Spaarinlagen bij de
Boerenleenbanken.
HE RAIFFEISEN-BODË.
de boerenleenbank daardoor telken
jare over grooter bedragen moet
kunnen beschikken. Zeer zeker jui
chen wij dien gestadigen bloei van
harte toe en daartegen bestaat ook
niet het minste bezwaar, doch om
voort te kunnen gaan moet een an
deren weg gevolgd worden dan die
nu betreden wordt.
Het denkbeeld, dat de Centrale
een vruchtboom is, die zich voort
durend met succes laat schudden, is
zeker geen werkelijkheid. Eene in
stelling, al had zij zelfs millioenen
eigen kapitaal, zou zulk eene bewer
king niet kunnen verdragen. Aan
alles komt een einde en daarom
mogen de boerenleenbanken niet
voortgaan op den weg, steeds hoo-
gere credieten aan te vragen, temeer
nog, waar zij als boven aangegeven,
dit crediet binnen afzienbaren tijd
niet kunnen aflossen. Evenals ieder
goedgeaard huisvader niet meer mag
uitgeven, dan zijn inkomen, mag de
boerenleenbank ook geen verplich
tingen op zich nemen, die boven
haar krachten gaan.
Natuurlijk stelt men ons de vraag,
waar en lioe moet de boerenleenbank
de middelen vinden, welke zij noodig
heeft.
Voorop stellen wij, zooals boven
aangegeven, dat het crediet der Cen
trale moet worden beschouwd als
achterdeur, dat van dit crediet alleen
dus in uiterste noodzakelijkheid dient
te worden gebruik gemaakt. De gel
den, welke eene boerenleenbank noo
dig heeft, dienen te worden gevonden
in eigen omgeving en daartoe dient
de rente -voor spaargelden zoodanig
verhoogd te worden, totdat vol
doende middelen worden gevonden.
De rente der voorschotten zal hier
mede in dezelfde verhouding moeten
stijgen. Ongetwijfeld zal deze hier
door hooger worden dan-tot nu toe
het geval is, doch zeker onder het
percentage blijven, dat commercieele
banken in rekening brengen. De
hoogere dépositorente komt ten goede
der leden.
Gedurende den oorlog zijn vele
gelden bij de boerenleenbanken be
legd. Sommigen verkeerden toen in
de meening, dat dit spaargeld was
en soms zelfs als z.g.n. vast spaar
geld kon worden beschouwd. Hoe
geheel anders is dat uitgevallen. Im
mers nu de bedrijven weer in gang
worden gezet, worden vele en groote
bedragen teruggenomen. Het geld is
weer noodig voor het bedrijf en waar
nagenoeg alle landbouwbenoodigd-
heden zooveel duurder zijn dan voor
heen, worden talrijke en vrij groote
credieten door de landbouwers hij
hunne boerenleenbanken aange
vraagd. (Wij laten hier nu andere
oorzaken van geldopvrage enz. bui
ten beschouwing.)
Willen die boerenleenbanken in
staat zijn, aan al die behoeften te
voldoen en op den duur te blijven
voldoen, dan zullen ze moeten trach
ten steeds en steeds meer spaargeld
tot zich te trekken, niet alleen uit
landbouwkringen en uit den kring
der leden, maar ook van personen
daarbuiten.
Naar onze opvatting neemt het be
drag aan werkelijk spaargeld, bij de
boerenleenbanken gedeponeerd, nog
niet in die mate toe, als wel mocht
worden verwacht. Immers mag toch
zonder overdrijving wel worden ge
zegd, dat onze banken nu eene ge
vestigde reputatie hebben en op tal
van plaatsen zelfs als instellingen van
beteekenis mogen worden aange
merkt.
Ook is hare soliditeit boven allen
twijfel verheven en geeft zij voorts
belangrijk hoogere rente dan b.v. de
Rijkspostspaarbank, die nog steeds
de groote massa der spaargelden tot
zich blijft trekken.
Nu is natuurlijk de landbouwer in
de allereerste plaats geroepen, de
boerenleenbank ook door zijne spaar
gelden te steunen, daar het zijne in
stelling is en die gelden in het land
bouwbedrijf worden aangewend. Maar
ook naar buiten moet hiervoor pro
paganda worden gemaakt.
De boerenleenbank heeft groote
behoefte aan spaargeld, omdat zij
daardoor in staat wordt gesteld, zich
als credietbank (leenbank) ten volle
te ontplooiep.
Doch niet alleen de boerenleen
bank zelf zal daar de voordeelen van
plukken, maar ook onze geheele
organisatie zal daardoor worden ge
baat.
Immers zal de Centrale door toe
vloeiing van depots ook in staat zijn,
credieten toe te kennen en te hand
haven.
Zij moet het ook hebben van de
boerenleenbanken, waar zij in zich
zelf niet de middelen heeft, aan de
behoeften te voldoen.
Over dat crediet wordt elders in
dit nummer gehandeld. Wij volstaan
dus hier met er op te wijzen, dat het
crediet, door de Centrale toegekend,
hoofdzakelijk het karakter draagt van
een fonds, dat tijdelijk kan worden
aangesproken, b.v. bij onverwacht
opvragen van spaargelden.
Dan kan, ook in die omstandig
heden, het bedrijf „loopend" worden
gehouden.
Immers zal zelfs bij het verleenen
van zuiver bedrijfscrediet, de moge
lijkheid blijven bestaan, dat de kas
der boerenleenbank op een gegeven
oogenblik niet voldoende toereikend
is, om aan plotselinge opvraging van
spaargelden tot hoog bedrag weer
stand te kunnen bieden.
Door het crediet, geopend door de
Centrale Bank, zal dan z.g.n. „vast-
loopen", wat het vertrouwen, in de
boerenleenbank gesteld, in bedenke
lijke mate zou schokken, worden
voorkomen.
Het crediet der Centrale dient dus,
om aan bet bedrijf der plaatselijke
bank meerdere vastheid te geven.
Maar de ondergrond moet gevon
den worden in de spaargelden. Dat
is het werkkapitaal.
En nu moet dat werkkapitaal zoo
hoog mogelijk worden opgevoerd.
Als een van de middelen daartoe
kan ook in aanmerking komen het
openen van de gelegenheid, om tegen
eenige meerdere rente geld voor éen
vasten termijn uit te zetten, b.v. voor
een jaar vast.
(Zooals bekend, vergoedt de Cen
trale voor dergelijke bedragen, na
i Juli j.1. haar toevertrouwd, eene
rente van 41/4 o/0. Voor zoover de
boerenleenbanken dus voor dergelijk
vast geld niet zelve voldoende em
plooi hebben, kan dit bij de Centrale
vast worden uitgezet.
Het uitgeven van spaarboekjes
voor dergelijke- bedragen is o.i. niet
zoo practisch als bet geven van depo
sito-biljetten. Op deze laatste is 10
cents zegel verschuldigd.
Ze zouden aldus kunnen worden
ingericht
(Mode 1.)
Coöperatieve Boerenleenbank
te
Deposito-Biljet no.
Ontvangen van
wonende te
de som van:
k °/o rente 'sjaars voor
vast. Dit bedrag met de rente is
alzoo opeischbaar op 19
van af welken datum bij niet-opvra-
ging 0/0 rente wordt vergoed.
De terugbetaling geschiedt tegen
intrekking van dit biljet.
Zegge f
den 19
Coöperatieve Boerenleenbank