74 DE RAIFFEISE N-B ODE. Friesch - Hollandsche Hypotheek bank en is gevestigd te Sneek. In ons artikeltje werd ten onrechte die circulaire aan de Friesch-Gro- ningsche Hypotheekbank toege schreven. Deze vergissing willen wij bij dezen hefstellen, zulks onder opmerking dat laatstgemelde hypotheekbank een van de oudste en grootste instellin gen is, terwijl de Friesch-Holland sche nog van zeer jongen datum is. VERKEERDE BEPALINGEN. II. Artikel 25 der Coöp. Boerenleen bank te S., luidt als voligli „Kwitantiën voor sommen tot honderd gulden worden geteekend door den kassier, tenzij de inleg ger de mede-onderteekening vor dert» van den directeur. Kwitan tiën voor grootere sommen hebben geen bindende kracht, tenzij onder teekend, behalve door den kas sier, en minstens één bestuurslid. Kwitantiën voor de terugbetaling van voorschotten worden getee kend door den kassier. Wie daar mede niet tevreden is kan de mede- onderteekening van den directeur vragen." De toepassing) van dit ariiikel, .het welk ongetwijfeld nog in de Statuten van meerdere banken voorkomt, zou inderdaad een uitmuntend controle middel zijn op de verrichtingen van den kassier, maar leidt in de prak tijk tot schier onoverkomelijke moei lijkheden. De Directeur, in casu de Voorziitcr van hel Bestiuur, zoude bij iedere zitting tegenwoordig moeten zijn, teneinde door zijne handteeke- ning alle kwijtingen in de spaarboek jes of in de boekjes voor loopende rekening boven f 100 en zelfs daar beneden, wanneer zulks gevorderd wordt, bindende kracht te verleenen. Het gevolg dezer bepaling zal dan ook wel zijn, dat de rekeninghouders voor de meeste hunner stortingen be wijzen ontvangen, waaraan zij rech tens'niets .hebben, bewijzen, welke n.1. alleen de handteekening dragen van den kassier. Dat de menschen met die bewijzen tevreden zijn, is eens deels hieraan toe te schrijven, dat er zich, tot d|us!ver allhans, geen practische moeilijkheden dientenge volge hebben voorgedaan en ander deels aan onbekendheid met boven staande bepaling. Maar het gaat toch niet aan, om, zij het dan ook te goeder trouw de klanten der bank met .kwitanlie's af te schepen, wélke voor de bank geen bindende kracht Floo vrvm 1 - hr>t ^1 noodzakelijk, dat de moeilijkheid door statutenwijziging wordt opge heven. Zooals de Coöperatie-Wet voor schrijft, vertegenwoordigt het Be- siuur de Coöperatieve Vereeniging, in en buiten rechten. De Coöperatieve Boerenleenbank wordt dus verbonden door haar Be stuur, maar de statuten kunnen aan het bestuur de bevoegdheid verlee nen een of meer zijner leden of wel den kassier machtiging te verleenen om steeds of in bepaalde gevallen namens hun college de vereeniging te verbinden. De handteekening van die bestuursleden of van den kassier treedt dan in de. plaats van en heeft voor de bank dezelfde bindende kracht als de handteekeningen van alle bestuursleden tezamen, of van het bestuurscollege in zijn geheel. Om de boerenleenbank te verbin den behoeven nimmer alle bestuurs leden die verbintenis te onderteeke nen. Volgens art. 24 van de Coöpe ratieve Boerenleenbank te S. (een der oudste banken) teekent de direc-; teur met één bestuurslid alle stuk ken voor en namens de Vereeniging; dc statuten der latere banken bepa len, dat de Vereeniging wordt ver bonden door de handteekening van twee bestuursleden, onverschillig welke functie zij in het Bestuur be- kleeden. Wijl het echter in de prak tijk niet doenlijk is, dat steeds een tweetal bestuursleden iedere verbin tenis onderteekenen geven de tegen woordige statuten aan het Bestuur vrijheid om den kassier als ig;emach- i ig.de van het Bestuur te dloen op treden. Art. 16 der huidige model-statuten Luidt als voligit„Het bestuur verte genwoordigt de vereeniging in en buiten rechten. Om de vereeniging te verbinden, wordt de handteekening van minstens twee bestuursleden gevorderd. Het Bgstuur is bevoegd den kassier schriftelijk te machtigen namens de vereeniging te teekenen voor ont vangst van geïnde gelden en voor hetgeen dit verder hem mocht op dragen. De kassier is voor die handelingen verantwoordelijk tegenover, het Be stuur." In den regel wordt het derde lid van bovenstaand artikel aldus toege past, dat de kassier volmacht krijgt om alle stortingen; inlagen in de spaarbank, algeheele of gedeeltelijke terugbetalingen van voorschotten, stortingen in rekening-courant, rente betalingen enz. te kwiteeren. Aangezien de rekeninghouders dan steeds onmiddellijk een volledig bewijs van de bank in handen heb- j i 1 i_ curatie aan eene coulante afdoening van zaken zeer bevorderlijk. Het spreekt echter van zelf, dat het Bestuur dientengevolge een groot vertrouwen schenkt aan den kassier, wiens verantwoordelijkheid daardoor zeer groot wordt. Het Bestuur is wel bevoegd, maar natuurlijk niet verplicht zulk een uit gebreide volmacht aan den kassier te verleenen, het kan die ook beperken door grenzen te stellen aan de be dragen, waarvoor de kassier kwijting geven mag. Alsdan zal de schrifte lijke machtiging de grootte der be dragen moeten inhouden. Bij de Eindhovensche boerenleen banken, welke thans alle gelijklui dende statuten hebben aangenomen wordt de bevoegdheid van den kas sier bij de statuten zelf geregeld. Wij vinden daaromtrent de vol gende bepalingen Art. 24. Het Bestuur vertegen woordigt de Boerenleenbank in en buiten rechten. Alle stukken van de Boerenleenbank uiigiaande, worden door den directeur en een bestuurslid geteekend, behoudens het bepaalde bij art. 25. Art. 25 I. Alle ontvangsten door de Boerenleenbank waaronder be grepen worden ie. inlagen van spaargelden; 2e. terugbetalingen van voor schotten; 3e. stortingen in loopende reke ning door de leden; 4e. betalingen en bijschrijvingen van rente en provisie door de Boe renleenbank te vorderen, worden in de desbetreffende boekjes bekrach tigd door de handteekening van den kassier, indien zij het bedrag van f 2000 niet te boven gaan, en dooi de handteekeningen van den kassier en een der leden van het bestuur, in dien zij grooter zijn dan f 2000. Meerdere stortingen op eenzelfden dag, door een persoon gedaan en tezamen het bedrag van f 2000 over treffend, worden beschouwd als één storting. 1 2. Alle betalingen door de Boe renleenbank, waaronder begrepen worden: ie. terugbetalingen van spaar gelden; 2e. uitbetalingen van voor schotten; 3e. betalingen in loopende reke ning aan leden; 4e. betalingen en bijschrijvingen van rente, door de Boerenleenbank verschuldigd, worden in de desbe treffende boekjes door de handtee kening van den kassier bekrachtigd, nadat door den betrokken inlegger, voorschotnemer of loopende reke ning-houder voor de onder ie, 3e

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1921 | | pagina 2