DE RAIFFEISEN-BO.DE. '9 ter het verslag volgende 5 puntjes bevestigden mij weer eens sterker het gevoel, dat elk bestuurslid van een boerenleenbank min of meer met zich omdraagt; vandaar dat zij zon der morren, in voldoening van het heil, hetwelk van hun Bank uitgaat, hun grootste belooning vinden. Hoe treurig echter werd mijn aan gename stemming vergald bij het le zen van het volgende ingezonden stukje, geteekend door „Kassier". Deze kassier woont waarschijnlijk tamelijk hoog en kijkt nog al fier over anderen heen. Jammer dat ZEd. zijn naam niet onder zijn stuk heeft geplaatst; allicht toch zou de aan dacht dan meer op zijn persoonlijk heid zijn gevallen en hij daardoor kans kon hebben eens kandidaat te worden voor bestuurslid der Centrale Bank, om, verkozen zijnde, in die kwaliteit met enkele forsche grepen de salarissen van de kassiers in eens goed en billijk te regelen. Toch geloof ik niet dat het wen- schelijk zal zijn dat hij eenmaal zoo ver komt, tenzijzijn oordeel over boeren en bestuursleden der boeren leenbanken anders; wordt. Naar mijn bescheiden meening toch teekent „kassier" zichzelf als hij schrijft „Toen hier indertijd een boeren leenbank werd opgericht, had ik „als; kassier weinig lust mij aan de „willekeur van 30 of 40 meer of „minder ontwikkelde boeren, waar onder soms met harde koppen, te „onderwerpen. „I k had de bepaling gemaakt, enz. enz." Doch hoe fameus; vernederend spreekt „Kassier" over de bestuurs leden van boerenleenbanken als hij in verband met controle schrijft: „Een bestuur en R. v. T. zal „meestal nog wel controleeren, in elk „geval kijken in 't dagboek, hoe dat „er financiëel met hun kennissen bij staat, maar een nauwkeurige con trole (we zullen maar aannemen, „dat ze meestal de noodige kennis „daarvoor hebben) dat stuit hun „«enigszins tegen de borst. „Immers, bij voortdurende scherpe „controle maakt het den indruk, dat „de kassier toch niet te vertrouwen „is, daarbij komt dat het schijnt dat „de kassier de mindere is, en in de „meeste gevallen zal de waarde juist „omgekeerd zijn...." Ik acht mij niet geroepen om „kas sier" te kwalificeeren, doch in ge val de kassier onzer Bank zulk een stuk durfde te plaatsen, zou ik gewis aan mijn medebestuursleden voor stellen de noodige stappen te doen om zoo een ambtenaar fatsoenlijk ontslag te geven en te doen benoe men in zijn plaats een flink persoon van den boerenstand. Zonder hier iets meer bij te voe gen, meen ik te kunnen eindigen door „Kassier" aan te raden te lezen en te herlezen het in den aanvang door mij genoemde verslag van de boe renleenbank „Ter Aar" te Nieuw - veen"met de 5 puntjes.. Met dank voor de plaatsing, M. d. R. Uw dw. C. UITENTUIS, bestuurslid der boeren leenbank te Broek in Waterland. Broek in Waterland, 26 Juli 1919. Een stukje historie. Namelijk uit de Raiffeisen-bewe- ging der locale bank te M., wier kassier aan"t woord is. 't Is, een paar jaar geleden, dat de algemeene vergadering van voor noemde bank besloot, dat een ieder, die boven f 1000 deponeerde, ver plicht was; 't lidmaatschap aan te vra gen. 