zaak ernstig overwogen en ik wil
dat ook nog wel eens doen, maar
zooals de Memorie van Antwoord
zegt, aan de zaak zijn groote bezwa
ren verbonden met het oog op de
concurrentie met andere instellingen.
De spaarbanken van de boerenleen
banken zijn geen instellingen als de
Nutsspaarbanken, maar zij fungeeren
ook als kredietinstellingen. Nu is er
een adres ingekomen van den Bond
voor den Geld- en Effectenhandel,
waarin deze er ernstig bezwaar tegen
maakt, dat deze vrijstelling uitslui
tend aan de boerenleenbanken zou
worden gegeven. E11 niet zonder re
den. De boerenleenbanken gebruiken
de spaarpenningen van den een om
krediet te geven aan den andeft. Dit
doen particuliere banken ook. Beide
staan in menig opzicht op één lijn
en zijn principieel onderscheiden van
eenvoudige spaarbanken.
De beraadslaging wordt gesloten
en paragraaf 3 zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Uit onze Boerenleenbanken.
Nu het geld zoo duur is, wordt
voor de boerenleenbanken de ver
zoeking groot, om hiervan te profi-
teeren en van de verstrekte gelden
ook een tamelijk hooge rente te be
dingen.
Zoodoende kan men voor inlagen
ook iets meer geven en bestaat de
gelegenheid om het reservefonds
flink te versterken.
Boerenleenbanken die niet in staat
zijn om uit eigen middelen de aan
vragen hunner leden te voldoen, en
dus voor de Centrale moeten betrek
ken kunnen uiteraard geen lage
rentestandaard houden. Maar het wil
ons voorkomen, dat Boerenleenban
ken, waar de inlagen ruim voldoende
zijn om alle billijke aanvragen te vol
doen en nog een mooi bedrag bij
de Centrale in petto te houden
dat dezulken niet verstandig doen
met de rentevoet hoog op te zetten.
Want wat is dan het geval? Zeer so-
liede personen, die geld noodig heb
ben voelen zich tot een Boerenleen
bank, die hooge rente vraagt, niet
aangetrokken. Voor 51/2 h 6 pet. ko
men wij bij familie of vrienden ook
wel klaar, Het zouden voor de B.L.
gewenschte klanten zijn, maar de
hooge rente is oorzaak, dat zij het
kantoor van den kassier voorbij stap
pen. Minder soliede personen laten
zich door de hooge rente niet af
schrikken en willen wel 6 a 7 pet.
beloven. Die kan een B.L. met hooge
rentestandaard dus genoeg krijgen,
maar is het in 't belang der Bank om
dezulken te accepteeren? Men ver
sta ons niet verkeerd. Wij bedoelen
volstrekt niet, dat de B.L. alleen tuk
moet zijn op de dubbel en dwars so
liede posten, en de nijvere, eerlijke
man die tijdelijk in moeite zit nooit
mag helpen. Bestuur en Raad van
Toezicht zijn daar om elk geval af
zonderlijk te beoordeelen. Doch de
Boerenleenbank moet in de eerste
plaats soliede, zijn; minstens zoo so
liede als eenige andere Bank. Daar
hebben hare inleggers recht op. En
daarvoor is een zeer voorname voor
waarde, dat hare voorschotten ge
plaatst zijn op superieure wijze. En
om 'dat te bereiken moet zij concur-
reeren. Niet concurreeren om groote
winst te maken. Maar concurreeren
om goede posten tot zich te trekken.
En dat kan zij vooral doen door de
rente niet hoog op te zetten. Want
men vergete niet, dat de B.L. tegen
over welvarende voorschotnemers be
zwaren heeft te overwinnen. Bestuur
en Raad van Toezicht zijn bekende
personen, en daarom wil menigeen
niet weten dat hij geld noodig heeft.
Men spreekt dan liever met zijn no
taris of gaat naar een Bank in de
stad alleen de lagere rente kan
dat vooroordeel breken. Want de
rijke Hollandsche boer legt niet
graag zijn zaakjes bloot voor mede-
ingezetenen, maar hij geeft toch ook
niet graag hooge rente als hij naast
zijn deur zooveel billijker klaar kan
komen. E nzoo eindigt zijn overleg
met bij den kassier van de B.L. bin
nen te stappen, zich te melden als
lid, en een goed gedekt voorschot
aan te vragen. Zie, zoo kan de tijd
van het dure geld voor de Boeren
leenbanken profijtelijk zijn. Niet om
een jaar of wat extra winst te ma
ken, maar om door gemakkelijke
voorwaarden en billijke rente het
ovoroordeel te overwinnen, en zich
de steun, ook van de welgestelde
bevolking te verzekeren.
F.