Coöperatieve Centrale Raiffeissen-Bank te Utrecht, jj
76
DE RAIFFEISEN-BODË.
der landbouwmaatschappijen bij vele
boeren zoo weinig belangstelling on
dervindt, omdat de practische belan
gen van den boer meermalen in den
boezem dier Mij. meermalen maar
matige belangstelling ondervinden, en
omdat meermalen van die instellin
gen nog leden zijn die vijandig staan
tegenover verschillende vormen van
coöperatie. Maar aan wie hiervan de
schuld? Als de landbouwers alle le
den waren van die Mijen, zooals. ze
lid zijn van een aankoopvereeniging,
was. vanzelf de toestand al heel an
ders..
Men kan aan die Mij.en niet ont
zeggen, dat ze veel hebben gedaan
tot verbetering van allerlei land
bouwbelangen, ook al kwam het wel
eens voor dat aan h^t belang van
den landbouw tegenstrijdige advie
zen werden gegeven of daden ver
richt.
Het moet er toe komen dat alle
boeren leden worden van organisa
ties,, di,e zich op ander terrein bewe
gen dan enkel op dat van den aan
koop en verder dat de verschillende
landbouworganisaties veel meer een
geheel vormen dan tot nog toe het
geval isi.
Dat van verschillende landbouw
maatschappijen nog molenaars, bak
kers, en zelfs handelaars in land
bouwproducten en landbouwbenoo-
digdheden lid zijn, mag de boeren
niet weerhouden ook daarvan lid te
worden.
Het is natuurlijk niet goed dat
menschen als bovengenoemd lid zijn
van een landbouworganisatie, even
min als, het te verdedigen zou zijn,
als, een landbouwer lid was van een
molenaarsvereeniging of handelaars-
organisatie. Zoodra echter de land-
bouwmaatschappijen worden werke
lijke boerenvereenigingen, dan zullen
de ongewensehte elementen er van
zelf uit verdwijnen.
Het is' echter noodzakelijk zich in
dit opzicht voor overdrijving te wach
ten. Er zijn tal van personen die,
zonder boer te zijn, de doorslaande
bewijzen leverden te voelen voor de
boerenbelangen, die steeds daarvoor
op de bres, staan en door hun helder
inzicht in de dingen en hun meer
dere ontwikkeling een sterken steun
aan de organisatie kunnen geven.
Te weren zijn alleen die personen,
die door hun positie of betrekking
geacht moeten worden aan den land
bouw tegenstrijdige belangen te
hebben.
De geringe kracht, die, tot nog toe
de landbouworganisatie heeft kun
nen ontwikkelen, is vooral toe te
schrijven aan de hopelooze verdeeld
heid der verschillende organisaties.
En in de toekomst zal het volstrekt
noddig zijn, dat de heele Nederland-
sche landbouw als één man optrekt
om op te komen voor zijn belangen
en dat de regeering weet dat, als; na
mens, den Ned. boer tot haar gespro
ken wordt, dit ook inderdaad de stem
der boeren is;.
Wij behoeven maar enkel te her
inneren aan het advies, dat indertijd
door het Kon. Néd. Landbouw-Co-
mité aan de regeering gegeven is in
zake het mond- en klawzeer, om ten
volle te beseffen, dat onze landbouw-
vertegenwoordiging niet is; wat ze
möet zijn. Daarin verbetering te bren
gen ligt aan de Nederlandsche land
bouwers, en het is hun schuld dat dit
nog niet beter in orde is;.
Waarom wordt men li^ van een
aankoopvereeniging, leenbank of zui
velfabriek? Omdat men daaivan da
delijk de tastbare voordeelen geniet.
En omdat het lid zijn van een land-
bouw-maatschappij niet dadelijk geeft
te zien, dat men voor een dubbeltje
vijftien centen terug krijgt en boven
dien dit lidmaatschap nog een be
drag van meestal een rijksdaalder
per jaar vordert, laat men het aan
anderen over daarvan lid te worden.
Men vergeet dan dat door al
dus te handelen, men zich wel eenig
direct, zichtbaar voordeel bezorgt,
maar over het hoofd wordt gezien,
dat de belangen van den boer niet
enkel liggen op zijn boerderij, maar
ook zeer nauw verband houden met
de maatschappelijke toestanden.
Als de regeering wist, dat de heele
Nederlandsche boerenstand een goed
geordende organisatie was en dat de
stem van de voormannen dier orga
nisatie de stem van den Nederland
sehen boer was, zou zij meer en be
ter rekening houden dan tot nog toe
met het oordeel, de adviezen en de
wenschen dier organisatie.
En het zijn juist de economische
toestanden in ons land, die voor de
rentabiliteit van het bedrijf zoo over
wegend zijn. Of een zak kunstmest
al enkele centen minder kost, mag
van belang zijn, van veel meer betee-
kenis: is, dat in regeeringskringen
wordt ingezien en de wetgeving daar
naar geregeld, dat ons land een larifi-
tyauuierii land is, en dat het over-
groote deel onzer bevolking van den
landbouw leeft.
Of per jaar al enkele guldens; voor
de organisatie moet worden betaald,
beteekent niets; in vergelijking met
den invloed dien de landbouw dan
zou kunnen uitoefenen om gunstige
toestanden voor den landbouw te
verkrijgen.
Het hangt van de boeren zelf af of
de regeering in de toekomst rekening
met de wenschen van den landbouw
houden zal. Het is, daarom dringend
noodzakelijk, dat alle boeren zich
aansluiten bij die organisaties die
niet enkel het materiëele belang van
den boer beoogen, maar zich meer
met de ideëele belangen van~den
landbouw bezig houden.
De toestanden in die organisaties
zullen reeds; door het lidmaatschap
van een groot aantal boeren, veel
-veranderen en de bezwaren die men
dikwijls; tegen landbouw-maatschap-
pijen heeft, zullen dan vanzelf ver-
anderen. Daarom is; enkel noodig
dat de landbouwer iets; verder kijkt
dan het kleine kringetje van zijn be
drijf en inziet dat zijn belang in
hoofdzaak ligt in goede economische
verhoudingen in de maatschappij.
iWFrMsliiiiiHoWgaiiêiil
- DER -
S in stukken van f 1000 en f 500. Coupons 30 Juni—31 December.
De nieuwe serie is uitsluitend verkrijgbaar gesteld voor Particulieren. Aanvragon te richten aan da
ter plaatse gevestigde Boerenleenbank.