96 In geen geval strekt de in de eerste alinea van dit artikel bedoelde aan sprakelijkheid" zich verder uit dan tot een bedrag van tweeduizend gul den voor elk aandeel boven het be drag van dat aandeel zelf." Deze aansprakelijkheid komt roet die, welke ivoor de leden der locale banken geldt, op twee punten over een. Ten eerste hierin, dat zij slechts kan worden toegepast bij vereffening- van den boedel /Lw.z. nadat, na realisatie van alle bezittingen der Centrale het bedrag, dat tekort komt vast te staan en teil tweede in het ge- gezamenlijk 'borg zijn voor den om slag van ieders aandeel in het tekort. Het verschil is echter, dat de le den niet voor gelijke, maar voor even redige deelen aansprakelijk zijn en wel naar verhouding van het aantal aandeelen, hetwelk ieder lid bij de vereffening bezit, en dat slachts tot een maximum-bed rag van f 2500 per aandeel behoeft te worden bijgepast, (f 2000 boven de nominale waarde vbn ieder aandeel ad f jjoo). Wanneer, bij de vereffening', uit het lodenregister der Centrale blijkt, dat in totaal 4000 aandeelen zijn uitge geven, dan zouden de schulden dei- Centrale 4000 X f2500 of 10 mil lioen grooter moeten zijn dan hare bezittingen, opdat de vlolle aanspra kelijkheid zou gelden n.1. f2500 voor ieder aandeel. Is het tekort in dit ge val grooter dan 10 millioen dan- lij den de schuldeischers de schade, is het tekort minder, b.v'. 5 of 21/2 Tnil- lioen, dan behoeft op ieder aandeel ook slechts f 1250 of f625 te worden bijgepast. Wij, meimoreeren nog, dat op alle eerste aandeelen reeds bij uit gifte een storting van f 50 en op de volgende van f 10 heeft plaatsgehad, terwijl wij, den ontslag wegens de vereffenings-kosten buiten beschou wing laten. Ofschoon onze boerenleenbanken door de onbeperkte aansprakelijk heid haren schuldeischers een bijna absoluten waarborg bieden en ook onze Centrale, al is deze aansprake lijkheid beperkt, niettemin daardoor de veiligheid der aan haar toever trouwde gelden voldoende verzekert, lijken ons de regelingen, zooals bo ven omschreven toch niet in alle op zichten voldoende. Imïriers, zoowel bij de boerenleen banken als' bij de 'Centrale komt de aansprakelijkheid neer op een borg stelling der leden alleen- ten behoeve der schuldeischers. Een borgstelling tot ieder bedrag, wat betreft de le den der locale banken, tot een maxi- mum-bedrag van f 2500 per aandeel, wat betreft de leden der Centrale, evenwel, zonder afstanddoe ning van de rechten van uitwinning en schuldsplitsing. Omdat dientenge volge steeds ontbinding der vereeni- ging aan de toepassing der aanspra kelijkheid moet voorafgaan, kunnen de leden, zoolang het bedrijf wordt v'oortgezet, zij het met -een groot te kort, nooit rechtstreeks door de Ver- eeniging zelVe, ook maar voor één cent voor dat tekort in rechten wor den aangesproken. En toch kan het belang der leden, ook al is er verlies, voortzetting van het bedrijf vorde ren. Laten wij nu eens veronderstel len, dat onze Ceintrale in 1921 (wij hopen het niet en verwachten (het evenmin) een zoodanig verlies zou lijden, dat het reservefonds werd ingeboet en bovendien de balans 'sloot met een tekbrt vian 1 millioen. De Algeroeene Vergadering besluit, niet tot liquidatie over te gaan, maar het bedrijf voort te zetten en te trach ten de schade in te halen ,die toch' niet grooter is! dan ongeveer f250 per aandeel. Maar dan kan het ge beuren, dat verschillende leden door uittreding zich aan alle aansprake lijkheid trachten te onttrekken en hun medeleden met den strop laten zitten. Doordat zij één jaar na uittre ding van alle aansprakelijkheid