DE RAIFFEISE N-B O DE.
105
van het losbladig' systeem en men be-
stelt er een voldoend aantal losse vel
len bij, daix heeft men, we zouden
haast kunnen zeggen tot in het on
eindige aan hetzelfde boek genoeg. Men
zorge dan vooral, een Band aan te
schaffen, welke als het ware onver
slijtbaar is. Wij hebben een leeren
Band met metalen hoeken. De kosten
van aanschaffing zijn wat grooter, maar
men is er dan ook met één keer af,,
Nu behoort hierbij nog eene nadere
toelichting over de Weggelaten kolom
men.
In de eerste plaats dan de kolomi
.Onderwerp", welke volgens het sy
steem van den heer Fermie wordt ge
bruikt voor de woorden: Saldo, Stor
ting, Terug en voor de rentebereke-
ning. 1
Elk laatste bedrag in eene rekening
is het saldo, dus behoeft dat geene
afzonderlijke vermelding, hoewel we
bovend'en nog eene afzonderlijke ko
lom hebben, uitsluitend voor de saldi.
Voor de woorden Terug" en Inge
legd" hebben we eveneens afzonder
lijke kolommen, zoodat deze woorden
ook geene beteekenis hebben. Even
zoo is het gesteld met het sommetje,
waaruit blijken moet. hoe we aan de
rente komen. Dat uitrekenen kunnen
we even goed op een kladje doen.
Hoofdzaak is, dat de uitkomst van het
sommetje goed is. Hoe we dat heb
ben uitgerekend behoeft in het boek
niet te blijken. Ten slotte wordt de
rente altijd bijgeschreven, het is de
laatste post op de rekening, dus ook
een vanzelf sprekend geval, waarbij
nadere toelichting overbodig is. Desge-
wenscht is trouwens voorin den regel
nog wel plaats te vinden voor den let
ter R.
Vervolgens komen we aan de kolom
.Debet of Credit".
Het saldo op eene rekening in
Grootboek I is altijd credit, zoodat
bijzondere vermelding daarvan overbo
dig is.
Dan de kolom: ..Rentevoet". Dit zou.
evenals in Grootboek III aan het Hoofd
van de Rekening kunnen worden ver
meld Wijziging van den rentevoet hal
verwege het boekjaar zal practisch
zelden voorkomen, doch ook in dat
geval is vermelding aan het Hoofd geen
bezwaar.
Eindelijk hebben we nog de kolom
.RemerHngen". Practisch wordt deze
ko'om mmmer gebruikt. Hetgeen in het
model van den heer Fermie daarin'
voorkomt blijkt reeds duidelijk in de
andere kolommen.
Zooals boven reeds gezegd, is het
h:er omschreven Grootboek I bii ons
reeds 'n gebruik en voldoet uitstekend.
Eenvoud gaat gepaard aan z ui n i g-
h e d en t ij d b e s p a r i n g.
Het is geenszins mijne bedoelmn nrp.
weest op het systeem van den heer
Fermie dat werkelijk groote ver
betering biedt aanmerking te ma
ken. doch ik* meende, waar nu op
eenigszins officieele wijze in ons or
gaan een verbeterd boekhoudsysteem
wordt aan de hand gedaan, da't het goed
zou zijn, indien deze verbetering zoo
practisch mogelijk zij. En in eene be
langrijke aangelegenheid als deze, kan
wisseling van gedachten vaak nuttig
zijn. Misschien zijn er nog anderen, die
iets hebben aan te vullen of af te din
gen, waarmee men zijn voordeel kan
doen.
Aanbeveling verdient het zeker, dat
men althans niet in enthousiasme over
het nieuwe, overhaast te werk gaat
bij het invoeren van ingrijpende veran
deringen, doch eerst de zaken van alle
kanten beziet en alvorens te besluiten,
voor ieder geval afzonderlijk den Raad
inroept van den Hoofdinspecteur.
Inmiddels met dank voor de plaat
sing,
Hoogachtend,
W. M. v. d. ZWAARD,
Kassier.
Wassenaar, 13 Juni 1921.
Geachte Redactie.
