X
JA
X
X
X
X
X
X
X
X X f 4000 1 IO-
Uit onze Boerenleenbanken.
Eenheid inzake rentever
goeding.
94
DE RAIFFEISE N-B ODE.
In 9'/2 mnd. dus 9(/jV 3-Xf8oo
12 /X100 X
f19.—.
Deze rente werd geboekt in kolom
14, aan de rechterzijde op de reke-
nihg van den inlegger.
Wordt de rentevoet met ingang van
1 Juli echter gewijzigd, b.v. 31/2 °/o,
dan is dat ingeschreven bedrag niet
meer juist. Tot 30 Juni, dus gedu
rende 31/2 maand moet dan over
de gestorte f 800.rente berekend
worden tegen 3%; van 1 Juli31
Dec. dus gedurende 6 mnd.
tegen 31/2 °/o.
Waar nu gedurende 91/2 mnd. 3 0/0
is berekend, is vanaf 1 Juli31 Dec.
over deze f800.(31/2 o/0 3 o/0)
V2 °/o te weinig gerekend.
Het bedrag dier rente is:
6 X -X f 800.f 2.
12 100 x
Schrijven we dit bedrag bij, m.a.w.
boeken we dit in kolom 14, aan de
rechterzijde op de rekening van den
inlegger, dan is de zaak weer in orde.
Zijn er in den loop van het jaar
meerdere bedragen gestort, dan zou
den we voor elke post, waarvan de
rente ingaat vóór 30 Juni, op boven
staande manier kunnen te werk gaan.
Op eenvoudiger wijze kunnen we
echter tot een oplossing komen.
We verdeelen daartoe elke reke
ning in Grtb. I in twee helften; de
eerste bevat alle posten waarvan de
rente voor 30 Juni ingaat, de tweede
de overige posten tot 31 December.
De renteberekening van de posten,
voorkomende in de tweede helft, be
hoeft geen correctie, daar hier direct
tegen 31/2 °/o kan gerekend worden.
Over elke storting in de eerste
helft is V2 rente te weinig bere
kend. In plaats nu van over ieder
kapitaal de te weinig berekende
rente te bepalen ai deze bedragen
bij te schrijven, kunnen we volstaan
met ééne bijschrijving voor alle in
gelegde kapitalen. E,en voorbeeld zpl
dit dluidelijk maken.
Nemen we aan, dat de rechterzijde
eener rekening er als volgt uitziet
J. f800.— Rente gaat in half Maart
2. 400.-— 1 Mei
3. 600.half Mei
4. 200.— 1 Juni
Maakten Wie voor eiken post een
herstelling voor de te weinig bere
kende rente, dan zouden de aan de
rechterzijde in kolom 14 te boeken
bedragen zijn
6
1
12
IOO
f8or, f2.
6
2.
Va
IOO
f 400. f 1
6
3' ,2
Va.
IOO
f 600. f 1.50
6
u
Va
IOO
f200. fo.50
Totaal f 5.
Beschouwen we bovenstaande ver
menigvuldigingen, dan bemerken we,
dat elk kapitaal afzonderlijk
vermenigvuldigd wordt met )JX 2
Tot eenzelfde totaal rente-uitkomst
geraken we ook, als we de som
dier kapitalen vermenigvuldigen met
12 100 hel:ireen blijkt uit de vol1
gende berekening
X^XC 800 f 400 f 600
-h f 200) 9 X X f 2000 r 5-
Tellen we dus alle vóór 15 Juni
ingelegde kapitalen (immers daarvan
gaat de rente in vóór 30 Juni) en
vermenigvuldigen we deze som met
het verschil tusschen het oorspron
kelijk peercentage en 'dat, ingaande
1 Juli, dan vinden w;e het bedrag
der rente dat moet worden bijge
schreven.
