n II -- II n u y a fl U U Coöperatieve Centrale Raiffeissen-Bank te Utrecht, II u IS KI 4 DE RAIFFEISEN-BODE. is, waaraan in de tegenwoordige fi- nancieele toestanden wel eens ge dacht mag worden, alsi men geld deponeert, dan is het zeker wel deze zaak: de onbeperkte aansprakelijk heid der leden. 3. De Coöp. Boerenleenbank zoekt geen winstbejag. Het voor naamste doel is: haar leden op een gemakkelijke en ,goedkoope wijze in geldelijke aangelegenheden te helpen, daarom geen provisie, geen admini stratiekosten enz. Onze Banken zijn instellingen van naastenliefde en hulpvaardigheid, niet zoozeer in woorden, maar wel in daden. Velen van U zouden dit kunnen getuigen en erkennen het ook. Andere banken moeten groote winsten maken, al lij ken haar voorwaarden zo;o schoon, want directie, commissarissen, divi denden enz. eisehen dit. Er zijn dan ook direktiesi van banken, die eerlijk genoeg zijn om te verklaren: tegen de Coöp. Boerenleenbank kunnen we niet werken. 4. De kleine winst, die wij ma ken, vormt een reservefonds, dat bij ons blijft en in de toekomst alleen gebruikt mag worden voor U en uw nageslacht. 5. En ten laatste nog eens: De Boerenleenbanken hebben de ge schiedenis met zich. De Fransch- Duitsche oorlog: de wereldoorlog der laatste jaren hebben bewezen, dat juist in kritieke tijden de Boerenleen banken vooruitgaan. Het werken en lid zijn bij de Boe renleenbanken is: dan ook -een sichoone zaak. Laten we daarom een drachtig blijven samenwerken, steunt uw bestuurders, dan zal onder Gods zegen uw Bank nog veel kunnen aanbrengen tot voortdurenden bloei van land- en tuinbouw in deze stre ken. Met dezen wensch sluit het Be stuur der Bank gaarne- dit verslag. 10 Mei 1919. NASCHRIFT DER REDACTIE. Ofschoon dit verslag feitelijk te groot isf'óm opgenomen te worden, plaatsen wij dit om als model te laten zien hoe de banken aan hare leden jaarlijks: een beknopt ver slag der werkzaamheden enz. kun nen aanbieden. Mijnheer de Redacteur, Meermalen lees: ik in „De Raif- feisen-Bode" over salarissen van de kassiers, over controle door het be stuur, over vergoeding aan het be stuur enz. Het heeft mij steeds verwonderd, dat de Centrale geen bepalingen ge maakt heeft, of althans: leiding heeft gegeven, of voorstellen heeft gedaan •aan de boerenleenbanken, voorna melijk voor de betalingen der kas siers. Toen hier indertijd een boerenleen bank werd opgericht, had ik als: kas sier weinig lust mij aan de willekeur van 30 of 40 meer of minder ont wikkelde boeren, waaronder soms met harde koppen, te onderwerpen, Ik had de bepaling gemaakt, dat de kassier 1/10 pet. kreeg van de spaar gelden en 1/10 pet. van de voorschot ten, en van de uitbetaling in loo- pende rekening, dit laatste slechts eenmaal van het toegestane crediet, en alleen van de inleggers: en de le den, niet van de C.B. Ik meende in vergelijking met bestaande leen banken, dat deze regeling wel be hoorlijk zou zijin, misschien zal dit te weinig of te veel geacht worden (te veel denk ik niet) maar nu heeft de kassiers een beetje houvast en het salaris kan ook gemakkelijker her zien worden, als, later blijkt, dat het noodig is:. Wat de controle van het bestuur betreft, laat mij dan in de eerste plaats zeggen, dat het beslist noodig is: dat vanwege de C.B. min stens tweemaal per jaar nauwkeurig gecontroleerd wordt. Een bestuur en R.v.T. zal meestal nog wel controlee ren, in elk geval kijken in 't dagboek, hoe dat het er financieel met hun kennissen bij staat, maar een nauw keurige controle (we zullen nu maar aannemen dat ze meestal de noo- dige kennis: daarvoor hebben) dat stuit hun eenigszins tegen de borst. Immers bij voortdurende scherpe con trole maakt het den indruk, dat die kassier toch niet te vertrouwen is, daarbij komt dat het schijnt dat de kassier de mindere is, en in de meeste gevallen zal de waarde juist omge keerd zijn. Ik weet wel, in de sta tuten en het reglement is: alles be hoorlijk geregeld, maar men moet met de practijk terdege rekening hou den en daarom nog eens, controle door de C.B. door deskundige in specteurs, die noch de kassiers, noch het bestuur of R. v. T. naar deoogen heeft te zien. Voor bestuur en R.v. T. hebben wij hier bij de oprichting voor elke vergadering presentiegeld vastge steld. KASSIER. Uier Procents Deposilo-OMigalien in stukken van f 1000 en f 500. Coupons 30 Juni—31 December. Do nieuwe eerie is uitsluitend verkrijgbaar gesteld voor Particulieren. Aanvragon te richten aan de ter plaatse gevestigde Boerenleenbank.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1919 | | pagina 4