De Ringorganisatie. 36 DE RAIFFEISEN-BODE. Algemeen is men de opvatting toe- daan, dat wil Uw dienst werkelijk aan de verwachtingen beantwoorden, deze beperkende bepaling behoort te vervallen, waarom wij U verzoeken ten spoedigste bedoelde verandering te willen aanbrengen. Hoogachtend, Coöp. Boerenleenbank te Men behoeft natuurlijk dit concept niet letterlijk over te nemen. Het is alleen onze bedoeling, dat depressie van meerdere zijden komt dan van de Centrale alleen. De Rekening-Courant. Behalve de rente wordt bij cre- diet-verstrekking in loopende reke ning veelal ook cenige provisie in rekening gebracht. Deze wordt dan berekend aan het einde des jaars over de in dat jaar uitbetaalde bedragen. De rekening-courant is de beste vorm van geldverkeer voor le den-N creenigingen, als Boerenbon den, Landbouwvereenigingen, Graan- malerijen, Zuivelfabrieken enz. Intusschen is voor deze vereeni- gingeu, welke veelal een beduiden den omzet hebben, deze provisie somtijds te bezwarend. Voor haar toch gelden dezelfde bepalingen te dezen opzichte als voor gewone leden, die in rekening-cou rant staan en voor wie het te be talen provisiebedrag veelal geen ge wicht in de schaal legt. Wij geven de Boerenleenbanken in overweging, zoo zij al de provisie voor dergelijke vereenigingen willen handhaven, deze niet te hoog te stel len, want het loopt, als reeds ge zegd, anders te veel op. Mogelijk zoude ook eene abonne mentsprovisie (een vast bedrag bij accoord vast te stellen), in deze ge vallen kunnen worden overeenge komen. Uitbetaling van melkgelden door de Zuivelfabrieken. Indien de Directeur der Zuivelfa briek op de dagen, waarop de melk gelden aan de leden moeten wor den uitbetaald, klein papier en spe cie wenscht te ontvangen, zendt de Centrale hem dit toe op order van de boerenleenbank. Bij die order moet dan worden opgegeven, hoe veel bankbiljetten van ieder bedrag en welke specie verlangd wordt. Ook kan de Directeur aan die leden der fabriek, welke met de boerenleen bank in rekening staan, de melkgel den betalen met aanwijzingen op de locale bank. De kassier debiteert dan de fa briek voor die bedragen en credi teert de rekeningen dier leden. Wat betreft die toezending van klein papier en specie, is het, als bekend, eenigen tijd geleden nog al lastig geweest, in alle opzichten de order uit te voeren. Immers het was soms. bezwaarlijk de zilverbons en het klein zilvergeld, dat benoodigd was, machtig te worden. De Nederlandsche Bank gaf maar een bepaald bedrag aan zilverbons af en het klein zilvergeld werd blijk baar door de burgerij vastgehouden. Intusschen hebben wij den laatsten tijd weer alle orders, als verzocht, kunnen uitvoeren, behalve wat betreft het klein zilvergeld. Zilverbons kun nen wij voldoende bemachtigen. In sommige gevallen zal het ech ter, zóoals hierboven reeds werd ge zegd, mogelijk zijn, dat niet in con tanten den leden hunne melkgelden worden uitbetaald, doch dat hunne rekeningen bij de boerenleenbank voor die bedragen worden goedge schreven. Wellicht kan men, door dezen weg op te gaan, de zaak beduidend vereenvoudigen. i 1 i i t De leden van Vereenigingen, welke met de boerenleenbank werken, behooren ook zelve lid der Boeren leenbank te zijn. Het aantal vereenigingen (Zuivel fabrieken, Onderlinge Brandassuran- tie's, Graanmalerijen enz.), aangeslo ten bij boerenleenbanken, neemt voortdurend toe. Nu wil het ons echter voorkomen, dat de leden dier vereenigingen en vennootschappen, die alzoo indirect zelve van de bank voordeel genieten, ook zelve zich bij de boerenleenbank als lid aansluiten. Zij dragen daardoor mede de aan sprakelijkheid en liet is billijk, dat dit zoo is. Immers het gaat niet aan, dat men wel zij het dan indirect er van wil profiteeren, maar niet mede zijne schouders er onder wil zetten. Het komt dikwijls voor, dat van vereenigingen, welke een groot cre- diet genieten, slechts enkele leden ook persoonlijk lid der bank zijnen het is gewenscht, dat de besturen der banken hierop eens worden ge wezen. Door in dezen te laks op te treden, verzuimen zij de gelegenheid, hunne bank ook in dit opzicht, krachtig te maken. Zij moeten die personen leeren, niet alleen de zaken hunner vereeniging, maar ook hunne eigen zaken met de bank te doen. Wij vernemen, dat naast de reeds bestaande ringen van boerenleenban ken, enkele nieuwe zullen worden op gericht. Zoo bestaan er plannen, om voor het Westelijk deel van Gelder land en ook in de provincie Utrecht, zulk eene ring te vormen. Wij juichen dit streven toe, daar het niet anders dan ten voordeele der geheele organisatie kan zijn, als de banken aldus onderling voeling met elkaar houden en hare gemeenschap pelijke belangen in engen kring kun nen bespreken. De saamhoorigheid wordt er door bevorderd en de band tusschen onze banken onderling wordt er door versterkt. Toch zal slechts dan ook de Cen trale hiervan direct profijt trekken, als de ringen als zoodanig in de organisatie eene min of meer offi- ciëele plaats innemen. Het is ons bekend, dat reeds ge- ruimen tijd een streven, om dit doel te bereiken, bij onze banken merk baar is. Immers men voelt, dat de ringen feitelijk los van de Centrale staande, niet geheel aan haar doel kunnen beantwoorden. Hoe druk bezocht de vergaderin gen der ringen ook veelal zijn en hoe geanimeerd ook de besprekingen daar gehouden, het is en blijft een gebrek, dat zij zich niet officieel tot de Centrale kunnen richten, daar de statuten van deze de ringorganisatie niet kennen. Wel heeft het Bestuur der Cen trale zich nu en dan eens clan destien tot het Bestuur eener ring om voorlichting gewend en van die voorlichting een dankbaar ge bruik gemaakt maar dat alleen bewijst reeds afdoende, dat de toe stand, zooals die nu bestaat, niet meer aan de behoeften beantwoordt. Men moet letten op de teekenen. der tijden en om aan zijn doel te blijven beantwoorden, voelen, wat in den boezem der banken omgaat. En om dit laatste te doen, zal men zal in dit geval de Centrale een orgaan moeten hebben, waardoor dit mogelijk wordt. En dat orgaan wordt gevonden in de ringen. Deze hebben haar recht van bestaan bewezen. Zij zijn in het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1918 | | pagina 2