Onze deposito obligaties
Uit onze Boerenleenbanken.
98
DE RAIFFEISEN-BODE.
Nadat punt 7 van de agenda was j
afgevoerd, werd gelegenheid gege
ven, vragen te stellen, van welke ge
legenheid een ruim gebruik werd ge
maakt. Ernstig werd geklaagd over
het feit, dat het Rijk zoo langen tijd
laat verloop en tusschen de in be
slagname en de betaling van het in
beslag genomen vee, zoomede over
de wijze van betaling.^
Het Bestuur deelde mede, te dezen
opzichte reeds werkzaam te zijn,
maar nogmaals bij de Regeering met
klem op verbetering van den on-
houdbaren toestand te zullen aan
dringen.
Vervolgens werd overgegaan tot
de verkiezingen.
Tot lid van het Bestuur (vac. Mr.
M. W. L. S. Bilderdijk) werd geko
zen de Heer A. A. Nengerman te
De Bilt (Utr.).
De Heeren Jhr. Mr. L. von Ti-
senne te 's Gravenhage en F. P.
E. van Ditzhuijzen te Baarn wer
den als leden van den Raad van Toe
zicht herbenoemd.
Als plaatsvervangende bestjiursle-
den werden herkozen de heeren van
Ditzhuijzen voornoemd en Mr. J.J.
de Waal Malefijt te Utrecht.
Tot plaatsvervangers van den ad
ministrateur werden gekozen de Hee
ren E. van de Beek en Th. J. Visser,
beiden te Utrecht.
Nadat nog eenige discussie ge
voerd was over de verhouding tot de
Nationale Bankvereeniging, werd
door Vinkeveen eene motie inge
diend, om de relatie met deze instel
ling te verbreken, welke motie op voor
stel van den Heer Stroink werd ge
steld in handen van de gecombi
neerde vergadering van Bestuur en
Raad van Toezicht, ten einde, al
vorens hierover te beslissen, van
nader advies te dienen.
Nadat door den Heer Eriks nog
een woord van waardeering was ge
sproken tot het Bestuur, waarop door
den Voorzitter van het Bestuur ge
antwoord werd en door den Heer
Van Wichen hulde was gebracht aan
de goede leiding van den Voorzitter,
werd de vergadering te 4 uur ge
sloten.
In de algemeene vergadering van
de Centrale Bank, gehouden op 15
April 1916 werd aangenomen een
voorstel van het Bestuur tot wijzi
ging der Statuten, in dier voege, dat
in de Statuten der Centrale werd in
gevoegd een nieuw artikel 36a, lui
dende
„De vereeniging zal te haren laste
„kunnen uitgeven deposito-obliga-
„tiën tot ten hoogste zoodanig be-
„drag, als door de algemeene ver-
„gadering zal worden bepaald.
„Het Bestuur bepaalt onder goed
keuring van den Raad van Toezicht
",het tijdstip, de bedragen en de
„voorwaarden van elke uitgifte."
Tevens werd aangenomen een an
der voorstel, waarbij besloten werd,
dat voorloopig tot ten hoogste
f 10.000.000.aan zoodanige obliga-
tie's mocht worden uitgegeven.
De voorwaarden van» de uitgifte
werden voorts opgenomen in het
reglement betreffende de deposito
obligaties.
Daarbij werd vastgesteld, dat de
uitgifte zoude geschieden in seriën,
elk groot f 500.000.— en dat van elke
serie op 31 December van elk jaar
een tiende gedeelte zou worden uit
geloot. (Bij de laatste wijziging van
dit reglement werd die uitloting ge
steld op een twintigste gedeelte per
jaar en wel met het oog op het ze
gelrecht. Immers vervallen bij uitlo
ting de zegels, bij de uitgifte be
taald en bedragende f 6 per stuk van
f 1000.
Tot dusver uitgegeven seriën loten
dus in 10 jaren na de uitgifte uit, de
nieuw uit te gevene (vanaf serie M)
loten in 20 jaren uit (elk jaar 5 van
de 100 stuks).
