20 DE RAIFFEISEN-BODE. Een Bank in Zeeland leed door fraude een verlies van f37000. Door assurantie waren f5000.ge dekt. Bleven dus nog f32000.on gedekt over. Maar de leden werden niet aangesproken. Verschillende leden van het Bestuur en den Raad brachten f 19000.te zamen. Er bleef dus; nog f 13000.verlies, dat door vrijwillige giften van de Cen trale Bank en de aangesloten Ban ken tezamen .werd gebracht. Men zal vragen: Wanneer wordt de persoonlijke aansprakelijkheid dan wel toegepast? In het geval, dat een Boerenleenbank zou liquideeren, d. w. z. tot opheffing zou overgaan. Bleek het, dat dan een verlies was geleden, dan eerst zouden de leden moeten bijspringen, eerder niet. Bovenstaande zal wel voldoende wezen om het schrikbeeld der per soonlijke aansprakelijkheid, zoo 't bij enkelen mocht bestaan, geheel weg te nemen. De boerenstand kan zich met vertrouwen wenden tot de Boe renleenbanken, die ten bate van dien stand zijn opgericht." Tot zoover de bovengenoemde cir culaire. Vermoedelijk kunnen de jonge kassiers er nog het een en an der uit oppikken, daarom pende ik ze even voor De Raiffeisen-Bode over. P. v. M. Aan de Redactie van de Raiffeisen-Bode. Met het oog op de wijziging der zegelwet, die 1 Aug. j.1. kracht van wet heeft gekregen, verzoek ik om een klein plaatsje in het orgaan der Centrale. Bij deze wijziging zullen al onze spaarbanken wel ónder de zegelwet vallen, 't Bestuur alhier heeft de kwestie onder de oogen gezien en aldus; geredeneerd: „Als; de bank de zegelkosten voor spaarders, voorschotnemers en reke ning-couranthouders op zich neemt, kost dit aan 't jaarlijksch winstsaldo (de opgaven over 1.918 werden tot maatstaf genomen) jaarlijks pl.m. f 200.m. a. w. de bank derft een kracht, die ze best gebruiken kan": een bank met een goeden rug is zoo'n kwade bank niet. Maar in ver band met de statuten, die zeggen: „op de eerste plaats zullen de spaar gelden van minvermogenden aange-' nomen worden", is een middenweg ingeslagen. Voorschotnemers en re kening-couranthouders betalen 't ze gel zelf. Wat de spaarders betreft: wat eenigszins onder „kleine luyden" valt, betaalt geen zegelkosten: een en ander ter beoordeeling van den kassier, die in dezen wel naar recht en billijkheid zal oordeelen. De af rekening met hen, die zelf de zegel kosten dragen, geschiedt per 31 Dec. Van de spaarders wordt het bedrag der gekweekte rente met de zegel kosten verminderd, de yoorschotne- mers betalen die kosten gelijk met de rente, en bij hen, die in rek. crt. werken, worden ze per 31 Dec. in debet geboekt. Wellicht kan deze of geene bank er nog zijn voordeel mee doen'; daarom deelde ik bovenstaande even mee. EEN KASSIER. Leeuwarden, 4 Aug. '19. Aan de Redactie „Raiffei sen-Bode". „Wanneer een lid van een locale Bank vertrokken is naar een kring, waar ook een locale Bank gevestigd is, kan hij dan nog lid blijven van de Bank in welker kring hij eerst woonde?" N. N. ANTWOORD DER REDACTIE. Bedoelt de Heer N. N. of een lid, dat buiten den kring zijner boerenleenbank zich vestigt, lid kan blijven, dan beantwoorden wij die vraag ontkennend. Hij voldoet dan niet meer aan de eischen voor het lidmaatschap dier boerenleenbank Verandert hij van woonplaats; b in nen dien kring, doch zoo, dat hij tevens onder het ressort eener an dere boerenleenbank valt, dan kan hij lid blijven, daar hij immers: dan blijft voldoen aan de eischen voor het lidmaatschap zijner bank voor geschreven. Aan Kassier. Hetgeen in de vorige Raiffeisen- bode door Kassier wordt medege deeld, aan Besturen en Raad van Toezicht der meeste Coöperatieve Boerenleenbanken, kan niet be schouwd worden als zeer vleiend, of van veel waardeering getuigend, voor 'tgeen die Besturen over 't alge meen verrichten, vooral de uitdruk king: „Zien in het dagboek, hoe het financieel met hun kennissen er bij staat", is teekenend, ook dat een nauwkeurige controle, dikwijls zal beschouwd worden, of het Bestuur den Kassier niet vertrouwt. Zeker vele Besturen zullen de meening van „Kassier" niet deelen en nemen de hun toevertrouwde zaak heel wat serieuzer op. Als het Bestuur bij de maandelijk- siche contröle, het Dagboek, post voor post, met de Grootboeken I, II en III, vergelijkt en natelt, als dan bovendien van ieder bedrag, door de inleggers; öf in ontvangst- nemers; vair gelden, een kwitantie ge- teekend wordt en die kwitanties; wor den ook elke maand met het Dag boek vergeleken, dan zal toch wel niemand durven beweren, dat zulk een contröle enkel dienst doet, om op de hoogte te komen van den fi- nancieelen toestand van kennissen. Zeker een contröle eens of tweemaal per jaar, van wege de Centrale Bank zal altijd nuttig en noodig blijven, maar bij de raadgeving van „Kas sier", om de Kassiers aan beter sa laris; te helpen, had die zonder eenig bewijs;, geuite verdachtmaking, van meer of minder ontwikkelde Boeren gerust ^achterwege kunnen blijven. Het Bestuur der Boerenleen bank te Rijpwetering, Oudi Ade en Kaag. Geachte Redactie, Verzoeke beleefd eenige plaats ruimte voor onderstaande: De zeer hooge prijzen, die de Coöp. Aankoopvereenigingen voor de Senoodigde voedermiddelen moe ten besteden, zullen die vereenigin- gen, welke nog geen contante be taling van hunne leden eischten noodwendig doen aankloppen om verhooging van crediet bij de Coöp. Boerenleenbanken. De geldruimte, waarover die banken beschikken, zal het toestaan van die credieten ver gemakkelijken. Het blijft voor de Coöp. Aankoopvereeniging evenwel een kostbare geschiedenis. Provisie en rente kunnen in een jaar heel wat bedragen. Dit zijn kosten, die ver meden kunnen worden door het .n- voeren van contante betaling. Voor vele vereenigingen brengt "dat be zwaren mede. Zeer waarschijnlijk zal het grootste deel der leden genegen zijn, contant te betalen. Bij iedere vereeniging zijn evenwel leden, die minder met aardsche goederen zijn bedeeld. Voor hen is; de Coöp. Aan koopvereeniging zoo'n belangrijke factor in hun bedrijf en juist die le den zijn vaak degenen, waarop het best kan worden gerekend ten op zichte van b 1 ij v e n d e afname, dat ën voor deze èn voor de vereeniging het verliezen van het lidmaatschap^ indien contante betaling verplichtend werd gesteld, zeer nadeelig zou worden. Deze categorie van leden zou door de leenbanken kunnen geholpen wor den door een blanco crediet. Doch dat deze daartoe zullen 'overgaan.is zeer twijfelachtig, omreden het in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1919 | | pagina 4