Uit onze Boerenleenbanken. DE RAIFFËISEN-BODE. 75 tantie en voor de onder 2e bedoelde uitbetalingen van voorschotten een schuldbekentenis is afg|ege\e.i. 3. Geldaanvragen en verzoeken tot overschrijving van gelden,'gericht tot de Coöperatieve Centrale Boe renleenbank, benevens alle andere stukken, waardoor de Boerenleen bank verbonden wordt, moeten gëtee- kend worden door den directeur en een bestuurslid. 4. Kwitantiën voor gelden, van de Coöperatieve Centrale Boerenleen bank ontvangen, worden geteekend dooi' den kassier. De bevoegdheden van den kassier, inzake het geven van kwijtingen zijn dus bij de Eindhovensche banken in statuten zelf vastgelegd, terwijl zij bij onze banken bij afzonderlijke schrif telijke volmacht door het Bestuur 1 moeten worden geregeld, derhalve ook telkens kunnen worden uitge breid of ingekrompen en aangepast aan de speciale behoeften van iedere bank afzonderlijk. DE POSTCHEQUE EN GIRO DIENST. In het Augustus-nummer 1920 schreven wij o. a. het navolgende: Brengt men nu voor de Cen trale geld bij de post, dan vloeit dit onmiddellijk in de kas der Centrale. Het bewijs, dat men van de post krijgt, staat gelijk met een deposito- bewijs van de Centrale zelf. Aan dat stortingsbewijs, door de post afge geven, heeft men dus voldoende, behalve dan, dat de post niet zelf uitmaakt, wanneer men bij de Cen trale voor dat gestort bedrag wordt tegoed geschreven (gecrediteerd) en wanneer de rente over het gestort bedrag begint te loopen (de datum der valuta) ingaat. Dat is dus het eenige, wat nog door de Centrale Bank moet worden medegedeeld. En hoe kan de Centrale Bank dat nu bepalen? Hierdoor: elke kassier, die op onze postrekening stort, ge bruikt daartoe het bekende ook bij de Centrale verkrijgbaar for mulier. Hij vult dat op de gewone wijze in en stelt op de achterzijde van de linkerstrook, den naam van de betrokken boerenleenbank en den datum van storting. Die linkerstrook wordt door de posterijen aan de Cen trale toegezonden en deze vindt dus aan de achterzijde de noodige gege vens, om uit te maken, wanneer de rente zal ingaan. De rente gaat in den tweeden werkdag na den dag van storting. Onze berichtkaarten, waarop is aangegeven, wanneer de valuta in gaat, zijn dus geene deposito-bewij zen. Imers als gezegd: het stor tingsbewijs, dat men van de post terugkrijgt, vervult den rol van het deposito-bewijs. Die briefkaarten zijn alleen maar van belang, om de valuta te weten en overeenkomstige boe king van Centrale en boerenleenbank te verkrijgen. (Controle-middel). Daarom behoeft men ook niet ang stig naar zulk eene briefkaart uit te zien en, als die niet gauw genoeg komt, de Centrale op te bellen met de vraag, of de poststorting wel ont vangen is. Immers als dat geld op 't post- of hulppostkantoor ontvangen is, zit die storting al in de kas der Centrale zelf, daar de posterijen met dit kas- gedeelte der Centrale zijn belast. De berichtkaarten kunnen niet zoo vlug verzonden worden, omdat de post ons eerst de kennisgeving der storting moet toezenden en voorts worden die kaarten door ons wel eenige dagen opgehouden om port uit te sparen. Tot dusver bedoeld artikeltje. En nu is de port alweer hooger ge worden. Op een briefkaart moet 71/2 cent. Waar nu inderdaad de berichtkaar ten zonder eenige waarde zijn, zullen wij ze met ingang van 1 April a. s. niet meer verzenden. De kassiers kunnen de valuta van elke poststorting zelf nagaan. Den tweeden werkdag na de storting gaat de rente in. (Valt er dus een Zon- of feestdag tusschen, dan telt deze niet mede). Door de afschaffing van bedoelde berichtkaarten spaart de Centrale per jaar ongeveer f 1000.aan port uit, behalve nog het drukloon der kaarten. De kassiers willen er wel om den ken, dat zij op de achterzijde van de linkerstrook der poststortingsbe- wijzen duidelijk den naam hunner boerenleenbank en den datum der storting vermelden. KWEEKERSCREDIET. Die banken, welke met aanvragen om z.g.n. kweekerscrediet te maken hebben, willen er wel om denken, dat het rapport der bank, op de aan vraagformulieren voorkomende, aan duidelijkheid niets te wenschen laat. Er moet óf afwijzend óf toewij zend zijn. Wij memoreeren hier nog, dat de Regeeringscommissie geene afwijkin gen van de bekende „Algemeene Be palingen" toelaat. Voor zoover wij de zaak nu kunnen beoordeelen, achten wij, dat in vele gevallen een z.g.n. crediet in loo- pende rekening beter zou voldoen dan een voorschot. Sommelsdijk, 21 Febr. 1921. De redactie van „De Raif- feisen-Bode" te Utrecht. M., Gelieve deze regelen in „De Raif- feisen-Bode op te nemen. Verleden jaar zijn er verschillende ingezonden stukken in „De Raiffei- sen-Bode" verschenen over de borg stellingen van de kassiers. Vele nut tige en goede wenken zijn gegeven, hoe of die zaak op te lossen was, zoodat bij eventueele tekorten door handelingen van de kassiers ontstaan geen beroep meer behoefde gedaan te worden op steun en ook geen par ticulieren het slachtoffer meer wor den van hun goedwilligheid om alss borg op te treden. Wordt door de Centrale Bank aan deze zaak nog steeds gewerkt óf is alles reeds geregeld, zoodat niemand meer schade behoeft te lijden dan door eigen schuld? Tevens zou ik U wel eens willen vragen of. het niet op den weg ligt van de Centrale Bank om de rente voor déposito-obligatiën van 4 pet. te verhoogen, daar het toch niet aan gaat, dat bij zoo'n instelling de leden op die manier schade lijden. Hoogachtend, J. JOPPE. ANTWOORD REDACTIE. Wat het eerste punt betreft, kunnen wij mededeelen, dat bij de eerstvol gende statutenwijziging der Centrale Bank de oprichting van een of meer verzekering-fondsen wordt mogelijk gemaakt. De uitwerking zal dus vol gen, nadat er eerst in beginsel toe is besloten. Over het andere punt werd reeds in een der laatste Raiffeisen-Bode's gehandeld. Broek in Waterl., 3 Mrt. 192:1 De Redactie van „De Raif- feisen-Bode", Utrecht. Geachte Redaktie, Mag ik U zeer beleefd verzoeken het hieronder volgende in het eerst komende nummer van Uw Bode op te nemen? Bij voorbaat U hartelijk dankend, Hoogachtend, Uw dw., C. UITENTUIS.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1921 | | pagina 3