OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT.
REDACTIONEEL GEDEELTE.
Incasso-wissels.
De Invaliditeitswet van 1919
Uit onze Boerenleenbanken.
No. 8.
FEBRUARI 1920
Vijfde Jaerganx
De Raiffeisen-Bode
Verschijnt den eersten van
iedere maand
Abonnement f 0.50 per jaar
Losse nummers 10 Cent.
franco per poat.
Redactie en Administratie
DRIFT 13, UTRECHT.
Teleph. Interc. No. 1705.
Inhoud van dit nummer
a. Redactioneel gedeelte: i. In
cassowissels. 2. De Invaliditeits
wet. b. Uit onze boerenleen
banken: i. Opgave Nieuw-Namen
(met noot Red.). 2. Actief (met noot
Red.). 3. Ingezonden door Koegras
(met antw. Red.). 4. De crediet-
coöperatie. 5. Ingezonden doorAbbe-
kerk (met antw. Red.). 6. Ingezon
den door Voorburg (met noot Red.).
7. Kassier-agent Hypotheekbank.
c. Overgenomen. d. Advertentiën.
In het laatstverschenen Augustus
nummer van ons blad kwam onder
het hoofd: „het incass-eeren van bin-
nenlandsch papier" eene opwekking
voor aan heeren kassiers der aange
sloten boerenleenbanken, om deze
invordering van gelden zelve ter hand
te nemen en dus te bevorderen, dat
wij ons hiervoor niet meer tot de
grootbanken behoefden te wenden.
Zeer zeker waren wij overtuigd van
medewerking, doch als men nagaat,
wat in den korten tijd, welke sedert
Augustus 1919 is tot stand gebracht,
dan heeft dit wel onze verwachting
overtroffen. Wij moeten hiervoor on
zen oprechten dank brengen.
Immers wij beseffen, dat wij heeren
kassiers veel gevraagd hebben. De
invordering vordert tijd en moeite;
de vergoeding is daaraan niet even
redig en daarom stellen wij de mede
werking zoozeer op prijs. Natuurlijk
zijn er nog enkelen, die ons verzoch
ten hun niet lastig te vallen, hetgeen
zeer jammer is, niet alleen omdat zij
het belang der zaak niet inzien, doch
ook, omdat ons daardoor even zoo
veel schakels ontnomen worden.
Laat ons evenwel moed houden, wel
licht komen de enkelingen tot in
keer. Beter ten halve gekeerd dan
ten heele gedwaald, zal, hopen wij,
op hen eenmaal van toepassing kun
nen worden verklaard.
De leden der boerenleenbanken
zijn, met de wijze waarop nu de
inning plaats heeft, ten zeerste ge
baat en dit wordt ons ook gaarne
door de betrokken personen beves
tigd. Moesten wij vroeger dikwijls
verscheidene dagen, zelfs weken op
eene afrekening wachten, dit komt
tegenwoordig slechts bij uitzondering
voor. Verklaarbaar is dit zeker. De
kassier immers kent de leden zijner
bank, terwijl ons vroeger door
andere banken dikwijls kwitanties
retour werden gezonden onder op
gave, dat de debiteur onbekend was.
Werd voorts een incasso afgegeven
op een plaatsje, waar geen corres
pondent \yas, dan werd het bedrag
per bode ingevorderd; kwam de af
rekening later in en berekende men
ons bovendien de bodekosten.
Voor hen, die tot heden geen in
vorderingen ontvingen, willen wij den
gang van zaken aangeven.
Ingekomen kwitanties en wissels
worden door ons met een begelei
dend formulier doorgezonden; de
eene helft dient als kennisgeving, ter
wijl de kassier op de tweede helft
de afrekening stelt en ons dit terug
zendt. Natuurlijk kan het voorkomen,
dat wij uit onbekendheid met de
plaatselijke ligging aan een kassier
incassostukken afzenden, welke ge
makkelijker door eene naburige boe
renleenbank behandeld zouden kun
nen worden; in zulk geval gelieve
men ons de stukken terug te zenden
met opgave van de bank, waaronder
de persoon op wien de wissel ge
trokken wordt, thuis behoort.
Enkele boerenleenbanken stelden
ons de vraag, of de Invaliditeitswet,
zooals die nu laatstelijk in 1919 is
gewijzigd, ook van belang is voor
hare kassiers.
Hierop kan slechts zeer in het
algemeen een antwoord, worden ge
geven.
Niet alle werknemers vallen on
der de wet. Imtners die werk
nemers, die in de vermogensbelas-
ting, alsook zij die voor meer dan
f2000.in de Rijksinkomstenbelas-
ting zijn aangeslagen, vallen er niet
onder. Bovendien is het kassierschap,
als regel met slechts weinige uitzon
deringen, eene nevenbetrekking en
het daaraan verbonden salaris eene
bijverdienste.
Vindt dus de kassier zijne hoofd
betrekking in eens anders dienst (b.v.
in gemeentedienst) en als nevenbe
trekking in dienst der boerenleen
bank, dan heeft deze er niets mede
te maken.
De vraag rijst, of deze er wel iets
mede te maken heeft, als haar kassier
zelfstandig een beroep uitoefent (b.v.
aannemer, winkelier) en alleen bij de
boerenleenbank in dienstbetrekking
is. Dan is dus zijn kassierschap zijne
eenige dienstbetrekking en de boe
renleenbank zijn eenige „baas".
Deze vraag wordt door verschil
lende arbeidsraden bevestigend be
antwoord, zoodat de boerenleenbank
er dan wel mede te maken heeft.
Dan valt de kassier in de 5de loon-
klasse en moet voor hem voldaan
worden naar den maatstaf van 60
cent per week.
Dit bedrag wordt dan betaald
door het plakken van zegels op zijne
rentekaart. Die zegels zijn ten post
kantore verkrijgbaar. Op het zegel
wordt alleen de datum gesteld, niet
de naam. Hierdoor wordt het zegel
onbruikbaar gemaakt. Gelijk met de
uitbetaling plakt men zooveel zegels
als het aantal weken telt, waarover
de uitbetaling loopt.
Men bedenke echter, dat de be
lastinggrens in zulk een geval, als
hier gesteld, veeial wordt overschre
den, zoodat het wel eene uitzonde
ring zal zijn, dat zulk een kassier
onder deze wet valt.
Opgave bijdragen van Banken in
het tekort Nw.-Namen.
1 jan. 1919. Tekort f6061.52
In 1919: bijdragen -47S8.885
Nog tekort 31 Dec. '19 f 1302.Ó35
Bank: Middelie f 10.
Nieuwolda - 10.
Koekange - 9.94'
Schoonrewoerd - 20.
Westbroek c.