DE RAIFFEISEN-BODE. 3 haar aangesloten boerenleenbanken te doen geschieden. 't Welk doende, enz. De Coöperatieve Centrale Raif- feisen-Bank voormeld (w.g.) VAN ITTERSUM, Voorz. VAN HUGENPOTH TOT AERDT, Secretaris. NENGERMAN, Lid. Aan Zijne Excellentie den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, (afdeeling Crisiszaken). AFSCHRIFT. B ij 1 a g e i (afschrift van een request aan Zijne Excellentie, den Minister van Landbouw, Nijverheid jen Handel). De ondergeteekende, het Bestuur der Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Bank te Utrecht, heeft de eer, U bij dezen toe te zenden een afschrift van een aan Zijne Excellentie, 'den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel verzonden verzoekschrift, met beleefd verzoek, Uw invloed wel te willen aanwenden, opdat een be vredigend resultaat mag worden be reikt. Het Bestuur der Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank (w.g.) VAN ITTERSUM, Voorz. VAN HUGENPOTH TOT AERDT, Secrataris. NENGERMAN, Lid. Den Heer Directeur-Generaal van den Landbouw (Departement van Land bouw, Nijverheid en HandelJ 's-Gra- venhage. AFSCHRIFT. 's-Gravenhage, 10 Juni 1918. Coöperatieve Centrale Raif- feisen-Bank te Utrecht. In aansluiting aan het onderhoud, hetwelk wij ongeveer en maand ge leden met Uwen Heer Directeur te onzen kantore mochten voeren, heb ben wij de eer U voor te stellen, de betalingen voor het door ons kan toor gevorderde vee in de provincies Utrecht en Gelderland door tusschen- komst Uwer bankinstelling te doen geschieden. Wij zullen U daartoe lijsten doen toekomen, vermeldende de namen en zoo volledig mogelijke adressen, als mede de netto uit te keeren bedra gen. Door tusschenkomst der Rot- terdamsche Bankvereeniging alhier, zullen wij het totaal bedrag dezer lijsten doen toekomen verhoogd met 1/4 0/00 voor onkosten, waartegen door U op door ons kantoor te ver strekken enveloppen, vrij van port, aan onze crediteuren advies wordt gezonden aan welk bijkantoor zij de hun toekomende gelden kunnen in- casseeren, tenzij de boeren op vast gestelde dagen gewoon zijn de be dragen bij U in ontvangst te nemen. Buiten het bovengenoemde 1/4 0/00 worden door ons geen onkosten ver goed, tenzij1 het mocht noodig blij ken, dat de briefwisseling tusschen Uw bank en ons kantoor aan brief port mocht onderhevig zijn. Gaarne vernemen wij Uw accoord- bevinding, opdat met de eerstvol gende uitbetalingen met deze rege ling kan worden rekening gehouden. De Directie v/h. Rijkskantoor voor Vee en Paarden: (w.g.) F. J. DIJSSELHOFF. Naar aanleiding van dit schrijve^ zal de betaling voor de veehouders in Utrecht en Gelderland loopen over de Centrale en door hare tusschen komst over de in die provincies ge vestigde boerenleenbanken. De Centrale is reeds bezig, om ook voor de andere provincies de zaak op denzelfden voet geregeld te krijgen. Wij drukken hieronder een af schrift af van een schrijven aan het Rijkskantoor voor vee en paarden. Utrecht, 15 Juni 1918. AFSCHRIFT. Aan de Directie van het Rijks- kantoor voor Vee en Paar den, Koninginneweg 19 te 's-Gravenhage. Mijne Heeren, Door dezen berichten wij U de goede ontvangst Uwer missive van 10 Juni j.1., van welks inhoud wij met veel genoegen kennis namen. Met de daarin door U voorge stelde regeling kunnen wij ons ge heel vereenigen en onzerzijds bestaat er geen bezwaar, zoo U deze zoo spoedig mogelijk in werking doet treden. Intusschen merken wij U op, dat onze boerenleenbanken ten getale van zeshonderd over nagenoeg het geheele land verspreid zijn, zoo- dat U ons zeer zoudt verplichten, ook de andere provincies in deze regeling te betrekken, behalve wat betreft de provincies Limburg en Noord-Brabant. De provincie Limburg zoude voor ons geheel uitgeschakeld moeten blijven, terwijl, wat de provincie Npord-Brabant betreft, alleen de Gemeente Wouw en omgeving en het Land van Heusden en Altema in aanmerking komen. Gaarne zouden wij alsnog van U vernemen, of U ook te dezen op zichte aan onze wenschen zoudt kun nen voldoen. Inmiddels hoogachtend, Uw dw. (w.g.)VAN HUGENPOTH TOT AERDT, Secr. v/h. Bestuur. De wijfce van betaling is door ons aan de betrokken boerenleenbanken medegedeeld. Ze. is n.1 .voor de Pro vinciën Utrecht en Gelderland en een gedeelte van Zuid-Holland reeds in werking getreden. [Betaling van gevorderd graan. In verband met de tot dusver gevolgde betaling van geleverde granen nemen wij hieronder op een schrijven van de boerenleenbank te Scherpenisse en een afschrift van een schrijven van den Regeerings commissaris in Zeeland. Wellicht zullen meerdere boeren leenbanken hiervan met belangstel ling kennis nemen. AFSCHRIFT. Scherpenisse, 10 Juni 1918. Aan de Coöp. Centr. Raif feisen-Bank te Utrecht. Weledele Heeren, Ingevolge schrijven van den Re- geeringscommissaris in Zeeland, d.d. 19 Oct. 1917, als antwoord op ons schrijven d.d. 8 Oct. 1917, heeft het Bestuur van onze bank in de ver gadering van 8 Juni j.1. besloten een lijst ter teekening te leggen van ieder, die verlangt, dat hem het tegoed bij' de regeering 'wordt uit betaald door middel van onze locale bank. Genoemde lijst zal aan den Regeeringscommissaris worden ge zonden, zoodat er dan zeker geen be zwaar meer zal zijn, de uitbetaling aldus te doen plaats hebben. Afschrift van het schrijden v. d. Reg.-comm. is vermeld aan keer zijde. Misschien is de correspon dentie ook voor andere banken van belang. Hoogachtend, Uw dw. (w.g.) R. JAGER. AFSCHRIFT. Hontenisse, 19 October 1917. Aan het Bestuur der Coöp. Boerenleenbank, Scherpenisse. In antwoord op Uw schrijven van 8 dezer heb ik de eer U mede te deelen, dat ik geen'bezwaar heb om aan landbouwers die dit'speciaal ver langen door Uwe bemiddeling be taling te doen. Daartoe zal ik echter van elk hunner een verklaring moe ten ontvangen, die als volgt luidt De ondergeteekende wonende te verzoekt bij deze aan den Regee ringscommissaris in Zeeland, alle gelden, welke voornoemde Regee ringscommissaris aan ondergetee kende schuldig is voor geleverde granen, peulvruchten en zaden over te maken aan de Coöperatieve Boe renleenbank te Scherpenisse. De Regeeringscommissaris inzake Rijksgraanverzame ling in Zeeland (w.g.) COLLOT D'ESCURY.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1918 | | pagina 3