DE RAIFFEISEN-BODE. 79 het land, alle'mogelijke zaken, geene uitgezonderd, voor de landbouwers doet en omdat de C.B. niet onwillig en onmachtig is de boerenleenbanken te helpen. Wij willen opmerken, dat nimmer is betoogd, dat de boerenleenbanken niet aan haar beperkt doel beant woorden of dat de individueele be langen van de landbouwers niet vol doende worden behartigd, maar, dat de oprichting van een lamdbouwbank noodig is gebleken voor behartiging van de belangen der groote gemeen schappelijke coöp. bedrijven en han delsorganisaties,, waarbij de landbou wers ook al is het dan meer in direct zijn betrokken. F1 ierbij kwam de vraag naar voren of de centrale crediet-organisatie kon volstaan met alleen de belangen van de boerenleenbanken te behartigen, of dat deze zich moest inrichten voor het financieren van de gemeenschap pelijke landbouwbedrijven. De conclusie waartoe men kwam was: De Centrale Bank heeft in de eerste plaats de belangen van de boerenleenbanken te behartigen, maar moet, als centrale crediet-organisatie voor den landbouw, steun verleenen aan de landbouworganisaties, waar door andere eiscben aan het bedrijf van de bank worden gesteld. Wij zouden in herhaling vervallen wanneer nogmaals de redenen wer den ontvouwd, waarom men ten slotte meende te moeten adviseeren tot het oprichten van een N.V. en- waarom daarin aan de Centrale Bank een belangrijke medezeggingschap moet worden gegeven. De heer Obbink acht deze N.V. niet alleen totaal overbodig, maar ziet daarin een groot gevaar voor de boe renleenbanken. Deze zienswijze deelen wij geens zins en het wil ons juis.t voorkomen, dat de boerenleenbanken een ern stige concurrent zouden krijgen in dien, buiten de Centrale Bank om, werd overgegaan tot oprichting van een financieele instelling voor de handeldrijvende landbouworganisa ties, welke niet door of vanwege de Centrale Bank op de meest geschikte en voordeelige wijze kurtnen worden bediend. Laatstgenoemde organisaties heb ben behoefte aan eene instelling- welke zonder tusschenkomst van der den aan de beurs zaken kan doen en in verbinding staat met buiten- landsche bankinstellingen. Dat het coöp. bankbedrijf aan de georganiseerde landbouw belang rijke diensten kan bewijzen bij im port en export blijkt ons telkens. Nu weer veevoederartikelen wor den geïmporteerd en zuivelproducten kunnen worden geïëxporteerd, geeft de Zuivelbank, welke nog maar een zeer bescheiden plaats in het bank wezen inneemt, dagelijks belangrijke beursorders aan de groote bankin stellingen op, waarvoor een zeer aan zienlijk maar niet te cootröleeren be drag aan provisie moet worden be taald. Ook de Centrale Bank beeft direct en indirect reeds duizenden guldens aan provisie moeten afstaan zoowel voor vreemde valuta's als voor beurs orders, prolongaties, enz., daar de buitengewoon goed georganisëerde geldhandel de ontwikkeling van het coöp. bankwezen door uitsluiting tracht tegen te gaan. Mede hierom wenscht men een N.V. in nauw verband met de Cen trale Bank en deze zal, in verband met onze buitenlandsche handel, voor de ontwikkeling van onze landbouw organisaties van groote beteekenis, kunnen zijn. De reorganisatie-commissie heeft dat gevoeld; men wenschte versnip pering van krachten te voorkomen en de totstandkoming van een con- curreerende instelling overbodig te maken, door de leiding en ontwikke ling te laten blijven bij de centrale credietorganisatie, die de belangen van de boerenleenbanken zal behar tigen, maar tevens in de behoefte van de groote coöp. bedrijven wil voorzien. Om deze aangelegenheid goed te kunnen beoordeelen, moet men de ontwikkeling van het coöp. bank wezen in zijn vollen omvang willen zien en niet alleen de eigen boeren leenbank al werkt die nog zoo uitstekend als bet toppunt van het bereikbare beschouwen. Leeuwarden, Maart 1920. Tj. KUPERUS. Na toezending van bovenstaand artikel aan de Redactie kwiam het Maart-nummer in ons 'bezit en nu daaruit blijkt, dat er meer vertegen woordigers van boerenleenbanken zijn, die vreezen, dat êe N,.V. door het gpven van eene hoo\gere rente d\e \g\elden aan d'e boerenleenbanken Aal onttrekken, wenschen w'iji op te merken, dat het gevaar waarop wordt gewezen, alleen kan worden voorkomen dppr aan de C.B. in de N.V. een beteekenisvolle plaats toe te kennen. De N.V. zal een geheel andere werkkring krijgen dan de C.B. en het wissel- en discontobedrijif, zoo als dit bijl de groote commercieele banken plaats vindt, moeten uit oefenen. Met het ontvangen van het opkor ten termijn opvorderbaar bedrijfska pitaal z'ijh die groote coöp. land- bouwvereenigingen niet geholpen, hetgeen ons reeds bij ervaring is: ge bleken. De uitoefening van het bedrijf moet niet afhankelijk zijn van tijdelijk be schikbare deposito-gelden, maar moet onder alle omstandigheden uitvoer baar zijn en daarom moet de N.V. zich langs anderen weg van de dubbeltjes voorzien. De Ned. Bank is steeds; bereid de reëele handel en industrie te steunen en dit wordt gemakkelijk gemaakt door de bemiddeling van eene bank instelling welke als dis;contante kan worden toegelaten. Wel kan men veel gevoelen voor het woord „coöperatie", maar het komt ten slotte maar op het „samen werken" aan en nu door autoriteiten op financieel gebied voor het be oogde doel aan de N.V. de. voorkeur wordt gegeven, heeft de reorgani satie-commissie hiermede rekening te houden. Indien de N.V. niet naast de C. B. kwam te fungeeren, maar als een afzonderlijke, onafhankelijke en concurreerende instelling in het leven werd geroepen, zou inderdaad het bestaan van de boe renleenbanken worden be dreig d. Wij nemen aan, dat d e boeren leenbanken geen b e h oe f t e hebben aan een handelsbank maar de georganiseerde landbouw heeft dat wel; en nu wil het ons voorkomen, dat het gewenscht is, dat men tot de oprichting komt met medewerking, en medezeggingschap van de C. B. juist hierdoor kan worden voor komen, dat twee organisaties elkaar het werkterrein zul len betwisten en alleen hierdoor kan worden verkregen, dat de alge- meene landbouwbelangen het beste worden gediend. Als boven. De gespatieerde woorden zijn over genomen uit de ingezonden stukken. Geachte Redactie, Verzoeke beleefd plaatsing in de Raiffeisenbode voor onderstaande regelen. Met 'belangstelling volgde ik de ingezonden stukken in de laatst verschenen nummers van de Raif feisenbode. Men komt wel tot de overtuilginigi, dat de reorganisatie plannen, aooals deze worden voor gesteld door de Commissie, ernstige critiek' zullen ondervinden. Als men eenigen kijk heeft op de wijze, waarop de Centrale Bank tot heden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1920 | | pagina 5