Een nieuw formulier.
28
DE RAIFFEISEN-BOD'E.
ring ook' geldt voor stortingen op de
postrekening der Centrale.
Wij nierken ten dezen op, dat be
doeld verzekeringcontract nog loopt
en dat wij wel eene mogelijke wijzi
ging, mettertijd in dat contract aan
te brengen, overwegen, doch voors
hands niet tot afschaffing daarvan
denken over te gaan.
Immers zullen er voorloopig wel
steeds een aantal aangeteekende brie
ven blijven komen. In ieder geval
komen er dagelijks nog enkele aan.
De wijziging van bedoeld contract
zoude alleen betreffen het maximum
van het totaal aldus verzekerd be
drag.
Dit is echter alles van nader order
en wij komen te zijner tijd 'daarop
terug.
Het spreekt echter wel vanzelve,
dat het verzekeringcontract voor zoö-
ver de stortingen op onze postre
kening betreft, niet geldt, om de
eenvoudige reden, dat eene ver
zekering voor die bedra
gen onnoodigis.
Immers men moet zich de zaak
aldus voorstellen, dat de Centrale bij
elk postkantoor en hulppostkantoor
hare rekening heeft liggen.
Bij storting op die rekening bij een
dezer kantoren, stort men direct in
de kas der Centrale zelve.
De post moet die bedragen aan
de Centrale verantwoorden. Zij is als
het ware in dit opzicht als de kas-
houdster der Centrale te be
schouwen.
Voor verduistering van bedoelde
bedragen behoeft dus de boerenleen
bank zich niet ongerust te maken,
evenmin als de Centrale.
Aan het bewijs, dat de kassier der
boerenleenbank van den betrokken
postbeambte bij de storting ont
vangt, heeft de boerenleenbank even
veel als aan een depotbewijs der Cen
trale zelve. 1
Immers in dat stortingsbewijs
wordt erkend, dat de postrekening
der Centrale met het bedrag dier
storting, gedaan door die boerenleen
bank is te goed geschreven. (De kas
sier moet die bewijzen bewaren.)
't De storting op onze postrekening
draagt dus hetzelfde karakter en is
in wezen gelijk aan de storting op
het kantoor der Centrale zelf I
BEflICHT.
Wij stellen ons voor, op de in de
voorgaande nummers door de Hee-
ren Lutz, Joppe en Busé Jr. ontwik
kelde ideën inzake de borgverzekë-
ring voor kassiers, spoedig terug te
komen.
Verloopen Oprichtingstermijn.
Aan de Centrale Bank werden ter
inzage toegezonden de statuten eener
vennootschap, die voor een bepaal
den tijd was opgericht, doch na het
verloopen van dien tijd niet was ver
lengd.
Hetzelfde geval kan zich ook voor
doen bij de coöperatieve en andere
vereenigingen.
Door de besturen dier vereenigin
gen moet er voor worden zorg ge
dragen, dat tijdig een verlenging van
den duur plaats heeft.
Het is ook voor de boerenleenban
ken van belang, hierop te letten, voor
zoover betreft de bij haar aangeslo
ten vereenigingen.
Geene vennootschap of vereeni-
ging, welker tijd van bestaan is ver
streken, mag nog voorschot of cre-
diet in loopende rekening genieten
of blijven genieten.
De schuld moet dan tijdig zijn op
gezegd en aangezuiverd.
Verniewing schuldbekentenis.
Bij overlijden van een persoon, die
zich heeft borg gesteld tegenover de
boerenleenbank voor de terugbeta
ling van een voorschot, gaan de ver
plichtingen van dien borg in den re
gel op zijne erfgenamen over.
Die erfgenamen zijn dan niet ieder
weder hoofdelijk voor die schuld aan
sprakelijk, maar gezamenlijk.
Dat is lastig, daar die erfgenamen
dikwijls verspreid wonen en in ieder
geval is op hen niet steeds gemak
kelijk het oog te houden.
Nu gaat men er in den regel toe
voer ,om een anderen borg in de
plaats van den overledene te doen
treden.
Zijn er twee (of meerdere) bor
gen bij de zaak betrokken, dan zal
ook deze (of zullen die) overgeble
venen er mede accoord moeten gaan,
dat de schuld niet wordt afgelost en
de erfgenamen van den overleden
borg van hunne verplichtingen wor
den ontslagen.
Daartoe zal eene verklaring kun
nen worden opgesteld, welke door
die(n) overgebleven borg(en) moet
worden geteekend.
Eenvoudiger echter is het, in der
gelijk geval de geheele akte van
schuldbekentenis te vernieuwen en
dan tegen intrekking der oude, deze
door schuldenaar, ouden en nieuwen
borg te doen teekenen.
Men kan dan den datum, waarop
de geldleening heeft plaats gehad( de
schuld is ontstaan) in de schuldbe
kentenis vermelden. Deze datum is
echter in ieder geval eene vroegere
dan die, waarop de onderteekening
der nieuwe schuldbekentenis plaats
heeft, daar immers de schuld reeds
loopt van een vroegeren datum af.
Het komt nog al eens voor, dat
als onderpand voor de terugbetaling
van een voorschot of als zekerheid
voor verleend crediet in loopende
rekening effecten aan de boerenleen
bank worden ter hand gesteld.
Voor die gevallen zijn h parte for
mulieren in gebruik, n.1. voor de
schuldbekentenis met effecten-onder
pand formulier 12c en voor de akte
van credietverstrekking in loopende
rekening met effectenonderpand for
mulier 13c.
Nu wil de pandgever (dat is hij,
die de effecten in onderpand gaf)
soms stukken uit dat onderpand van
de boerenleenbank terug ontvangen
en daarvoor een of meer andere stuk
ken in de plaats geven.
Teekent men dergelijke verande
ringen op bedoelde akten zelve aan,
dan moet men die veranderingen
door den pandgever laten waar
merken.
De akten worden daardoor niet
netter en het is ook veel beter, van
dergelijke veranderingen ruiling-con
tracten op te maken.
Deze zijn bijt de wet vrijgesteld
van zegel.
Men maakt in den regel van elke
ruiling twee ruiling-contracten op,
door pandgever en boerenleenbank
beide geteekend.
Eén daarvan krijgt de pandgever
en het andere wordt door de boe
renleenbank aan de akte gehecht,
waarop zij betrekking heeft.
Bedoelde ruiling-contracten kun
nen op een gewoon velletje papier
geschreven worden.
Wil men gedrukte formulieren
hiervoor, dan zijn die ten kantore
der Centrale verkrijgbaar.
Ze luiden aldus:
Vrij van zegel.
Ruiling-contract.
De ondergeteekenden verklaren,
dat de eerste ondergeteekende
op heden van het onderpand van het
r groot f de
dato
van de tweede ondergeteekende, de
Coöperatieve Boerenleenbank, geves
tigd te
terug ontvangen heeft