go
DE RAIFFEISE N-B ODE.
Ik herinner mij hier een ontmoe
ting, die ik eens op reis had vele
jaren geleden al, de man dien het
gold is sinds lang overleden maar
het geval komt mij thans~ nog wel
eens in herinnering. Laat ik het U
even mogen mededeelen. Het was-
in den spoortrein van Utrecht naar
den Haag. Behalve een stelletje
drukke eierhandelaars, die van de
Barneveldscbe markt kwamen, en
haast even luid kakelden als de ge
vederde fabrikanten, wier waren zij
aan de markt brachten, bevond zich
in dezelfde coupé een eenvoudig
landman. Zoo druk als de eierkooplui
waren, zoo stil zat onze landman in
een hoekje gedoken. Plet was een
sympathieke verschijning: forsch en
toch niet onvriendelijk van uitzicht;
maar een trek van bezorgdheid en
verborgen leed deed hem mij met
©enige belangstelling gadeslaan.
Den heelen langen spoorrit had hij
geen woord gesproken, maar even
vóór het uitstappen hoorde ik hem
aan den dichlstbij gezeten koopman
vragen, of hij hem zeggen kon hoe
hij het gemakkelijkst van het station
de laat ons zeggen Parelstraat
kon bereiken, waar de Credietbank
van (al weer gebruiken wij een schuil
naam) Gier en Co. gevestigd was.
Nu begreep ik, wat die trek van
diepe bezorgdheid beteekende. De
landman zat in geldverlegenheid en
was op reis naar een van de vele
instellingen, die voor dergelijke ge
vallen raad weten. Het woord in
stellingen is eigenlijk te mooi want
de heele Bank bestaat gewoonlijk uit
een vunzig vertrek met slecht licht
en krakende stoelen, wat beduimelde
paperassen en een listig sujet, die zijn
argelooze klanten van den wal in
de sloot helpt.
Ik k.on niet nalaten den eenvou-
digen boer op zijde te loopen. Niet
zonder moeite gelukte het een ge
sprek aan te knoopen en vóór de
Parelstraat bereikt was, wist de brave
man, welke hulp hij daar vinden zou.
Ik weet niet of de man er toch
heengezakt is; maar mij komt het
voorval de laatste jaren, nu ik ook
zoo'n beetje bankiertje mag spelen,
wel eens voor den geest. O, neen,
Boerenleenbanken zijn geen liefda
digheidsinstellingen; wie niet eerlijk
en soliede is, vindt bij haar geen
hulp. Doch er kunnen, en dat vooral
onder den kleinen boerenstand, zich
gevallen voordoen van tijdelijke moei
lijkheid. En dan is de plaatselijke
Boerenleenbank juist het best in staat
om te beoordeelen of de ondergrond
der zaak goed is; of met reden ver
wacht kan worden dat de bezwaren
eerlang zullen overwonnen worden;
allicht zijn er dan onder de familie
of vrienden, die de door de Boeren
leenbank volgens de Statuten ge-
eischte zekerheid willen verstrek
ken, en zoo is met wederzijdschen
goeden wil de financieele moeilijk
heid soms te overwinnen. En dit
is dan het groote verschil tus-
schen de Boerenleenbank en de
crediet-instellingen van het type Gier
Co. laatstgenoemde is er op
uit om van de moeilijkheid waarin de
persoon die zich tot hem wendt, zich
bevindt, zooveel mogelijk te profi-
teeren; door hooge provisie-en woe
kerrente en soms nog andere bezwa
rende bepalingen zijn slachtoffer het
laatste restje welvaren af te zuigen
doch de Boerenleenbank berekent
voor den kleinen en voor den groo-
ten man precies dezelfde zeer matige
provisie en rente, maakt de voor
waarden van aflossing zoo gemak
kelijk mogelijk, de B.L. streeft er
naar om binnen de grenzen harer
statuaire bevoegdheid hare leden te
helpen
Doch we zijn met ons uitstapje in
den Haagschen trein wel een weinig
van de getallen onzer jaarrekening,
die we immers zouden toelichten, af
gedwaald. Wat niet zeggen wil, dat
het er geen verband mee hield. Wie
onze illustratie goed begrepen heeft,
zal er juist in gezien hebben een
van de zeer belangrijke zoo niet de
belangrijkste reden, waarom de Boe
renleenbanken mogen heeten zeer
nuttige maatschappelijke instellingen.
En nu we toch zijn aangeland bij
het wat we zouden willen noemen
het principiëele nut der B.L. nu
staat ge ons wellicht toe, dat we
nóg even die groote getallen onzer
Rekening en Balans laten rusten, om
op onze illustratie van daareven de
pendent te geven.
En dan is het geen bedrukt boertje
in den hoek eener 3e klas coupé ge
doken, op reis naar het woekerhol
van Gièr Co., doch.dan stellen
we ons voor een ouderwetschen land
man, die het goed gegaan is in zijn
bedrijf, en die bezig is voor zijn
ouden dag de schaapjes op het droge
te brengen. Volstrekt geen over
bodige weelde voor onzen boereu-
stand, die niet met premie-vrij staats
pensioen begiftigd wordt; doch moet
probeeren zichzelf te helpen.
Het is nog niet zoolang geleden
in den onzaligen distributie-tijd, dat
de boeren voor aan de regeering ge
leverde producten hun geld bij deze
of gene Bank konden halen. En zoo
zagen wij dézen welgedanen land
man op zekeren dag ook op een
kantoor, -dat zich als tusschenscha-
kel met de uitbetaling dezer cheques
belastte. We noemen maar weder
geen namen, doch zullen dit effectên-
bankje met uw goedvinden betitelen
als firma Visser Co.
De naam is dan ook wèer zoo'n
beetje toepasselijk op de affaire.
Nu Visser Co. zijn ook niet van
gisteren, en het was aardig om te
zien hoe voorkomend onze landman,
die toch eenvoudig maar kwam om
de centen voor zijn geleverde piepers,
werd ontvangen. Een hartelijke
handdruk, een goede stoel, een fijne
sigaar en in minder dan geen tijd
zagen we den chef de bureau in een
allergezelligst onderhoud met onzen
landman gewikkeld.
Het is verbazend, zooveel belang
als dat hooggeboorde heertje in Land
bouwzaken stelt. Paarden, koeien,
varkens, schapen, gras, hooi, klaver...
het is hem alles even belangwek
kend, al betwijfelen wij of hij wel
ooit een koe dichtbij gezien heeft,
dan mogelijk 's middags een stukje
op zijn bord.
En hoe gemakkelijk, weet hij van
het eene onderwerp op het andere
over te springen. Daar is hij zoowaar
in eens uit de Hollandsche weide
overgewipt bij de Russische fles-
schentrekkersbende, ,die zich Bolsje
wisten noemen. Vandaar naar Oos
tenrijk is maar een hanentree ook
al een miserable boel. Nu onze land
man is daar financiëel niet veel bij
geïntresseerdslechts een paar stuk
jes Weenen-Warschau, die lrij eens
van een oude tante heeft geërfd, doch