OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
rTE UTRECHT.
REDACTIONEEL GEDEELTE
No. 11.
MEI 1919
Vierdo Jaargang
Verschijnt den eersten van
iedere maand
Abonnement f 0.50 per jaar
Losse nummers 10 Cent.
franco per post.
Redactie en Administratie
DRIFT 13, UTRECHT.
Teleph. Interc. No. 1705.
Inhoud van dit nummer.
1. Redactioneel gedeelte a. Stortings
bewijzen en kwitantiön. b. Polissen van le
vensverzekering als onderpand. - 2. Lat
onze boerenleenbanken a. Ingezonden door
Langezwaag. b. Verslag alg. verg. Kapellc
(bij Goes). e. Ring Rijnstreek, d. Ingezon
den door Ranlte. e. Opgave Kieuw-Na
men. 3. Overgenomen uit de. Vakpers,
,.De Coöperatie in de Toekomst", door
I.(oh) O.(bbink), overgenomen uit het Al
gemeen Landbouwblad". '4. Advertenties.-
Stortingsbewijzen en kwitantiën.
Bij stortingen late men stortings
bewijzen, bij uitgaven kwitantiën tee-
kenen. Men wijke van dien regel niet
af. Daardoor wordt mogelijk gehar
rewar in de toekomst voorkomen,
welk geharrewar, vooral na overlij
den van de betrokkenen, kan ont
staan.
Het komt voor, dat kassiers op
straat gelden in ontvangst nemen en
uitbetalen.
Dat is natuurlijk zeer voorkomend
van zulk een kassier, maar de ge
volgen kunnen minder aangenaam
zijn. Dit is, geen theorie, want er is
wel eens kwestie over dergelijke ge
storte of uitbetaalde bedragen ont
staan.
Dezer dagen kregen wij weer kennis
van een ander geval.
De voorzitter van een boerenleen
bank betrok voor zichzelf 2 deposito-
obligatiën.
De kassier boekte het bedrag in de
boeken der boerenleenbank van zijn
spaargeld af.
Bedoelde voorzitter beweert, dat
hij den prijs, der stukken aan den kas
sier in contanten heeft voldaan; de
kassier beweert, dat dit niet het ge
val is.
Het bedrag werd niet in het spaar
boekje van den voorzitter afgeboekt,
doch deze teekende wel eene gewone
kwitantie.
Een stortingsbewijs werd niet ge-
teekend.
Het ligt buiten ons bestek, hier
verder op de gerezen kwestie in te
gaan, doch hadden èn voorzitter èn
kassier beide geheel formeel en over -
I eenkomstig de voorschriften gehan
deld, dan ware er geene kwestie ge
rezen.
Een schip op strand is een baken
in zee.
Polissen van Levensverzekering als
onderpand.
Herhaaldelijk komt het voor, dat
boerenleenbanken voorschotten ge
ven op polissen van levensverzeke
ring.
Wij beschouwen dit onderpand als
minder geschikt. Heeft zulk een po
lishouder gelden noodig, dan kan hij
veelal wel terecht bij de maatschappij,
welke die polis; uitgaf.
Deze maatschappij weet, wat de
waarde is.
De boerenleenbank weet dat niet
en moet daarover dus; eerst inlichtin
gen inwinnen.
Voor de bank is' die polis vrijwel
gelijk te stellen met een moeilijk ver
zilverbaar stuk.
De bank moet zich de vordering,
welke uit die polis voortspruit, laten
overdragen en zich als; begunstigde
doen aanwijzen, waarvan de betrok
ken levensverzekeringmaatschappij
moet kennis: dragen.
Deze moet eene desbetreffende
verklaring op de polis; stellen.
Gedurende de eerste drie jaren,
welke de verzekering loopt, heeft een
polis; veelal geen waarde. Houdt de
verzekeringnemer in dien tijd op met
het betalen van premie, dan vervalt
de vordering aan de maatschappij.
(Tenminste deze bepaling komt dik
wijls voor). Daarna pas heeft dan de
polis; afkoopwaarde, d. w. z. wil de
maatschappij tegen intrekking van de
polis; een bedrag uitbetalen. Dat be
drag is; echter niet dat, hetwelk aan
den polishouder oï verzekerde na
verloop van den tijd, in die polis aan
gegeven, zou worden uitbetaald.
Dit toch wordt alleen ten volle uit
betaald, als alles zijn regelmatig be
loop heeft en dan na verloop van al
die jaren en nadat de premie gere
geld is; voldaan.
Op zulk een polis;, die eene uitkee-
ring vermeldt van f 1000.een voor
schot geven van f900.is dus on
geoorloofd, daar het voorschot dan
niet door voldoende zekerheid is;ge
dekt.
De polis,waarde is dan immers be
duidend minder dan f 1000. Dit laat
ste is de hoogste waarde, welk het
stuk ooit kan verkrijgen, n.1. het be
drag der uitkeering en dan is; ze als
zekerheid voor den polishouder of
zekerde juist niet meer noodig, daar
hij dan het bedrag der uitkeering te
gen intrekking van de polis krijgt
uitbetaald.
Men vermijde dergelijk onderpand
en verwijze liever den polisihouder
naar zijne levensverzekeringmaat
schappij. De zaak wordt evenwel an
ders indien de geregelde premiebe^
taling is gewaarborgd, hetzij! door
zakelijke of door persoonlijke waar
borg. Deze borgstelling heeft dit
voor, bij gewone persoonlijke borg
stelling, dat 'bij overlijden van den
debiteur (verzekerde) de borgstelling
zonder nadeel voor den borg afloopt,
welke zonder die verzekering geheel
teil laste van den 'borg zou komen.
Uit onze Boerenleenbanken.
Geachte Redactie,
In nummer 10 van „De Raiffei-
s,en-Bode" las ik een ingezonden stuk
van den Heer Papenhuizen te
Raalte, en ik meende naar aanlei
ding van dat schrijven een weinig
plaatsruimte te moeten vragen.
Gaarne erken ik in mijne kwaliteit
als besluurslid, dat de salarissen der
kassiers over 't algemeen te laag zijn
en ik twijfel niet of ieder Bestuurslid
van eene Boerenleenbank, welke
eenigen tijd bestaan heeft, zal dit er
kennen ,of wordt door den heer P.
in zijn schrijven eene zeer "lage ge
dachte gekoesterd over cle capacitei
ten der Bestuursleden?
Ook wil ik gaarne erkennen, dat
een goed kassier de man is, op wierj
een groot deel der administratie rust,
doch een bestuur moet in elk geval
in staat zijn de boekhouding goed te
kunnen controleeren, en van verschil
lende andere zaken de Bank betref
fende kennis hebben, het moet we
ten te beoordeelen de credietwaar-
digheid der leden, het moet zelf-