Met groote belangstelling gelezen het
uitvoerig „Verslag Vergadering Ring
Amsterdam" door den heer A. W. Nie-
berding en uitgeroepen „Er is alweer
niets nieuws onder de zon", want:
Toen tegen 't einde vdn 1917 onze
Kassier, de heer F. P. P. Lazarom
mij 'tplan ontvouwde om Grootboek I
in te richten, juist zooals dit ook door
den heer Fermie is ingericht, heb ik
direct het groote voordeel voor de
controle daarvan ingezien en hem aan
gespoord een Grootboek volgens aan
gegeven liniatuur te laten maken.
Hij_. vreesde, dat „Utrecht" er geen
genoegen mee zou nemen. Hem werd
geantwoord, dat 't Bestuur de verant
woording wel op zich zou nemen. Bij
de inspectie door de Centrale BanlJ
in '18, '19 en '20 bleek, dat de heeren
inspecteurs wat blij waren, dat ze van
dat vervelende getel af waren. Kortom,
de voordeelen in bovengenoemd ver
slag aangegeven,, zijn hier reeds proef
ondervindelijk gebleken.
Door den heer Lazarom werden nog
andere faciliteiten in de boekhouding
aangebracht. Niet voor eigen ge-
m a k, maar geheel in 't belang van con
trole en nauwkeurige administratie. Dat
dit aan de inspectie niet ontgaan is, kan
wellicht blijken uit deze woorden, voor
komende in een rapport: „Uw kassier
maakt veel werk van zijne admini
stratie."
De heer Fermie sprak ér zijn ver
wondering over uit, dat de Centrale
Bank niet reeds lang op 't denkbeeld
gekomen is, den staffelvorm ook voor
spaargelden in te voeren.
En ik druk er mijn verwondering
over uit, dat de Centrale nooit ge
tracht heeft de denkbeelden van den
heer Lazarom, waarvan de Inspectie
de voordeelen zelf erkende, algemeen
te maken.
Hoogachtend,
Uw dr.,
H. H. VAN DER PLAS.
Alkmaar, 9 Juni 1921.
Mijnheer de Redacteur,
Het artikel over de regeling der aan
sprakelijkheid bij de Boerenleenbanken
en bij de Centrale, in het Juni-nummer
van de Raiffeisenbode, werd door ons
met belangstelling gevolgddoor U
wordt daarin de aandacht gevestigd op
het feit, dat uittreding van leden, in
geval van een tekort aanleiding kan
geven tot vereffening eener coöpera
tieve vereeniging, alhoewel die vereffe
ning op dat moment niet noodzakelijk
of zelfs niet gewenscht isU zou
daarom goed vinden in de statuten be
palingen op te nemen, die een uittre
dend lid verplichten zijn aandeel in
een bestaand tekort te voldoen, zon
der dat gerechtelijke liquidatie noo-
dig is.
-Dit punt was bij ons een belangrijk
punt van bespreking bij de samenstel
ling van model-statuten voor een coö
peratieve Aankoopvereeniging. Het is
bekend, dat de Coöperatieve Aankoop-
vereenigingen de laatste jaren met ver
lies hebben gewerktelk jaar sloot
weer af met een nadeelig saldo; uittre
dende leden betaalden in dat tekort
geen cent.
Dit werd als een groote onbillijk
heid gevoeld en een gevaar voor de
vereeniging. Wij hebben nu gemeend
in de statuten eener coöperatieve
aankoopvereeniging een hoofdstuk
op te nemen, genaamd Ledenreke
ning, waarvan de artikels luiden als
volgt
a. Er wordt in het Grootboek der
vereeniging een rekening aangelegd,
genaamd Ledenrekening, waaróp tel
ken jare het voor- of nadeelig saldo
der exploitatie-rekening wordt ge
boekt. Het aandeel van ieder lid in
het saldo dezer rekening wordt opge-
teekend in een apart register, waarbij
het volgende in acht genomen moet
wordeneen voordeelig saldo wordt
berekend naar het bedrag van den
omzet van elk lid over het betrok
ken dienstjaar, zooals de boeken der