OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT.
Bericht.
Redactioneel gedeelte.
De postcheque- en
girodienst.
AUGUSTUS 1920
Zesde Jaargang
De Raiffeisen-Bode
Verschijnt den eersten van
iedere maand
Abonnement f 0.50 per jaar
Losse nummers 10 Cent.
franco per poat.
Redactie en Administratie
DRIFT 13, UTRECHT.
Teleph. interc. No. 1705.
Inhoud ven dit nummer:
INHOUD, a. Bericht. b. Re
dactioneel gedeelteiDe postche
que- en girodienst; 2. Opzegging van
het lidmaatschap eener Coöperatieve
Vereeniging; 3. Wat bij de inspectie
blijkt. 4. Bestuur der Ringen van
Boerenleenbanken. c. Uit onze
boerenleenbanken: Ingezonden door
Kassier (met noot Redactie); Inge
zonden door L. (met antw. Redactie)
Ingezonden door ,,Een kassier".
d. Advertentiën.
Bij de Centrale Bank zijn ver
krijgbaar gesteld boekjes, inhou
dende 25 deposito-biljetten, af te
geven voor gelden, voor eenigen tijd
vast bij de boerenleenbank gedepo
neerd (form. 7a) en idem voor gel
den, gedeponeerd met een opzeg
termijn van 3 of 6 maanden (form.
7b). (Zie artikel vorig nummer).
Hoewel de Centrale eene postre
kening heeft, zijn er nog altijd en
kele boerenleenbanken, die hare gel
den in matura aan de Centrale Bank
toezenden.
Wij begrijpen niet, waarom ze dit
nog doen.
Immers is men door eenvoudig op
de rekening der Centrale te storten,
van den last af, serie en nummer
der biljetten te noteeren, brieven te
lakken, enz. Bovendien is men goed
koop uit, doordat voor elke storting,
onverschillig tot welk bedrag, slechts
5 cent verschuldigd is.
Ten slotte nog is er aan alle ver
zending risico verbonden, terwijl bij
storting op onze rekening risico van
niet of geschonden overkomst is uit
gesloten.
Men stelle zich de zaak juist voor.
De Centrale is rekeninghoudster
d.w.z. zij heeft als het ware bij elk
postkantoor en zelfs bij elk hulp
postkantoor een kas.
Brengt men nu voor de Centrale
geld bij de post, dan vloeit dit on
middellijk in de kas der Centrale.
Het bewijs, -dat men van de post
krijgt, staat gelijk met een deposito-
bewijs van de Centrale zelf. Aan dat
stortingsbewijs, door de post afge
geven, heeft men dus voldoende, be
halve dan, dat de post niet zelf uit
maakt, wanneer men bij de Centrale
voor dat gestort bedrag wordt tegoed
geschreven (gecrediteerd) en wan
neer de rente over het gestort bedrag
begint te loopen (de datum der va
luta) ingaat.
Dat is dus het eenige, wat nog
door de Centrale Bank moet worden
medegedeeld.
En hoe kan de Centrale Bank dat
nu bepalen? Hierdoor: elke kas
sier, die op onze postrekening stort,
gebruikt daartoe het bekende ook
bij de Centrale verkrijgbaar for
mulier. Hij vult dat op de gewone
wijze in en stelt op de achterzijde
van de linkerstrook den naam van
de betrokken boerenleenbank enden
datum van storting. Die linkerstrook
wordt door de posterijen aan de
Centrale toegezonden, en deze vindt
dus aan de achterzijde de noodige
gegevens, om uit te maken, wanneer
de rente zal ingaan.
De Centrale crediteert de banken
één dag na dien, waarop de storting
heeft plaats gehad en de rente gaat
dan een dag, nadat die banken er
voor tegoed geschreven zijn, in. Dus
den tweeden dag na de storting be
gint het gestort bedrag rente te
geven. (Evenals bij zendingen per
aangeteekenden brief.)
Onze berichtkaarten, waarop is
aangegeven, wanneer de valuta in
gaat, zijn dus geene deposito-bewij
zen. Immers als gezegd: het stor
tingsbewijs, dat men van de post
terugkrijgt, vervult den rol van het
deposito-bewijs. Die briefkaarten zijn
alleen maar van belang, om de valuta
te weten en overeenkomstige boe
king van Centrale .en boerenleenbank
te verkrijgen.
Daarom behoeft men ook niet
angstig naar zulk eene briefkaart uit
te zien en, als die niet gauw genoeg'
komt, de Centrale op te bellen met
de vraag, of de poststorting wel ont
vangen is.
Immers als dat geld op't post-of
hulppostkantoor ontvangen is, zit die
storting al in de kas der Centrale
zelf/daar de posterijen met dit kas-
gedeelte der Centrale zijn belast.
De berichtkaarten kurinen niet zoo
vlug verzonden worden, omdat de
post ons eerst de kennisgeving der
storting moet toezenden en voorts
Worden die kaarten ons wel eenige
dagen opgehouden om port uit te
sparen.
De port van brieven is verhoogd
en wordt nog hooger. Öm op die
port nu zooveel mogelijk te bezuini
gen, voegen we die kaarten veelal
bij in de te verzenden brieven. Dat
is voordeelig voor de Centrale en
niet schadelijk (zelfs vrijwel onver
schillig) voor de boerenleenbanken.
En nu nog iets anders. Er zijn
boerenleenbanken, die ook zelf eene
postrekening openen en dan wen-
schen, dat de Centrale de aange
vraagde gelden in voorkomende ge
vallen op de rekening der boeren
leenbank overschrijft.
Dit kan wel, maar heeft voor de
boerenleenbanken bezwaar.
Immers kan de post vier dagen
speling nemen, vóór ze zulk een be
drag aan de boerenleenbank uitbe
taalt en op kleine plaatsen komt
dat herhaaldelijk voor, daar de schat
kist van hulpkantoren veelal niet vol
doende voorzien is terwijl men
dan ook niet op de betaling in de
vereischte coupure's kan rekenen.
De tegenwoordige regeling biedt
dus, als boven uiteengezet, vele voor-
deelen en b ij n a alle boerenleenban
ken hebben dit ingezien. We zouden
wenschen, dat alle boerenleenbanken
zoo 'handelden en zij zullen er wel
toe moeten komen, daar voor de
enkelen toch niet een duur verzeke
ringscontract voor geldzendingen van
de boerenleenbanken naar de Cen
trale kan blijven loopen.
De Centrale is dan ook van plan,