70 DE RA I F FE I SE NB O D[E. zijn tot het verstrekken van hypothe ken aan de leden der boerenleen banken. Maar hoe gaat het nu met de depo sito-obligaties. De Centrale Bank heeft zich met de uitgifte dezer stuk ken wel vast kapitaal verschaft; zij behoudt het geld, zoolang geen uit loting heeft plaats gehad. De Boerenleenbanken daarentegen hebben de obligaties gekocht met een gedeelte van hun b e d r ij f s- kapitaal. 't Gevolg hiervan is, dat zij, zoodra de spaargelden aanmerkelijk weg vloeien, naar de Centrale Bank moe ten gaan met het verzoek om of de obligaties in beleening te nemen óf het crediet der boerenleenbank te verhoogen. En dit is toch geen zuivere toestand; hierin dient ver betering te komen. Deze verbetering is o.i. alleen te bekomen door de oprichting van een hypotheekbank; het bedrijfs- en grondcrediet -vordt dan alleen zuiver gescheiden gehou den. Deze hypotheekbank moet hypo theken kunnen blijven geven; de leden zijn hiermede ten zeerste ge baat. In den laatsten tijd zijn groote landgoederen onder den hamer ge komen; de boeren werden in staat gesteld, de boerderij, welke zij in huur hadden, te koopen, waardoor het mogelijk werd te blijven op den grond, dien zij van ouder tot ouder reeds bewerkten. Zou dit te bereiken zijn geweest zonder hulp van de Centrale Bank? De groote sommen, noodig voor den aankoop, kon de Boerenleen bank niet verstrekken. Door gelden op te nemen bij een gewone hypo theekbank zou men zich in een schuld steken waaronder men jaren gebukt zou gaan. En toch koopen moest men de boerenplaats, om niet verdreven te worden van den grond, waaraan men gehecht is geraakt. Nu mag het Bestuur der Centrale Bank in het antwoord op het stuk van den Heer O. wel beweren, dat de hypotheken bij oprichting van een hypotheekbank duur zullen worden en zij niet veel goedkooper dan een gewone hypotheekbank geld zal kun nen geven; dat wil er bij mij niet in. De Centrale Bank is er immers niet op uit om groote winsten te maken; dus behoeft de rente ook niet ver hoogd te worden met 2, 3 a 4 °/o extra kosten, en voorts: onze organi satie is groot en sterk genoeg om pandbrieven te plaatsen tegen een niet te hoog rentetype. De hypotheek zal dus steeds onder het bereik onzer leden blijven. Wat de oorspronkelijke bedoeling is geweest van het Bestuur der Cen trale Bank, om tot de uitgifte van deposito-obligaties over te gaan, doet in deze al heel weinig ter zake. Het bewijs is reeds geleverd, dat wij een hypotheekbank niet meer kunnen missen. Maar even sterk als ik ben voor een hypotheekbank, ben ik tegen het oprichten van een land- bouwbank. Hierover echter later wel eens. C. v. N. Mijnheer de Redacteur, Met verbazing heb ik kennis ge nomen van het voorstel, hetwelk aan de Algemeene Vergadering der boe renleenbanken machtiging vraagt tot oprichting eener Naamlooze Ven nootschap, die naast de Centrale als Handelsbank zal fungeeren. Ik vrees, dat men hiermede het paard van Troje zal binnenhalen en dat de kracht der Centrale Bank hierdoor zal worden gebroken, om dat dan twee organisaties elkaar het werkterrein zullen betwisten. Het is zoo klaar als de dag de Heer Obbink heeft het reeds duide lijk aangetoond dat geen enkele boerenleenbank aan die z.g. Han delsbank ook maar iets heeft; dus voor de boerenleenbanken behoeft zij er stellig niet te komen. Voor de boerenleenbanken is zij ook niet bestemd; zij is bestemd voor de financiering der landbouw-groot- industrie (de z.g.n. Provinciale en Landelijke bedrijven) zegt de Reor ganisatie-commissie. Het is niet duidelijk, wat men daar mee bedoelt, maar de Coöp. Zuivel industrie zal er toch wel onder val len, dunkt mij. Zij is toch wel een der grootste en meest verspreide van alle landbouw-coöperaties. En die coöp. zuivelbereiding met hare fabrieken, bonden en export- vereenigingen wordt toch uitstekend gefinancierd nu onze Verkoop-Cen trale te Amsterdam met Utrecht in rekening staat, door de boerenleen banken zelf en door de Coöp.Zuivel- banken te Leeuwarden en te Alkmaar. Zelfs in de moeilijke periode, waarin zij thans verkeeren, geschiedt die samenwerking op bevredigende wijze. Wat wil men nu? Moet nu die Zuivel-industrie naar eene Handelsbank? Dan mag men wel bedenken, dat er noodeloos nadeel zal ontstaan voor de beide partijen. De Centrale zal goede klanten moeten afstaan en de Zuivel-industrie zal duurder uit zijn. Door die Naaml. Vennootschap wordt dan tusschen de Zuivel industrie en de Centrale Bank een m.i. totaal overbodige schakel inge- lascht. En die schakel zal geld kosten: de Naamlooze Vennootschap heeft eene Directie noodig en commis sarissen. Voor niemendal zullen geen personen te vinden zijn. Ook zal dividend op de aandeelen moeten worden uitgekeerd. Ik vraag nog eens: waarvoor is dat alles noodig? Het gaat immers goed, zooals het thans gebeurt. Laat ik ook het hoofdargument der reorganisatie-commissie eens on der de oogen zien. Dat komt hier op neer, dat men niet weet, of de Centrale Bank ten allen tijde de beschikbare middelen binnen haar bereik zal hebben, om de noodige credieten aan de coöpe raties te geven. Mijnheer de Redacteur, dat argu ment zegt niets. Geen enkele bank kan weten, of zij altijd genoeg geld kan krijgen, om aan alle aanvragen te voldoen. Of heeft de Naamlooze Vennoot schap dat op een briefje? Och kom, dat zal zij ook moeten afwachten, net zoo goed als de Cen trale Bank. Maar van belang is, de zaak in n e krachtige hand te hou den, en te voorkomen, dat eene Naamlooze Vennootschap mede het terrein gaat afgrazen, om die mid delen te vinden. Dan is er tenminste de meeste kans, dat de boeren en hun organi saties goed en goedkoop aan crediet worden geholpen. Ik kom dus tot de conclusie, dat de Algemeene Vergadering en vooral de Ringvergaderingen het al of niet wenschelijke van die Handelsbank nog eens goed moeten overwegen. Wat betreft het oprichten van een hypotheekbank, eene instelling n.1. voor grond kapitaal aan boeren en boeren-vereenigingen, daarvoor ik ben het eens met den Heer Obbink valt wat te zeggen. ZUIVELCOöPERATOR. Het rapport der Reorganisatie- commissie. M. de Red., Verzoeke beleefd opname voor het volgende in Uw geacht blad. Het stukje in Uw Februari-num- mer „De Credietcoöperatie", was zeer zeker een proef-ballonnetje, want zie, in het Rapport wordt iets als in 't artikeltje genoemd, voorge steld. En juist dat rapport noopt me, wat ruimte van U te vragen en wel om

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1920 | | pagina 4