- fs
DE RAIFFEISE N-B D E
63
waarden zoodat men voor elk ver
lies is gevrijwaard.
De premie bedraagt al naaf den
aard der verzekering van 1 tot 13/4
procent.
En nu geloof ik in oprechtheid,
dat zulk een Mij. werkelijk in eene
behoefte voorziet. Men krijgt een
idee van het fijne maatschappelijk
raderwerk, dat in elkaar grijpt.
Maar de premie, welke verlangd
wordt, is niet gering en dan nog kan
men m. i. in de practische werking
van dergelijke instellingen teleurstel
ling ondervinden.
Ter staving dezer veronderstelling
diene, dat een kweeker met een
bloeiende zaak zich tot een dergelijke
verzekeringmij. wendde. Deze instel
ling was genegen tegen 1 pet. borg
stelling te verleenen onder 2e hy
potheek op zijne onroerende goede
ren of daar de aanvrager zulks niet
wenschte, tegen afgifte zijner brand
en levensverzekeringspolissen en ver
panding van zijn roerend goed.
Het bovenstaande beoogt zonder
een blaam te werpen op dergelijke
instellingen, een afwenden onzer
coöperatie van alles wat een specu-
tief karakter draagt en eene opwek
king tot exploitatie der coöperatieve
kracht.
Indien men deze opwekking ter
harte wil nemen, bestaan er voor ons
nog twee wegen, t. w. de verplichte
omslag, alias verzekering, en de vrij
willige. De zaak is eenvoudig ge
noeg.
In beide gevallen zou m. i. een
fonds moeten worden gevormd, om
een eventueel te lijden verlies ten
spoedigste te kunnen dekken.
Bestaat zulk een fonds niet, dan
moet het verlies door een omslag
worden gedekt. De vorming van het
fonds en de heffing van den omslag
kunnen beide geschieden naar ver
houding van den omzet over het af-
geloop en bo e'kj aa r
Om een idee te hebben van de
kracht, welke een organisatie als de
onze kan ontwikkelen, bedenke men
dat iedere bank tot vorming vaneen
fonds van 10 mille gemiddeld slechts
pl.m. 16 gulden bijdraagt, wat voor
een vereeniging een luttel bedrag is.
Een buitengewoon groot fonds zou
ik althans voorloopig niet noodig
achten. Het kan voldoende worden
geacht indien het slechts in staat
is de te verwachten verliezen te dek
ken. Verder veronderstellen we, dat
dan de technische en administratieve
moeilijkheden niet groot zijn. De
Centrale Bank kan m. I. zich be
lasten met de uitvoering ervan. Zij
heft den omslag tot vorming van het
fonds en dekt na onderzoek het even
tueel te lijden verlies^ waarna dit ver
lies weer over de vereenigingen wordt
omgeslagen .Desnoods; zou aan de
Centrale een aparte verzekeringsaf-
deeling kunnen worden gevormd.
Nu blijft mij eene beschouwing van
de wenschelijkheid eener verplichte
dan wel vrijwillige verliesverzekering
over en hiermede zijn we van onzen
kant spoedig klaar. M. i. is eene ver
plichte verzekering verre boven een
vrijwillige te prefereeren met het oog
op een goeden opzet, meerdere
krachtsontwikkeling en betere kans-
verdeeling. En waarschijnlijk zal
men éénparig tot oprichting eener
verplichte verzekering besluiten, zoo
dra betreffende voorstellen worden
gedaan.
Immers het risico voor iedere bank
is zoo groot en voor de geheele
organisatie zoo miniem, dat het,zon
der een anders overtuiging te kwet
sen, belachelijk zou zijn zich er te
gen te verzetten.
Men heeft het verzekeringsvraag-
stuk wel al van alle zijden bekeken
en men is wel overtuigd van de nood
zakelijkheid van verzekering indien
het risico groot is en de premie naar
verhouding gering. Deftk b.v. aan de
brandassurantie.
