Ring in het Oosten van
Friesland.
i'slecht niet doet. Friesland maakt een
gunstige uitzondering, heet het. Nu
is het zeer mooi, dat men de Friesche
Mij. v. L. voor de andere provinciën
laat pleiten, maar ligt het inderdaad
wel aan de Centrale Bank, dat het
elders nog niet zoo goed gaat, zoo
als de Commissie zegt. Wordt
Noord-Holland niet goed verzorgd?
Zijn er geen pogingen aangewend
voor een Zuivelbank in Groningen
en is het de C. B. die de pogingen
heeft doelt mislukken? Kan de Cen
trale het helpen, dat de voormannen
in Gelderland van geen Zuivelbank
willen weten, omdat zij van haar con
currentie verwachten voor dè boeren
leenbanken
Ik geloof werkelijk, dat niet volge
houden kan worden, dat de Centrale
van Utrecht niet bereid is, om te
doen wat zij kan, maar dat het een
voudig een kwestie is van tijd en
ook een kwestie van inzicht, die oor
zaak is, dat nog niet alle coöpera
ties worden bereikt. Echter wordt be
twijfeld of de Centr. Bank in de toe
komst wel aan de behoeften der coö
peraties kan voorzien.
Ik voor mij ben van meening, dat
de Centrale, waar zich het rouleerend
kapitaal in land- en tuinbouw meer
en meer concentreert, beter dan een
andere instelling de coöperaties kan
helpen, mits men haar versterkt en
steunt en zoo krachtig mogelijk
maakt. Het oprichten van een Naarn-
looze Vennootschap, die naast de
Centrale Bank als Handelsbank zal
fungeeren, zal mijns inziens de Cen
trale verzwakken, verdeeldheid en
onderlinge concurrentie scheppen.
Dat de Centrale Bank in alle op
zichten aan de eischen van het land-
bouwcrediet moet voldoen, dat zij aan
de organisaties geen gunsten moet
bewijzen, maar verplicht is, haar zoo
goed mogelijk te dienen, dat zij er
is voor de boeren en hunne vereeni-
gingen en deze er niet omgekeerd
voor haar, 't zijn allemaal waarheden
als koeien, die door mij evengoed
worden erkend, als door de leden
der Commissie.
Hoe meer men de Centrale tracht
te verbeteren en technisch te volma
ken, hoe meer ik dat zal toejuichen.
En ik twijfel niet, of het Bestuur
en de Raad van Toezicht en de amb
tenaren der Centrale zullen gaarne
hunne medewerking verleenen om
binnen de grenzen der soliditeit alle
middelen tot werkelijke verbetering
te aanvaarden. Het is toch ook in
hun belang, dat men de boeren te
vreden stelt.
Intusschen doet het mij groot ge
noegen, dat de Commissie geen drei
gement heeft bedoeld. Ik wil die ver
zekering gaarne aannemen, maar blijf
DE R A I F FE I S E N-B O D E.
er bij, dat de slotzin van het rapport
dien indruk moest vestigen.
Met dank voor de plaatsing,
G. W. DE JONG.
Onze Ring vergaderde 17 Maart
j.1. te Gorredijk ter bespreking van
het rapport der Reorganisatie-Com
missie en van de voorgestelde wijzi
gingen der Statuten. Niettegen
staande het slechte weder waren van
de 19 aangesloten Banken 11 Ban
ken door 29 personen vertegenwoor
digd; mede was aanwezig de Heer
Van den Hurk, Hoofd-Inspecteur
der C.B.
De besprekingen leidden tot het
besluit om 5 amendementen op de
voorstellen tot wijziging der Statuten
in te dienen, n.1. om, overeenkomstig
het advies der R.C. het „persoonlijk"
lidmaatschap der Centrale Bank te
doen vervallen, om aan de vertegen
woordigers der Ringen op de ver
gadering, bedoeld in Art. 15 even
veel stemmen te geven als hun ring
banken telt, om de salarissen weder
te doen vaststellen door de Alg. Ver
gadering, om niet meer 3 Banken,
maar 3 Ringen aan te wijzen voor
het vormen der financiëele commis
sie, en om geen verandering te bren
gen in de wijze waarop gehandeld
moet worden met voorstellen, die
niet op de agenda dér Alg. Verga
dering staan.
