OFFICIEEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT. Mo. lt. MEI 192Ö Vyfd» jaargang Raiffeisen-Bode Verschijnt den eersten van iedere maand Abonnement f 0.50 per jaar Losse nummers 10 Cent. franco per poat. Redactie en Administratie DRIFT 13, UTRECHT. Teleph. Interc. No. 1705. Inhoud van dit nummer. a. Redactioneel gedeelte: i. Het nemen van aandeelen en het bedrag van het crediet. 2. Attentie, b. j Uit onze boerenleenbanken: i. Het coöperatief bankwezen. 2. Inge zonden dopr Kwadijk (met antfw. Red.). 3. Meer eenheid in zake rentevergoedingen (met bijschrift Red.), c. Adver.entiën. Redactioneel gedeelte. Het naman van aandeelen en het bedrag van het crediet. Vooral in den laatsten tij!d, niu tal rijke boerenleenbanken crediet of verhooging van crediet noodig heb ben, blijkt het, dat aan vele van deze banken het juiste verband tus schen het crediet en het aantal aan deelen niet geheel duidelijk is. Meermalen komt het voor, dat eene bank schrijft, of zelfs telefo neert, om nog| een aandeel te ont vangen en vermeent, daardoor te vens haar crediet met een bedrag van io.ooo galden te verhoogen. Dat zoude nog al eene gemak kelijke methode zijn. Iedere bank zoude dan de hoe grootheid van haar crediet in eigen handen hebben. Zij zoude dan, door een aandeel meer t e nemen, zich eene crediet - verhooging van tienduizend gulden verschaffen. Dit is eene misvatting van de be palingen der statuten van de Cen trale Bank. Wij1 geven toe, dat de bepalngen, Welke over die aandeelen handelen, n.1. artt. 6, 8 en 38 dier statu ten -minder duidelijk zijn. Daarom is wellicht nadere ophel dering niet geheel overbodig. Het kapitaal der Centrale Bank bestaat uit een onbeperkt aantal aandeelen, ieder groot f 500. Elke bank moet bij hare toetre- Jding tenminste één aandeel nemen, daarop f 50.moet worden gestort. Op de volgende aandeelen kan met eene storting van f 10.worden Volstaan. Iedere bank heeft dus, onafhan kelijk of zij crediet verkrijgt of niet, één aandeel te nemen. De credieivaststellingigeschiedt na eene aanvrage der betrokken bank en na een onderzoek aangaande hare credietaanvrage. Binnen de grenzen van dat een maal vastgestelde crediet kan dan de betrokken bank over bedragen beschikken. Met de credietvaststelling als zoo danig houdt de aandeelen-historie geen direct verband. Wèl echter moet de bank naar de mate, dat Ziji van het crediet igp- brpik maakt, ook meerdere aandee len nenten. Elk lid moet immers zooveel aan deelen nemen, als het door hem feitelijk van de Centrale Bank be trokken \g\eld, naar boven afgerond, veelvouden van fi0.000.bedraagt. Aldius luidt artikel 36 der sta tuten van de Centrale. Als eene bank dus lid wordt, neemt Zij!, als reeds gezegd, één aandeel. Daardoor heeft zij! nogl geen cre diet. Vraagt en verkrijgt zij daarna crediet tot een bedrag van ,f 10.000 en maakt Zij) daarvan gebruik, dan behoeft Zijl geen nieuw aandeel te nemen, want ziji heeft dat aandeel reéds \g\eiw\men btj\ het begin van haar lidmaatschap- Verkrijgt zij na aanvrage hooger crediet, dan mioet de bank, zoodra zij boven de f 10.000 betrekt, een nieuw .aandeel nemen, waarop f 10. moet worden gestort en 200 verder voor iedere f ro.ooo. Eene bank, welke tot f 10.000 be trekt, volstaat dus met het eens, bij het begin van het lidmaatschap, genomen aandeel. Eene bank, welke tusschen de f 10.000 en f20.000 be trekt, volstaat, met een tweede aan deel te nemen. Wordt1 een bedrag' tusschen de f 20.000 en f 30.000 betrokken, dan moet men een derde aandeel ne- !men. (enz.j Men mo*et daarbij1 natuurlijk, als reeds, hierboven gezegd, blijven bin nen de perken van het eenmaal vastgestelde crediet. Het aantal aandeelen gaat dus tel kens met de betrokken bedragen Dmhoog en wel bij iedere f 10.000. En waarom bij iedere f 10.000? Omdat het bedrag, dat op eenig tijdstip een lid der vereenigung aan haar mag schuldig zijn, niet hoo ger mag stijgen dan het viervoud van het bedrag, Waartoe Zijne aan sprakelijkheid voor de schulden der vereeniging is beperkt. Die aansprakelijkheid bedraagt f 2000 voor elk aandeel, dat Zij heeft, boven het bedrag van dat aandeel zelve (f500), alzoo in totaal f2500. Met het getal aandeelen wordt dus ook geleidelijk de aansprakelijkheid verhoogd. Nu zal men dus nooit meer mogen schuldig zijn, dan 4 X f 2500 of f 10.000, als men één aandeel heeft; 4 X 2 X f2500 of f20.000, als men t\w\ee aandeelen heeft; 4 X 3 X f2500 of f 30.000, als men dfie aandeelen heeft, enz. Om daaraan te voldoen, moet dus steeds, als de schuld boven de f 10.000, boven de f20.000, boven de f30.000 (enz.) stijgt, het aandee lenaantal, dat de 'betrokken bank moet nemen, met één vermeer deren. Het aantal aandeelen houdt dus niet direct verhand met het crediet, doch wèl met het feitelijk betrok ken bedrag en evenzeer, als hier boven uiteengezet, met de aanspra kelijkheid. Daarom moet ook, om alle leden 'door dat .stelsel te doen bestrijken, reeds bij1 den aanvang van het lidmaatschap één aandeel worden genomen. Het aandeelenkapitaal bijl de Cen trale Bank dit is wel duidelijk neemt zulk een bescheiden plaats is, (immers zijn zijl groot f 500 en bedragen de stortingen op het eer ste slechts f 50, en op de verdere slechts f 10) dat het nemen van meerdere aandeelen wel nooit grond kan zijn van eenige aanspraak op hooger crediet. (Trouwens Wordt het crediet ook onafhankelijk daarvan vastgesteld. Wij hebben hier veeleer te doen met den basis van de aansprake-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1920 | | pagina 1