Maar mocht men desondanks op
de eerstkomende algemeene verga
dering ,waar voorstellen m. i. we
gens de urgentie van het vraagstuk
niet mogen ontbreken, niet van de
verplichte onderlinge verzekering
willen weten, dan zou men tot vrijwil
lige kunnen besluiten. En zou ook
deze poging onverhoopt fiasco lij
den, dan rest ons alleen het onder
punt 4 genoemde, „het collectief con
tract". M. i. zou men zich dan in
de eerste plaats moeten wenden tot
de onderlinge verzekeringsinstellin
gen te Amsterdam, ik bedoel de
Land- en Tuinbouwonderlingen e.a.,
welker directie geheel in het verze
keringswezen is doorkneed, en die
waarschijnlijk gaarne het varkentje
voor ons zouden willen wassichen. En
men verkreeg dan ook een zuiver
onderlinge verzekering verplicht of
vrijwillig, al naar men dit zou wen-
schen, zoodat daarmee voorkomen
zou zijn, dat de gelden, welke door
het verband zouden worden besteed,
buiten dit verband zouden terecht
komen.
Maar nogmaals, ik zou liever ge
heel thuis blijven bij Moeder de Cen
trale, terwijl het ideale voor mij zou
zijn, dat zij op gezag van een eenpa
rig besluit der ledenvergadering
hare kinderen verplicht ging 'be
schermen.
Wat de verzekering zelve betreft,
nog dit:
Ik wensch ten dezen een meest
ruime opvatting en zag het liefst tot
stand komen een verplichte onder
linge verliesverzekering, welke het ri
sico zou dragen van het te bewij
zen verlies van gelden of gelds
waarden als tengevolge van fraude
en ongeval van den kassier en van
ijet personeel ,van diefstal, van be-
rooving, van inbraak, enz.
Een gedeeltelijke verzekering zou
slechts een halve maatregel zijn, een
organisatie als de; onze onwaardig.
Verder wensch ik op te merken,
dat de verschillende details desige-
wenscht kunnen worden uitge
werkt, als:
1. uitschakeling van het eerste ge
deelte van het verlies b.v. tot het
bedrag der borgstelling van den kas
sier, wat bij banken zonder perso
neel, kan worden toegepast;
2. dat een klassenindeeling ont
staat voor banken niet of zonder per
soneel buiten den kassier;
3. aansluiting van de Zuivel-
bank(en?) en de Centrale Bank zelf
bij deze regeling.
Wat bet geopperde bezwaar'betreft
bij verzekering, van verslapping der
controle van het Bestuur en den R.
v. T. op de gestie van den kassier
en het personeel, kan men gevoege
lijk de schouders ophalen.
Het bestuur, dat aandringt op een
afwentelen van dit door niemand te
overziene risico geeft hierdoor blijk,
oog te hebben voor de belangen en
den welstand zijner bank en zal m. i.
ook op het gebied der controle zijn
taak ernstig opvatten.
Zouden bona-fide verzekerden
eener brandverzekeringmij. op grond
hunner gesloten verzekering roeke
loos worden?
Ik besluit deze beschouwing n&
verwijzing naar wat reeds uit den
boezem der vereenigingen naar voren
kwam, met het Bestuur der Cen
trale Bank dringend in overweging
te geven, het onderwerp in studie
te nemen en wegens de urgentie en
der eenheidswille op de meer ge
noemde algemeene vergadering met
een bestuursvoorstel te komen,
waarin eene verzekering als boven
aangegeven, wordt belichaamd.
Secretaris van het Bestuur
der Coöperatieve Boeren
leenbank, aldaar.
G. BOTKE.
Hoogezand, 17 Febr. 1919.
Vlaardingen, 1 Febr. '19.
Geachte Redactie,
Beleefd verzoek ik U mij eenige
plaatsruimte te willen afstaan voor
het navolgende.
Den 14 Januari j.1. kwam geheel
onverwachts, waar trouwens niets
tegen is, en hetgeen ik zeer bevor-