af zijn, zou de Centrale Bank a. h. w. ge dwongen kunnen voor den binnen dat jaar tot vereffening over te gaan, wil zij voorkomen, dat het tekort in plaats tan f250 per aandeel te blij ven, tot b.v. f400 of f500 per aan deel stijgt. Ieder kan thans begrijpen waar de schoen wringt. De statuten moe ten de mogelijkheid inhouden, om de leden, die hun lidmaatschap opzeg gen, tijdens het bestaan van een even tueel tekort, rechtstreeks voor hun aandeel daarin te kunnen aanspre ken, teneinde in bepaalde gevallen het voortbestaan der Vereeniging niet in gevaar te bbrengen. Ter illustratie onzer bedoeling geven wij hier een sprekend voorbeeld uit de praktijk. De Centrale Bank te Alkmaar sluit, tengevolge van geleden koers verlies op haar Effecten-bezit reeds jaren lang, haar balans met een ver liespost. Op 31 Dec. 1919 was dit te kort gestegen tot ruim f 194.000, dat was voor ieder harer 45 aangesloten boerenleenbank ongeveer f 4300. De banken bij Alkmaar zijn voor gelijke deelen aansprakelijk. Waaraan is het toe te schrijven dat deze Centrale, welke tot dusverre aan al hare verplichtingen heeft vol daan, haar bedrijf kan voo -treilen en gunstiger Effecten-koersen kan afwachten Alleen aan het feit, dat hare sta tuten haar de macht geven om ook tijdens haar bestaan en niet uitslui tend bij vereffening, zooals biji onze Centrale, van de boerenleenbanken, die haar verlaten, hun deel in het te kort op te eischen. Een dier banken, welke het vo rige jaar van Alkmaar naar Ütrecht overging, heeft dit door een flinke aderlating van'haar reservefonds on dervonden. 1 Onze boerenleenbanken en onze Centrale Bank kennen alleen een aansprakelijkheid bij, vereffening en, zooals boven is aangetoond is zulks niet voor alle gevallen voldoende. Wat onze Centrale betreft, wij hopen en vertrouwen, dat voor haar na de eerstvolgende Algemeene Ver gadering de kwestie zal zijn opge lost. De Reorganisatie-commissie heeft blijkbaar aan deze aangelegenheid hare volle aandacht geschonken en met het Alklniaarsche voorbeeld voor oogen, zich het spreekwoord her innerd: „Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht." Thans; nu er bij onze Centrale Bank geen sprake is van een tekort, nu het reservefonds integendeel reeds tot beduidende hoogte is1 gestegen, is het de juiste tijd, oml de rege ling der aansprakelijkheid in hare Statuten zoodanig aan te vullen, dat de bezwaren, hierboven uiteengezet, komen te vervallen. Het ontwerp dei- Reorganisatie geeft die aanvulling in art. 8 als1 volgt: „Onverminderd het hierboven be paalde (waarmede wordt bedoeld de f 100 boete bij uittreding) is elk dei- leden, bedoeld iii art. 3 sub 1, wiens lidmaatschap is geëindigd, op welke wijze ook, indien aan het einde van het laatste boekjaar, waarin het lid wjas, volgens de door de algemeene vergadering goedgekeurde balans de 'schulden der Bank hare bezittingen overtreffen, verplicht, op eerste aan maning van het Bestuur der Cen trale zijn aandeel in dat tekort in de kas der Centrale Bank te storten. Het bedrag van dit aandeel is gelijk' aan dat van het to tale tekort, gedeeld door het aantal der aandeelen, in het bezit der leden en laatstelijk in dat dergenen, wier lidmaatschap in dat boekjaar is geëindigd en vermenigvuldigd met het aantal, dat het betrokken lid laatstelijk in zijn bezit had. Ook in dit geval wordt echter het bedrag, bedoeld in art. 9 lid 2, niet over schreden. Mochten er echter eventueel door invordering of renteverlies voor de Centrale Bank kosten ontstaan, dan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1921 | | pagina 2