Het spreekt vanzelf,, dat de bij
schrijving' der te weinig berekende
rente over terugbetaalde bedragen
geschiedt aan de linkerzijde der re
kening en dat de berekening van
die rente op dezelfde wijze plaats
heeft als voor de stortingen. We
zouden dus twee bijschrijvingen heb
ben tie maken:
één ter correctie van de rente der
ingelegde en één voor die der terug-
fa e taalde kapita len
We kunnen echter ook met ééne
bijboeking volstaan. We vonden, dat
over de som der ingelegde kapitalen
vóór 15 Juni, een half jaar rente
a 1/2 te weinig was gecrediteerd
en over de som der terugbetaalde
kapitalen (vóór 30 Juni) deze rente
te weinig was gedebiteerd.
Hieruit volgt, dat over het ver
schil of saldo der ingelegde en te
rugbetaalde kapitalen waarvan de
rente ingaat vóór 30 Juni i/2 jaar
rente k t/o °/o te weinig is gecredi
teerd.
Uit bovenstaande redeneering
blijkt, dat we practisch als volgt kun
nen te werk gaan
Neemi het totaal van Het saldo per
I Jan. en, de stortingen, waarvan de
rente ingaiat voor 30 Juni.
Tel ook de terugbetaalde bedragen
vóór 30 Juni op.
Trek deze totaalbedragen van el
kaar af.
Bereken over dit verschil een jialf
jaar rente tegen het percentage, dat
de oorspronkelijke met de nieuw vast
gestelde rente verschilt en boek dit
rentebedrag aan de rechterzijde op
de rekening: in Grtb. 1.
Nemen we aan, dat de som der in
gelegde kapitalen plus het saldo
f 5000.is en de som der terugbe
taalde bedragen f 1000.dan is de
te weinig berekende rente, aangeno
men dat de oorspronkelijke renti
3 °/o en de nieuwe 31/2
12 IOO
Grootboek II.
Na bovenstaande uiteenzetting za'
de correctie der berekende rente ir
Grootboek II, bij wijziging van der
rentevoet b.v. van 41/2 m 5 o/0
wel tot geen moeilijkheden aanlei
ding geven.
Hier blijkt dan, dat over alle voor
schotten en terugbetalingen vóór 1
Juli, een half jaar rente tegen (5 0/0
4V2 0/0) 1/2 °/o rente te weinig
is gerekend.
Over het verschil van de to
taaisommen tot 1 Juli ter lin
ker- en rechterzijde van de rekenin
gen in dit (grootboek moet dm
ook een half jaar rente h 1/2 °/o wor
den berekend en dit rentebedrag wor
den geboekt in kolom' 8, met om
schrijving in kolom' 9.
Grootboek III.
Hier geeft de renteverhooging ook
tot geen bijzondere moeilijkheden
aanleiding, wanneer men als volgt
te werk gaat
Doe alsof de rekening-courant per
30 Juni afgesloten wordt in plaats
van per 31 Dec. Bereken de rente-
bedragen ,op de gebruikelijke manier
en zet ze pro memorie in de kolom
„Bemerkingen".
Open dan weer per 1 Juli met het
saldo per 30 Juni en begin dan weer
lop de gewone Wij'ze de rentenummers
te berekenen; tel de renteniummers in
het tijdvak 1 Juli31 Dec. op; be
reken de rentebedragen in debet en
credit. Tel hierbij de op 30 Juni
pro-memorie gehoekte bedragen.
Aan de Centrale Bank en
aan den Heer Kuperus.
Aangaande de uitspraak, dat de
boerenleenbanken „niet vrij" zijn ten
opzichte van het geldverkeer, hebt
u den inzender van het artikel in uw
Mei-nummer reeds voldoende en
meer juiste opvattingen Bijgebracht
in uw naschrift. Evenwel zijn de
grenzen, waarbinnen U de boeren
leenbanken vrij laat, niet zóó ruim
getrokken, als U dit laat voorkomen.
Zeker, waar U dispensatie gaf, om
in de statuten onder het hoofd
„leden" ook waterschappen op te
nemen (zooals hier), zijn de grenzen
minder nauw geworden en waar l
dispensatie gaf om publiekrechte
lijke lichamen (dus ook gemeenten)