OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT.
No. 4
OCTOBER 1921
Zevende Jaargang
De Raiffeisen-Bode
Verschijnt den eersten van
iedere maand
Abonnement f 0.50 per jaar
Losse nummers 10 Cent.
franco per post.
Redactie en Administratie
DRIFT 13, UTRECHT.
Teleph. lnterc. No. 1705.
Inhoud van dit nummer
a. Redactioneel gedeelte: i. Uit
breiding van werkkring? 2. Inbraak.
3. Beroep inzake den aanslag voor,
het Handelsregister. 4. Verwarrend.
5. Een onderwerp, behandeld op het
73e Ned. Landhuishoudkundig con
gres. b. Uit onze Boerenleenban
ken: Ingezonden door Krommenie.
c. Advertentiën.
Redactioneel gedeelte.
UITBREIDING VAN WERK
KRING?
Er komen de laatste paar jaren
niet zoovele boerenleenbanken meer
bij, als voorheen het geval was.
De stroom van nieuw-opgerichte
boerenleenbanken heeft blijkbaar
opgehouden. Ons kleine landje telt er
nu ook reeds een zeer beduidend
.aantal
Alleen als de Zuiderzee leegge-
malen is, komt er weer een nieuw
te ontginnen arbeidsveld bij.
Toch mag, nu bijna niet meer in
de breedte kan worden gewerkt, de
arbeid niet stilstaan.
Het eenmaal gewonnen terrein
moet daarentegen hoe langer hoe
meer intensief worden bewerkt en
bebouwd en de boerenleenbank moet
steeds dieper wortel schieten.
Hoe meer inwoners een land telt,
des te meer moet er worden gepro
duceerd.
De grond moet d,an meer produc
tief worden bewerkt.
Zoo moet het ook met onze ban
ken. De boerenleenbanken moeten
elk in h(aar ressort steeds meer trach
ten de algemeene spaarbank te wor
den en de crediet- en voorschotbank
voor de landbouwende bevolking.
Iedere, dorpeling moet den weg
naar de boerenleenbank kennen en
bewandelen.
Men zoeke, althans in de grootere
dorpen en steden niet te zeer uit
breiding in de richting van het fi
nancieren van depi middenstand.
In de kleinere dorpen moge men
nog wel kijk hebben op den g,ang
v.an zaken van kleine: handelaars en
winkeliers, in de grootere is d,at niet
het geval.
Ons dunkt, dat uit de toestanden
tijdens en n,a den oorlog ontstaan,
wel gebleken is, dat de boerenleen
bank, althans in het algemeen de
credietwaardigheid der landbouwers,
beter k,an beoordeelen dan die van
den handeldrijvenden en industriëelén
middenstand.
Voorop moet blijven st,aan, dat de
boer met- .al zijne financiëele zaken
bij de boerenleenbank komt.
Daar moet het heen en in die rich
ting k,an nog veel worden gedaan.
Dat is gezonde en natuurlijke ont
wikkeling, die zich- op den duur niet
zal wreken.
INBRAAK.
Nagenoeg -iederen dag treft men
in onze nieuwsbladen een of zelfs
meer berichten aan over gepleegden
inbraak.
We zouden haast zeggen't is aan
de orde van den dag (of liever van
den nacht).
In vroegere jaren hoorde men er
op het platteland bijna niet van. Men
leefde toen rustig in pais en vree.
Slechts nu en dan kwam er eens
een inbraak voor en de couranten
sponnen die dan van haver tot
gort uit.
Heel Nederland praatte er nog
over jaren na dato en 't is meerma
len zelfs voorgekomen, dat een in
braak een of ander dichter zoodanig
inspireerde, dat hij een roerend lied
er over maakte., welk lied zich on
der de volksliederen d,an spoedig een
plaats veroverde.
Vooral als zulk eene inbraak ge
paaid ging met geweldpleging of
doodslag, was het onderwerp blijk
baar'bijzonder interessant.
Tegenwoordig echter, nu de eene
inbraak vóór, de andere na, plaats
heeft, kunnen de dichter-zangers de
zaak niet meer bijhouden.
't Is dan ook meer dan erg en dat
niet alleen in de groote steden, maar
het inbrekersgilde strekt zijne werk
zaamheden ook uit naar het platte
land.
Ook onze boerenleenbanken zijn
niet gespaard gebleven. Zooals men
zich misschien nog herinnert, is er
indertijd ingebroken bij onze bank
te Zuidland. Ook van eene andere
bank kwamen ons geruchten ter
oore, dat men het op haar blijkbaar
toelegde.
Nu zijn onze kassiers „mannen van,
stavast" en voor geen klein geruchtje
vervaard.
Zij moeten er echter om denken,
dat de verzekeringmaatschappijen al
leen schade vergoeden ingevalvan
braak,.gevolgd door diefstal.
„Braak" is „verbreking". Wordt
dus niets „verbroken", dan is er geen
braak in den zin van de voorwaarden
der verzekeringmaatschappijen.
Het openen van de brandkast met
den sleutel, die er bij behoort en die
gestolen, ontfutseld of gevonden is,
is geen braak.
De kast wordt dan immers met
den eigen sleutel geopend.
In dergelijk geval is de verzeke
ringmaatschappij niet tot schadever
goeding verplicht.
Krijgt men dus ongewenscht be
zoek, dan is 't een eerste vereischte,
te zorgen, dat de sleutel der brand
kast niet wordt bemachtigd.
Vele instellingen hebben eene re
geling, waarbij de sleutel dier kast
des nachts bij een ander in bewaring
is. Dit is echter bij de boerenleenban
ken zeer lastig, zoo niet onmogelijk.
Den sleutel moet men dus nooit
afgeven, maar tot het uiterste ver
dedigen of misschien is het nog be
ter, zich er mede yit de voeten te
maken.
Dan krijgen de heeren de kast pok
nog niet zoo gemakkelijk open.
Daarop zijn wij in het algemeen
en bij goede kasten, nog al vrij ge
rust en bovendien is dan de verze
keringmaatschappij voor de schade
aansprakelijk.
BEROEP INZAKE DEN AAN
SLAG VOOR HET HANDELS
REGISTER.
We mochten van de Boerenleen
bank te Baflo het navolgend schrij
ven ontvangen, zoodat dus ook deze
bank tot ons genoegen op haar be
roepschrift succes heeft gehad.