De eerste uitloting heeft, zooals
bekend is, in December 1917 Plaats
gevonden. (Momenteel is ongeveer
4 millioen aan obligaties geplaatst.)
Waarom tot de uitgifte van deze
obligatie's is overgegaan is onzen
boerenleenbanken bekend.
Men ging daarbij uit van de ge
dachte, dat van het zeer groote be
drag, aan deposito bij de Centrale
belegd, stellig een gedeelte moest
worden beschouwd als meer vastlig
gend dan het gewone rouleerend ka
pitaal, zoodat dat gedeelte wel door
de banken voor langer dan tot we-
deropzeggens toe bij de Centrale was
belegd. Dit was dan het overgewon
nen, overgespaard geld.
Daarbij kwam, dat, als de banken
dit geld in obligatie's der Centrale
belegden, de Centrale aan de reeds
lang dringende vraag naar grondka-
pitaal voor vereenigingen en perso
nen, leden van boerenleenbanken,
kon voldoen, in één woord tot beleg
ging op langeren termijn kon over
gaan, waardoor de belangen van den
landbouw ten zeerste zouden wor
den gediend. Zij zoude voor die be
legging op langeren termijn 41/2 pro
cent kunnen rekenen en dus voor
de obligaties 4 procent kunnen ver
goeden.
De Centrale verschaft die stukken
niet aan de leden der boerenleen
banken, maar aan de banken zelve.
Deze zijn dan vrij, ze te verhandelen,
ze te bezigen voor belegging harer
reserve, enz.
Zoo komen dus die stukken ook
in handen van particulieren, die ze
door middel hunner bank aanschaf
fen en daarin eene solide wijze van
belegging vinden. Doordat de stuk
ken geene beursnoteering hebben, is
het geen speculatiefonds en het vrij'
groote uitlotingspercentage maakt,
dat vrij spoedig de gelden weer los
komen.
De nieuwe staatsleening loot uit
in 40 jaren, de nieuwe serie depo-
sito-obligatiëir reeds in 20 jaren.
Is er nu een lid eener boerenleen
bank, dat een gedeelte van zijne in
lage of het geheel er af neemt, om
een. effect te gaan koopen, zoodat
dit bedrag toch als spaargeld voor
de boerenleenbank verloren gaat,
dan zal men zulk een inlegger kun
nen aanraden, in plaats van een an
der effect, een of meer onzer obli
gaties te koopen, waardoor hij so
lide belegt en zijn geld den land
bouw tevens ten goede komt.
Wil de boerenleenbank voor deze
hare bemoeiingen dan iets In re
kening brengen, dan achten wij dit
niet onbillijk.
Ons zijn banken bekend, die zulk
een particulier bij' levering f 2.— per
stuk van f 1000.— 'in rekening
brengen.
Voor couponverzilvering berekent
men 5 cent per stuk.
Die particulier is dan nog voor
deeliger uit, dan als hij elders te
recht komt.
De deposito-obligatiën mogen dus
nooit dienen, om gewone spaarin-
lagen te beleggen daardoor zoude
de boerenleenbank worden geschaad
maar wel om als effect in de
plaats te treden van een ander ef
fect, dat de inlegger voornemens is
zich aan te schaffen.
Voor dit doel bevele men in voor
komende gevallen onze obligatie's
aan.
Ten slotte vermelden wij nog, dat
door de uitgifte van deposito-obli
gatie's de Centrale reeds in staat
Was, tot ongeveer 4 millioen op lan
geren termijn aan landbouwers en
vereenigingen, leden onzer banken,
te verstrekken.
Westbroek, 9 Mei '18.
Aan
de Redactie van „De Raif-
feisen-Bode".
Geachte Redactie,
Met belangstelling nam ik kennis
van het ingezonden stuk van den
Heer Kruseman in de R.-Bode van
Mei over de Deposito-obligaties.