DE RAIFFEISEN-BODE.
95
op te nemen (zooals elders), is; in
het geldelijk verkeer en de te be
palen rente, een behoorlijke vrijheid
verkregen. Want natuurlijk zal iedere
bank vrij moeten blijven in het vast
stellen van hare rentes, daar deze
het nauwst samenhangen met eigen
geldvoorraad of -gebrek en U toch
de teugels houdt in de renteSj welke
U vergoedt of vraagt en U die teu
gels het meest spant in het crediet,
door U verleend. Dat dit crediet
veelal te klein is, ondervindt menige
bank en méér dan door weigeren van
dispensaties bindt U de gesties der
banken door het crediet in verge
lijking met den omzet binnen
veel te enge grenzen te houden. Wer
den ook nog de rentes door U be
paald, dan bleef van de zelfstandig
heid eenvoudig niets meer over, al
begrijp ik heel goed, dat U in dat
geval in de eerste plaats de hooge
debet-rente der Zuivelbank nader
zondt willen beschouwen. Alle coöp.
boerenleenbanken en dus óók de
Zuivelbank, zouden zeker bedanken
voor de eer, enkel plaatselijke uit
voerders van door Utrecht te distri-
bueeren bepalingen te zijn.
Nu de inzender evenwel in de
dichtregelen van Vader Cats de on
derlinge concurrentie ter overden
king aan de boerenleenbanken aan
biedt, kan het volgende niet langer
ongeschreven blijven, hoe dikwerf
hetzelfde ook reeds vroeger gedreigd
had, uit de pen te vloeien.
Naar ik meen, is de Zuivelbank
indertijd opgericht door denwensch,
vooral der Coöp. Zuivelfabrieken, om
een eigen en vertrouwd kassier te
mogen verkrijgen. Ik weet zeer be
slist, dat de Zuivelbank zich toen
bij het publiek introduceerde met de
mededeeling, dat zij de groote land
bouwinstellingen zou financieren en
particulieren, die ongeschikt woon
den, ten opzichte van boerenleenban
ken ook bij haar terecht konden. Ik
meen, dat deze introduceerende stel
ling ook thans nog bij officieele ge
legenheden als paradepaard wordt
tentoongesteld.
En de praktijk? Ieder, die geld
brengt bij de Zuivelbank, is welkom
en wanneer hij als woonplaats op
geeft de allernaaste omgeving van
een boerenleenbank, dan wordt zijn
geld even gaarne aangenomen, als
wanneer hij in Nergenshuizen ver
blijf hield. Ik hoor, dat bestuursleden
van boerenleenbanken eigen zaken
óók bij de Zuivelbank verrichten, ook
dat die inleggers, in hun qualiteit
bij de Zuivelbank bekend zijn en
toch zijn hun gelden der Zujveïbank
welkom.
Ik heb meermalen met uw inspec
teur overwogen of U hieraan niets
zoudt kunnen doen, en deze meende,
dat Uw eenig machtsmiddel bestond
in het opzeggen van het crediet. Ik
begrijp, dat U hiertoe niet kunt over
gaan om dergelijke redenen, maar
waar de Heer Kuperus de banken
nog meer aan banden wenscht te
zien gelegd, daar steke hij eerst zijn
hand in eigen boezem en vrage zich
af, of de aangehaalde dichtregelen
niet juist op de Zuivelbank van toe
passing zijn als de meest centraal
gelegen slokop van Friesland's; coö
peratieve boerenleenbanken.
Bovendien hoop ik, dat U wilt
overwegen of U aan de credietbe-
hoefte van de banken in veel ruimer
mate dan thans kunt tegemoet ko
men en of U ook middelen weet, om
de Zuivelbank te helpen terug te
keeren binnen de heusch niet enge
grenzen, welke bij haar oprichting
zijn vastgesteld en nu nog het pu
bliek worden verkondigd.
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
B. BUIS,
Kassier C.B.L.B. Wans,werd.