Voorts besloot de Ringsvergade-
ring het oordeel over de Naamlooze
Vennootschap op te schorten tot de
volgende Ringsvergadering, die in
Mei gehouden wordt, doch nu reeds
aan te dringen op de stichting van
een Hypotheekbank.
J. M. NATZIJL, Secr.
Langezwaag, Maart 1920.
Vergadering van den Ring Hoogkarspel
op 20 Maart 1920
in Café van Beijnum te Hoorn.
Tegenwoordig waren 11 banken
door 17 afgevaardigden. De voorzit
ter, de heer S. Kuiper Bz. van Enk
huizen, opende de bijeenkomst en
zette uiteen, dat deze vergadering
was belegd ter behandeling van de
hoogste gewichtige reorganisatie
voorstellen der C.B., waarom ook
niet-aangesloten banken als Wervers,-
hoof, Oudendijk, Avenhorn waren
uitgenoodigd. Gehoopt werd, dat deze
ook tot aansluiting zouden komen.
De heer K. Water Cz. uit Blokker
leidde de besprekingen in, waarna
77
zich een aangename en breedvoerige
discussie over verschillende onder-
deelen ontspon, die ten slotte leidde
tot de conclusie, algemeen onder
schreven, dat een Naamlooze Ven
nootschap als Handels,- of Land-
bouwbank naast en in verband met
de Centrale verwerpelijk was, omdat
ro. aan zulk een instelling geen be
hoefte werd gevoeld en 20. de vrees
niet ongegrond was, dat zij even
tueel kapitaal zou onttrekken aalt de
C.B. en haar locale banken. Uit
breiding van bet huidige hypotheek-
bedrijf achtte men wenschelijk en
mogelijk door vermeerderde uitgifte
van deposito-obligaties, te verkrijgen
door verhoogde rente. In dit verband
werd ook de wenschelijkheid betoogd
van verhooging der depositorente.
Renteverhooging over de geheele lijn
zal niet kruinen uitblijven, willen de
banken niet een groot deel van de
spaargelden zien wegvloeien. Er zijn
voorschotnemers, die hun eventueele
deposito's elders brengen. Een "der
banken heeft besloten van zulke voor
schotnemers voortaan 6 pCt. rente
te heffen.
De voorgestelde ring-organisatie
werd toegejuicht.
Verdedigd werd de stelling, dat om
de plannen voor een N. V. voorgoed
onmogelijk te maken, het noodig en
voldoende zou zijn Art. 2 sub c te
schrappen.
Aangenomen werd 't voorstel in
Art. 42 in te lasschen „elke ring en
de vergadering van Art. 15", opdat
ook deze 't recht hebben voorstellen
te doen. Den secretaris werd opge
dragen deze wenschen en opmerkin
gen ter kennis van het Bestuur der
C. B. te brengen.
Daarna kwam nog de salariëering
der kassiers ter sprake. Hieraan bleek
zoo 't een en ander te ontbreken en
daarom nam de voorzitter op zich,
in de e.v. vergadering dit punt in te
leiden. Hij verzoekt daarom mits
dezen de aangesloten banken aan den
secretaris te willen opgeven 't aantal
nummers van 't dagboek over 1919;
id. spaarboekjes; id. loop. rekening;
id. leden; id. voorschotten; alles over
1919 en 't salaris van den kassier.
Met woorden van dank werd
daarna gesloten.
De Secretaris:
J. EBELS.
Leiden, 8 Maart 192c.
Aan de Redactie van de
„Raiffeisen-Bode" te Utrecht.
Gaarne zou ik betreffende een ge
val, bij onze bank voorkomende,
Uw oordeel wenschen te vernemen,
hoe wij daarmede te handelen
hebben.