OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT.
REDACTIONEEL GEDEELTE.
Uit onze Boerenleenbanken.
No. 4.
OCTOBER 1919
Vijfde Jaargang
e Raiffeisen-Bode
Verschijnt den eersten van
iedere maand
Abonnement f 0.50 per jaar
Losse nummers 10 Cent.
franco per post.
Redactie en Administratie
DRIFT 13, UTRECHT.
Teleph. Interc. No. 1705.
Inhoud van dit nummer.
a. Redactioneel gedeelte: i. Een
oude legende. (Het teekenen met een
kruisje). 2. Kennisgeving. b. Uit onze
boerenleenbanken: i. Ingezonden door
Aalsmeer. 2. De nieuwe zegelwet. 3.
Onze houding. 4. De onderlinge verze
kering. 5. Opgave Nieuw-Namen. 6.
Vraag (door N. met antw. Red.) 7. Inge
zonden door abonné (met antw. Red.)
8. Ingezonden door Cubaard. (met antw.
Red.) 9. Ingezonden door Koedijk, (met
antw. Red.) 10. Ingezonden door X.
(met antw. Red.) c. Advertenties.
Een oude legende.
(Het teekenen met een kruisje.)
Wij lazen eens in een blad het na
volgend advies:
„Het is bekend, dat schuldbekentenissen,
„die het bedrag van f 300.niet te
„boven gaan, met een kruisje geteekend
„mogen worden, indien de betrokken
„persoon onmogelijk schrijven kan. Bij
„dit kruisje komt dan de volgende
„verklaring
„Ondergeteekeuden J. Jansen
,,en P. Peters, beiden wonende
,,te Dommeloord, verklaren, dat
„bovenstaand (nevenst.) kruisje,
„geplaatst in hunne tëgenwoor-
„digheid; het handmerk is van
„B. Bartels te Dommeloord, die
„verklaard heeft, niet te kunnen
„schrijven".
„Dommeloord, 1 Juni'1914.
„J. JANSEN.
„P. PETERS.
„De getuigen Jansen en Peters moeten
„dus ten allen tijde berèid zijn, de ver
klaring af te leggen, dat Bartels inder-
„daad het kruisje gezet heeft. Zou Bartels
„zulks ontkennen, dan komt tegenover
„die ontkenning de verklaring te staan
„van de twee getuigen.
Het is daarom wenschelijk, dat als
„getuigen steeds personen optreden,
j „die niet bestuurslid of lid van den
„Raad van Toezicht of kassier der
„Boerenleenbank zijn. Daardoor wordt
„voorkomen, dat deze personen te zijner
„tijd voor de moeilijkheid komen te
„staan, dat zij een eisch of eene ver
klaring van de Boerenleenbank steunen
„moeten als getuigen. Zij zouden dan
„getuigen moeten zijn ten gunste van
„de Boerenleenbank immers en zulk
„eene getuigenis heeft nooit dezelfde
„waarde als dat van personen, die
„geheel buiten de partijen staan".
Tot zoover het advies.
Of men nu alzoo in „Dommeloord"
handelt, is ons niet bekend, maar doet
men aldus in „Dommeloord", dan doet
men het in „Dommeloord" verkeerd.
Wij willen vooropstellen, dat men
inderdaad eene geldleening tot een
bedrag van 300 gulden door getuigen
kan bewijzen.
Dan wordt echter het feit der geld-
leetling zelve bewezen., uiets anders.
Daartoe is dus geen schriftelijk stuk
noodig.
Terloops zij opgemerkt dat het echter
feitelijk wèl noodzakelijk is, een schrifte
lijk bewijs te hebben, ook voor deze
geldleeningen. Getuigen kunnen immers
de zaak vergeten en zij kunnen over
lijden. Het geschrift echter blijft. Men
leene dus nooit gelden, ook niet beneden
de f 300.op mondelinge verklaring
met getuigen. Kan de persoon in kwestie
niet teekenen, dan is eene notariëele
akte noodig.
De vraag, of niet met een kruisje,
in verband met eene schriftelijke ver
klaring van getuigen kan worden vol
staan, is door ons steeds ontkennend
beantwoord,
Een kruisje is geene handteekening
en waar het dat nu eenmaal niet is, kan
bet dat ook niet worden door getuigen
verklaring. Het geeft niets, ook al haalt
men er honderd getuigen bij.
Een geheele reeks van rechtelijke
beslissingen is in dien zin gewezen,
ook door den Hoogen Raad.
De schriftelijke verklaring van Jansen
en Peters, dat het kruisje een handmerk
is, is dus zonder zin, eenvoudig, omdat
onderteekenen nog iets anders is, als
een kruisje zetten. Een kruisje, heeft
niets persoonlijks en kan de naamtee-
kening dus niet vervangen, evenmin
als een streepje of een sterretje, hoe
mooi ook geteekend.
Men handele dus niet in den geest
van het advies aan de bank te Dom
meloord.
Minder ter zake doet, wat in het
stukje is vermeld over de waarde van
de getuigenis van kassier, lid van het
Bestuur of van den Raad van Toezicht.
De vraag rijst zelfs, of men dan niet
elk lid van de bank als getuige zoude
moeten uitsluiten. Immers hebben de
leden er ook belang~bij, of hunne bank
het wint of verliest.
Zij staan toch evenmin als de boven
gemelde personen „geheel buiten de
partijen".
De vraag rijst ook, of nu niet dat
systeem moet medebrengen, Jansen en
Peters, zoolang die geldleening voort-
bestaat, van alle verkiesbaarheid tof
Bestuurslid of lid van den Raad van
Toezicht uit -te sluiten.
Kennisgeving.
De maandelijksche opgaven van de
Boerenleenbanken aan de Centrale
Bank, inhoudende den stand der reke
ning van die boerenleenbanken zijn
voortaan (sedert de laatste wijziging
der zegelwet) zegelvrij en worden door
ons dus ongezegeld aan de banken
toegezonden.
De benaming „saldo-biljet" hebben
wij op die formulieren geschrapt.
Aalsmeer, 20 Aug. 1919.
Geachte Redactie,
Een klein plaatsje in Uw eerstvolgend
nummer wilt U misschien wel voor mij
inruimen om instemming te betuigen
met Uw artikeltje „Het incasseeren van
binnenlandsch papier", in Uw vorig
nummer. Dat is immers je ware coöpe
ratie. Laten we elkander zooveel,
zoo vlug en zoo billijk mogelijk helpen.
Dit is ook juist in den geest van hen,
die meenen dat we met de particuliere
Bankinstellingen zoo weinig mogelijk
zaken moeten doèn. Met een klein
beetje goeden wil kan toch haast iedere
kassier hieraan meedoen. Is hij zelf
niet in de gelegenheid een kwitantie
te innen, dan is er op iedere plaats