Ter behartiging.
io'4
DE RAIFFEISE N-B O t) E.
Voorgesteld werd de winst, na af
trek van een afschrijving, ie storten
in het reservefonds, dat daardoor z,al
stijgen lot f 373-96o.83V2-
Na korte gedachtenwisseling wer
den de balans en de winst- en verlies
rekening zonder stemming goedge
keurd. Overeenkomstig het bestuurs
voorstel werd besloten de gemaakte
winst, behoudens de afschrijving op
meubilair, in het reservefonds te
storten.
Daarna hadden verschillende ver
kiezingen plaats. In het bestuur werd
herkozen de heer A. A. Nengerman
te .De Bilt. Tot lid van den Raad van
Toezicht, in de vacature-Van Wichen,
werd 'benoemd de heer A. Comman
deur te Spanbroek. Als plaatsvervan
geilde bestuursleden werden gekozen
de heer F. P. E, Ditzhüijzen, te
Baarn en mr. J. J. de Waal Malefijt
t€j U trecht. Als plaatsvervangers vah
den adlministraicur werden aangewe
zen de heeren E. van Beek en E.
Gerritsen, beiden te U trecht.
De Voorzitter sprak een woord van
hartelijken dank tot den heer jhr. m'r.
L. van Fisienne te Rijswijk, die na
een 14-jarig lidmaatschap zich niet
meer herkiesbaar stelde voor den
Raad van Toezicht.
Besloten werd dat de Boerenleen
banken te Sf. Jansteen, Clinge en
Driel de financieele commissie over
het jaar 1921 zullen vormen.
Na rondvraag sloot de Voorzitter
de vergadering.
Naar aanleiding van de opmerking
gemaakt door den afgevaardigde van
Utrecht—Achttienhoven, omtrent een
verschil van f 0.20 voorkomende op
blz. 12 van het jaarverslag diene,
dat liet bedrag, van het winstsaldo
over 1919 daarop abusievelijk voor
komt niet f64.836.64 hetgeen moet
zijn f 64336.44. Men zie bijlage VlIIb
^Overzicht van de verlies- en winst
rekening der laatste tien boekjaren.
de plicht er voor te waken, dat zij, die
voor de geldleeners ais borgen optre
den, daar zooveel mogelijk althans zon
der schade afkomen. Daarom dienen
zij zich bij hunne overwegingen om
trent het al- of niet toestaan van cre-
dieten allereerst af te vragen, of de
geldnemer werkelijk zelf in staat zal
zijn, aan zijne verplichtingen te vol
doenden zijn zij van oordeel, dat zulks
niet het geval zal zijn, dan moet het
aangevraagde crediet worden gewei
gerd, ook al is dit door de borgen
uitmuntend gedekt.
Het is altijd onaangenaam voor de
bankbesturen, wanneer zij tot verhaal
op de borgen moeten overgaan, ter
wijl het ook op den bloei der boeren
leenbank zeer schadelijk zou werken,
wanneer zulks niet tot de uitzonde
ringen behoort.
De ondervinding leert, dat onder het
motief ,de schuldenaar is er toch dub-
Del en dwars goed voor" de bedons
gen aflossingen op de voorschotten
niet plaats hebban, buiten medeweten
van de borgen. Deze laatsten verkee-
ren dan in 'de meening, dat zij op zeker
tijdstip geheel of gedeeltelijk van hunne
verplichtingen -zijn ontlast, terwijl zij
op een goeden dag tot de ontdekking
komen, dat zij zich in deze hebben
verrekend. Daarom geve men geen uit
stel van algeheele of gedeeltelijke af
lossing, zonder toestemming der bor
gen en gebruike men regelmatig for
mulier 14, waaruit blijkt dat de borgen
inderdaad niet het verleende uitstel be
kend zijn en daarin hebben bewilligd.
Uit onze Boerenleenbanken.
De goede bekendheid van de "leden
en de bestuursleden onzer boerenleen
banken onderling leidt er meermalen
toe, dat aan de bepalingen, vervat in
de schuldbekentenissen en in de acten
van credietverstrekking in loopende ïe-
kening niet altijd streng de hand wordt
gehouden.
