OFFICIEEL ORGAAN VAN DE --
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT.
Redactioneel gedeelte.
De regeling der aanspraHelijhtieid Dij de
Doerenleenöanken en Dij de centrale.
No. 12.
JUNi 1921
Zesds Jaargang
De Ralffeisen-Bode
Verschijnt den eersten van
iedere maand
Abonnement f 0.50 per jaar
Losse nummers 10 Cent.
franco per post.
Redactie en Administratie
DRIFT 13, UTRECHT.
Teleph. latere. No. 1705.
Inhoud van dit nummer:
a. Redactioneel gedeelte: i. De
regeling der aansprakelijkheid. 2. De
•boerenleenbank1 en het handelsre
gister. 3. Het effecten-leendepót.
b. Uit onze Boerenleenbanken. 1.
Ingezonden door Minnertsga (met
antwoord. Red.). 2. Verslag Ring
Amsterdahï (met naschrift Red.).
c. Advertentiën.
De credietwaardigheid onzer plaat
selijke 'boerenleenbanken, zoowel als
die onze Centrale Bank, berust
grootendeels' op de aansprakelijkheid
harer leden voor hare verbintenissen.
Die aansprakelijkheid waarborgt
den spaarders bij de boerenleenban
ken de veiligheid hunner inlagen en
geeft, voorzoover zij de Centrale be
treft, aan de boerenleenbanken de
noodige zekerheid voor hare beleg
gingen bij deze.
Zij isl echter voor de leden der
plaatselijke banken op geheel andere
wijze geregeld, dan voor de leden
der Centrale Bank'.
Bij verreweg het meerendeel onzer
aangesloten banken is de aanspra
kelijkheid der leden bij art. 9 harer
statuien als volgt vastgesteld:
„Art. 9. Indien bij gerechtelijke of
buitengerechtelijke vereffening van
den boedel der vereeniging 'blijkt,
dat haar góederen ontoereikend zijn
pm aan hare verbintenissen te vol
doen, zijn zijj, die bij de ontbinding
leden waren of in het jaar daaraan
voorafgaande hebben opgehouden
lid te zijn, verplicht tot dekking van
het tekort en. wel voor gelijke deelen
met dien Verstande, dat zjj ook' ge
zamenlijk voor de betaling van
ieders aandeel in den omslag borg
blijven."
(De hiervan afwijkende regelingen
behandelen wij later wel eens).
Tot goed begrip van de beteekenisl
van dit artikel en ter verkrij(gingf
Van een juist inzicht in de verplich
tingen, welke degenen op zich ne
men, die als leden tot de boerenleen
banken toetreden, willen we trachten
ons eens duidelijk voor oogen te
stellen, wat er gebeuren zal indien
het daarin bepaalde pens werkelijk
hier of daar onverhoopt mocht wor
den toegepast
Gesteld, dat deze of gene boeren
leenbank in zoodanig moeilijke om
standigheden geraakt, dat zij baar
verplichtingen tegenover hare schuld
eischers niet langer kan nakomen,
b.v. bij opvrage van spaargelden,
deze niet kan terugbetalen, zoodat
zij dientengevolge op eigen verzoek,
of wel op dat harer schuldeischers, in
■staat vA.n faillissement wordt ver
klaard. Alsdan volgt gerechtelijke
vereffening van den boedel der ver
eeniging door den curator, onder
toezicht van den rechter-commis
saris.
Buitengerechtelijke vereffening heeft
alleen dan plaats, als men, con
form art. 48 der statuten, tot ontbin
ding der Vereeniging besluit en aan
het Bestuur of aan eene Commissie
de afwikkeling der zaken opdraagt
en deze lasthebbers erin slagen, alles
tot een goed einde te brengen, zon
der hulp Van den sterken arm.
Het eerste, wat bij de vereffening
gebeuren gaat, is het te gelde maken
van alle bezittingen den: bankde
vporschotten en vorderingen in
loopende "rekening worden geïnd, de
waardepapieren, roerende en onroe
rende goederen worden verkocht.
Pas daarna blijkt dat, en met welk
bedrag, de schulden der Vereeniging
hare bezittingen overtreffen.
Indien n.1. de schulden (spaargel
den en credit-saldi in rekening-cou
rant) b.v. f200.000 en de' gereali
seerde vorderingen in totaal slechts
f 180.000 bedragen, staat het vast,
dat er een tekort is van f 20.000.
Voor die f 20.000 nu zijn degenen,
die lid zijn o'pi den'datum, waarop de
vereffening: is' ingegaan, en degenen,
die een jaar te voren op deinzelfden
datum nog lid waren, voor gelijke
deelen aansprakelijk. Als het leden-
register als zoodanig b.v. 100 perso
nen aan'wijst moet ieder van hen
f 200 bijpassen. Het is natuurlijk mo
gelijk, dat de volle f20.000 niet in
vorderbaar blijkt, doordat onder de
leden personen voorkomen, van wie
minder dan f 200 of niets valt te
hallen. Stellen wij dat oninbaar be
drag op f 1000, verdeeld over 20
leden. Dan moeten de 80 ovërige
leden ieder nog f12.50 bijstorten.
Immers de leden zijn gezamenlijk
borg Voor de betaling van ieders
aandeel in den omslag.
De aansprakelijke personen zijn
gehouden tot pnmiddelljjke betaling
Van hun aandeel in den omslag, ter-
wlij ook de kosten van invordering
re hunnen laste komen.
Ofschoon .de vereffening op deze
manier, vooral wanneer sommige
leden niet goedschiks willen aan
zuiveren nog al voeten in de aarde
kan hebben, zoo krijgen toch alle
schuldeischers op den duur het hun
toekomende tot op den laatsten cent,
tenzij in het schier ondenkbare geval,
dat het tekort grooter mocht zijn dan
het gezamenlijke vermogen der leden.
De leden der Centrale Bank. dat
zijn de bij haar aangesloten banken
en enkele personen, hebben tegen
over de schuldeischers der Centrale
de volgende, in art. 8 der tegenwoor
dige statuten omschreven, verplich
ting:
„Indien bij gerechtelijke of buiten
gerechtelijke vereffening van den
boedel der Centrale Bank blijkt, dat
hare goederen ontoereikend zijn, om
aan hare verbintenissen te voldoen,
zijn zij,, die bij de ontbinding leden
waren en zij, wier lidmaatschap in
het jaar daaraan voorafgaande een
einde heeft genomen, verplicht tot
dekkin van het tekort en wel naar
Verhouding' van het aantal aandeelen,
door ieder der betrokkenen geno
men en laatstelijk' in zijn bezit, mtet
dien verstande, dat zij ook gezamen
lijk in dezelfde verhouding voor de
betaling van ieders aapdeel in den
omslag borg blijven.