NOOT RED. Ter voorkoming
van misverstand zij hier medege
deeld, Idat de Centrale wel dispen-
satie's heeft verleend voor bet af
sluiten van tijdelijke kasgeldleenin-
gen aan Gemeenten, doch nooit heeft
toegestaan, dat deze als lid werden
aangenomen.
Voorts merken wij op, dat de boe
renleenbanken o.i. over de haar toe
gekende credieten niet te klagen
hebben. Zoo «enigszins mogelijk
en bijna steeds worden de aange
vraagde credieten toegestaan, zoodat
er meer reden zou zijn voor de vraag,
of de Centrale, die geen eigen geld
bezit, met het oog op hare eigen
financiën niet te ruim van opvatting
is zoolang de banken zooveel gelden
aan gemeenten en andere instellingen
en personen uitleenen, dan wel of
zij steeds aan alle aanvragen voldoet.
Vergadering van den Ring „Hoog-
karspel" op 12 Mei 1920 in
de „Roskam" te Hoorn.
Aanwezig 9 banken door 14 per
sonen.
Voorzitter: S. Kuiper Bzn.; Secre
taris: j. Ebels.
Na opening en notulen volgt de
mededeeling, dat zicli sedert de
vorige vergadering hebben aangeslo
ten de banken te Sijbecarspel en
Wervershoof.
De rekening en verantwoording
over 1919 van den vorig en penning
meester, den heer Maas, wordt nage
zien en in orde bevonden. Zij wordt
vastgesteld in ontvangsten op f3i,70rj
en in uitgaven op f15.50, zoodat er
een batig saldo in kas is van f i6,205.
De beschrijvingsbrief voor de alge-
meene vergadering op 26 Mei e.k.
geeft aanleiding tot de vraag, of 't
wel gewenscht is, dat de secretaris
van 't Bestuur der C. B. niet in
Utrecht maar in Den Haag woont,
terwijl de vacature Van Wichen ge
legenheid geeft om te betoogen, dat
in deze vacature een persoon uit
Noord-Holland diende te worden ge
kozen. Verder werd opgemerkt, dat
na bestrijding uit de winst van een
koersverlies ad f236.000.nog een
winst overbleef van f65.000.waar
om het niet onmogelijk leek de bij
dragen der locale banken, totaal
f 36.064,72, te verminderen. Deze
punten zullen aan het Bestuur der
C. B. ter overweging worden aange
boden, des noodig op de algemeene
vergadering ter sprake gebracht.
Als bestuurslid wordt herkozen de
heer K. Water Czn. te Blokker, die
de benoeming aanneemt.
De voorzitter houdt een inleidende
bespreking over „Het salaris van den
Kassier". Spreker constateert, dat dit
salaris laag, te laag is, zelfs afge
scheiden van de waardevermindering
van 't geld: keurt af verschillen, de
methodes om tot bepaling van dit
salaris te komen; meent, dat de
kassier geen belang moet hebben bij
elke vergrooting van den omzet.
Waarom, vraagt spr., moet de kassier
een onevenredig groot deel, het leeu
wendeel bijdragen voor de reserve
vorming door zijn gratis geleverd-en
arbeid? Waarom moeten onze kin
deren profiteeren van zijn onbetaald
werk? Nagaande de practijk bij de
'bank te Enkhuizen, die een niet karig
noch overdreven salaris uitkeert, komt
spr. tot de conclusie, dat het aantal
dagboekposten de eenig goede,
maatstaf is. 't Salaris in Enkhuizen
bedraagt ongeveer f 77.— per 100
dagboekposten. Dit is een billijk be
drag, dat vermeerderd dient met wat
den kassier toekomt voor extra be
moeiingen. Over dit onderwerp ont
staat een breedvoerige en geani
meerde discussie. Niemand valt de
conclusie aan. 't Blijkt, dat enkele
aangesloten banken den gestelden
norm bereiken, een paar die over
schrijden, de meeste er beneden,
soms ver beneden blijven. Een motie,
door Ebels voorgesteld, wordt daarna
met algemeene stemmen aangeno
men. Zie deze motie elders in dit
nummer.
Na nog enkele besprekingen sluit
de voorzitter de vergadering.
j. EBELS, Secr.