Meermalen komen dientengevolge de
belangen der betrokken borgen in het
nauw, hoewel deze zich dit meesten
tijds geenszins bewust zijn.
Aangezien de voorschot- en cr'ediet-
nemers in den regel wel voor hun eigen
belangen zorgen, rust op de besturen
Raalte, 8 Juni 1921.
Redaktie Raiffeisenbode, Utrecht.
M.M.
Verleen s.v.p. eenige plaatsruimte aan
onderstaande.
Op een tweetal vergaderingen van
de ring Overijssel is door mij ter sprake
gebracht de opleiding van kassiers,
'k Meende hiertoe een bespreking te
moeten uitlokken, vooral in verband inet
eventuee'.e langdurige ongesteldheid van
den kassier of plotseling overlijden, en
de moeilijkheden die zich dan voor
kunnen doen om de administratie niet
te veel achter te doen geraken.
Beide malen is de wenschelijkheid
erkend, doch een afdoende oplossing
van de moeilijkheid werd niet verkre
gen. Wel gaf men in overweging de
hulp van een naastbij wonenden kassier
in te roepen, doch deze oplossing kwam
mij voor niet de meest gewenschte te
zijn.
Het ingezonden stuk van den heer
D. Slot P.zn. te Broek op Lartgéndifk
van 11 April 1.1. gaf mij aanleiding voor
bovenstaande plaatsruimte te vragen
om op deze wijze van meerdere lezers
hunne meening over die aange.egen-
heid te hooren. Wellicht is dan .n de
toekomst de grief van den heer Slot te
ondervangen en kunnen de onderwij
zers als kassier uitgeschakeld worden,
'k Hoop evenwel dat genoemde heer
zooveel waardeering zal hebben voor
hetgeen de onderwijzers, en in het
bijzonder de onderwijzers ten platte-
lande, in 't belang van den landbouw
hebben gedaan, dat hij hen niet zonder
klinkend bewijs daarvan aan den dijk
zal zetten. De opleiding tot kassier
van bestuursleden of van jonge land
bouwers kan aan die grieven een einde
maken.
U dankend voor de verleende plaats
ruimte teekent,
Hoogachtend
P. PAPENHUYZEN.
Kassier (geen onderwijzer.)
Aalsmeer, 9 Juni i921.
Aan de Redactie van de
Raiffeisenbode.
Mijnheer de Redacteur,
Met belangstelling nam ik kennis van
het verslag in Uw vorig nummer, be
treffende de gehouden lezing door den
heer Fermie, te Hoofddorp. Hoewel
de Boerenleenbank te Hoofddorp onze
naaste buurvrouw is op dit gebied,
mocht ik niet het genoegen smaken,
die lezing bij te wonen, omdat mij er
niets van bekend was.
Gaarne Zoude ik derhalve in de gs-
glegenheid worden gesteld, door mid
del van onze Bode nog een enkel
woord te zeggen over ons Grootboek 1
in den geest als door den heer Fermie
in bovengenoemde bijeenkomst bepleit.
Op het tijdstip van deze lezing was
n.1. door mij in overleg met de In
spectie reeds een dergelijk Grootboek 1
besteld, alleen met een paar kleine wij
zigingen. Thans is het reeds ;n gebruik,
zoodat we ook reeds over de practijk
kunnen praten.
Bij ons zijn n.1. weggelaten -de ko
lommen: „Onderwerp", „Debet of
Credit", „Rentevoet" en „Bemerkin
gen". Daarmee hebben we bereikt, dat
wé met een boek in iets breeder for
maat twee volledige staffels op eene
bladzijde naast elkaar hebben, dus op
elk compleet vel vier staffels. Op deze
wijze wordt er niet alleen met de ruimte
gewoekerd, doch kan men vele jaren
werken met een en hetzelfde boek,
ook al zou het geen losbladig zijn.
Gaat men bovendien gebruik maken