't Gevolg is geweest: a. een vermeerdering van 't aantal leden, maar b anderzijds; het feit, dat een 30-tal niet-leden, die reeds een dé pot van f 1000.of meer hadden, dit depót sedert niet vergroot hebben. Om intusschen het schrikbeeld der persoonlijke aansprakelijkheid weg te nemen, werd op ruime schaal de vol gende circulaire verspreid: „Zooals; U bekend zal zijn, wer den in de laatste jaren zoo goed als allerwege in ons; land Raiffeisen- of Boerenleenbanken opgericht. Ons; land telt 1100 gemeenten, ter wijl het aantal Banken tot ruim 1000 steeg. Bijna in elke gemeente dus; werd een dergelijke Bank opgericht. En dit zal niemand verwonderen, als men bedenkt, dat een Boeren leenbank een instelling is, die het be lang van den tuinders,- en boeren stand ten doel heeft. In een Boerenleenbank kan men veilig zijn spaargelden beleggen, die te allen tijde met een opzeggingster mijn van enkele dagen kunnen opge vraagd worden. Geen wonder, dat ook bij de hier bestaande Raiffeisen- of Boerenleen bank vele en groote bedragen wor den gedeponeerd. Men is, van de zorg voor het geld af en heeft de zeker heid, dat het veilig belegd is. Een tweede voordeel, dat zulk een leenbank biedt, isi, dat de leden op een gemakkelijke wijze aan een voor schot geholpen kunnen worden. Het komt vaak, zelfs bij zeer ge fortuneerde mensehen, voor, dat er tijdelijk behoefte bestaat aan eenig bedrijfskapitaal. Een Boerenleenbank verstrekt den leden wat zij noodig hebben, 't zij tegen zakelijk onderpand, 't zij te gen peersoonlijke borgstelling. En wel tegen voorwaarden, die zeer aannemelijk moeten genoemd worden. Niemand zal b.v. beweren, dat 4 °/o een hooge rente- is. Daarbijal wat in en door de Bank geschiedt, blijft geheim. Bestuur, Raad van Toezicht en Kassier beta len een boete van vijftig gulden, zoo zij de geheimen der Bank schenden. Nu zal misschien deze of gene zeg gen: „Ik erken, dat een Raiffeis,en- of Boerenleenbank een zeer nuttige instelling is, dat zij een zegen is in de gemeente. Ik erken, dat 4 rente van voorschotten een zeer ma tige rente is;, maar 'k zie op tegen de persoonlijke aansprakelijkheid, die het fundament van alle Boerenleen banken vormt." Op de eerste plaats moet opge merkt worden, dat hij, die tot dui zend gulden deponeert, 't lidmaat schap niet behoeft aan te vragen, dus buiten alle persoonlijke aanspra kelijkheid blijft. Alleen hij, die bo ven f 1000.deponeert of een voor schot wenscht, is verplicht zich als lid aan te sluiten. Op de tweede plaats; mag ge vraagd: Is; die aansprakelijkheid juist geen aanbeveling? Zij vormt een fun dament zoo hecht en sterk, als an dere Banken of financieele instellin gen niet bezitten. „Maar zal men zeggen als; er toch eens wat gebeurt, als er eens; een fout gemaakt wordt, dan moet ik als; lid toch meehelpen om die fout te herstellen." Laten we eens; even een voorbeeld nemen. Stel: een- bank heeft een re servefonds van tienduizend gulden. Nu wordt er op zekeren dag een fout gemaakt, waardoor een verlies van f 9000.ontstaat, die niet door verzekering gedekt is. Worden nu dadelijk de leden aangesproken om met z'n allen 't verlies; te dekken? In 't geheel niet. Door dat verlies heeft die bank nog een reserve van fiooo.over en tracht volgende ja ren door een zuinig beheer weer een reservefonds van beteekenis te krijgen. Een ander voorbeeld: Een Bank heeft een fonds van f 4000.en lijdt door fraude een verlies; van der tig duizend gulden, die niet door verzekering gedekt is;. Wordt nu in zulk een geval de persoonlijke aan sprakelijkheid toegepast? Ook niet. Een voorbeeld uit den laatsten tijd zal dit duidelijk maken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1919 | | pagina 3