OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RA IFFEISEN-BANK TE UTRECHT. Redactioneel gedeelte KENNISGEVING. Met ingang van 1 Juli a.s. is de rente, welke de Centrale Bank aan de boerenleenbanken voor depóts vergoedt, gebracht van 31/4 °/o op 33/4 0/0 en die, welke zij berekent voor voorschot van 41/4 0/0 op 43/) <y0. Voor geld, na 1 Juli a.s. voor een jaar vast bij de Centrale gedepo neerd, zal van af dien datum 4(4 o/0 worden vergoed. VERSLAG der Algemeene Vergade ring der Centrale Bank, gehouden op 26 Mei 1920. No. 12 Juni 1920 Vijfde Jaargang Verschijnt den eersten van iedere maand Abonnement f 0.50 per jaar Losse nummers 10 Cent. franco per post. Redactie en Administratie DRIFT 13, UTRECHT. Teleph. Interc. No. 1705. Inhoud van dit nummtr. a. Redactioneel gedeelte: i. Ken nisgeving. 2. Verslag algemeene ver gadering. 3. Renteberekening bij ver andering rentevoet. b. Uit onze boerenleenbankeniEenheid in zake rentevergoeding. 2. Verslag Ring Hoogkarspel en motie. 3. Ingezon den door Spijkenisse (met noot Red.). 4. Attentie. c. Advertentiën. Onder voorzitterschap van den heer G. W. Stroink te Steenwijkerwold had op Woensdag, 26 Mei .jl., in de groote zaal van Park Tivoli te Utrecht de algemeene vergadering plaats der leden van de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank. De voorzitter herdacht in zijn openingswoord het overleden lid van den Raad van Toezicht, den heer F. H. van Wichen te Alkemade. Spr. noemde 1919 in vele opzichten voor den landbouw een goed jaar, wees echter op de moeilijkheden met den export. Het wilde spr. voorkomen, dat ten opzichte van dit laatste de boeren niet geheel vrijuit gaan; hij bedoelt, dat zij de organisaties meer moet^i steunen, opdat hun leiders meer voor hen zullen kunnen doen. Het afgeloopen jaar was voor de cen trale organisatie een goed jaar. Be droeg in 1918 de omzet f208.000.000, dit was in 1919 f 281.000.000. Vervolgens wees hij op de navol gende cijfers: Op 31 December 1918 bedroeg het aantal aangesloten banken 622, op 31 Dec. 1919 632. De ba uvs wees aan uitgezette gelden een bedrag aan van f 33.875.951.Daarvan is f 4.100.000 uitgezet h depot ito of op prolongatie. Voorts belegt, in kas- geldleeningen aan gemeenten en waterschappen f 7.929.861.in lee ningen aan vereenigingen, bedoeld bij art. 2, al. 3 der statuten een be drag van f 6994,749.op korten ter mijn en f 644.061op langeren ter mijn. Het reservefonds komt op de balans voor met f.316.363. Op 31 Dec. 1919 werd van het bedrag der uitstaande obligaties f 600.000.uitgeloot, zoodat alstoen aan deposito-obligaties uitstond een bedrag van f 7.081.700.Behalve de vaste gelden, verkregen door ,de uit gifte van deposito-obligaties, is een bedrag van f3.291.200.voor een jaar vast in depót genomen tegen een rente van 33/4 percent. Het winst cijfer over 1919 bedraagt per saldo f65183.Het reservefonds stijgt daardoor tot f380,699. Ten slotte brengt spreker een woord van hulde aan Bestuur en hoofdambtenaren voor al, wat door hen in het afgeloopen boekjaar voor de organisatie is gedaan. Na deze openingsrede werden de notulen der vorige vergadering vast gesteld. De rekening en verantwoording werden vervolgens goedgekeurd. Nadat een pauze was gehouden, werden de uitslagen der verkiezingen bekend gemaakt. Als lid van het be stuur werd herkozen de heer Mr. dr. G. F. M. Baron van Hugenpoth tot Aerdt te 's-Gravenhage, aftredend. In den Raad van Toezicht werden herkozen de aftredenden, de heeren: G. W„ Stroink te Steenwijkerwold en C. S. van Beuningen te Maarsbergen. Tot plaatsvervangende bestuursle den werden herkozen te heeren: F. P. E. van Ditzhuyzen te Baarn en Mr. J. J. de Waal Malefijt te Utrecht. Tot plaatsvervangers van den Ad ministrateur ten slotte de Heeren: E. van de Beek en E. Gerritsen, beiden te Utrecht. Na rondvraag, waarbij eenigehuis-/ houdelijke aangelegenheden werden behandeld, werd de vergadering te ongeveer 3 uur gesloten. Renteberekening bij verandering van den renteviet jedurende het boekjaar. Met ingang van 1 Juli a.s. brengt de Centrale Bank de rente voor deposito's van 31/4 0/0 op 38/4 °/o en die van voorschotten van 41/) op 43/4 O/o Het gevolg zal zijn, dat verschei dene boerenleenbanken ook den rentevoet wijzigen. Enkele vroegen reeds, hoe men, zonder wijziging of doorhaling der reeds tot 31 December berekende en ingeschreven, rente, op een gemakke lijke manier tot een juist resultaat kon komen. In de nrs. 5 en 6 van „De Raif- feisen-Bode", Eerste jaargang (Nov. en Dec. 1915) kwamen reeds arti kelen voor, welke de kwestie be handelden. Daar er echter boerenleenbanken zijn, die deze nrs. niet bezitten, volgt hieronder het bewuste artikel eenigs- zins gewijzigd en bekort: Grootboek I. Bekend is, dat hier de rente wordt berekend per halve maand. Volgens art. 11 van het Huish. Reglement gaat de rente van ingelegde kapi talen in op den ren en ióen der maand, volgende op den datum der inlage, terwijl de rente'van terugge haalde kapitalen ingaat op den ien en ióen der maand, voorafgaande aan den datum der terugbetaling. Een kapitaal alzoo, dat op 2 Mrt. is ingelegd, wordt rentegevend op 16 Mrt. en men berekent dus rente van half Mrt.31 Dec. Is dat kapi taal b.v. f800.en is oorspronkelijk de rentevoet 3 0/0, dan wordt hier over dus 91/2 maand rente tegen dit procent berekend. In 1 jaar of 12 maanden bedraagt de rente s|1(nXf800. In 1 mnd. bedraagt ze V" X 1 z - 100 x s f800

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1920 | | pagina 1