9°
DE
RAIFFEISEN-BODE.
schiedfei en koopt ze behalve de obli
gatie een gedeelte van de eerst ver
schijnende coupon, die op het oogen-
blik van den koop reeds waarde
heeft. Bijv. de bank koopt op i April
een obligatie van f iooo, dan heeft de
coupon Januari-Juli een waarde van
f 10, de C. B. berekent dan de obli
gatie ad f ioio.
De dagboekposten zijn dan:
6. Centrale Bank, kol. 5 f ioio,
kol. 8 f ioio.
7. Aangelichte dep.-obligaties
kol. io f ioio, kol. 13 f 1000, kol.
14 f 10.
Dagboekpost no. 7 wordt naar
grootboek III overgebracht, debet
f 1000, terwijl in kol. 12 bij bemerkin
gen vermeld wordt f 10 rente uitge
geven, kassaldo blijft onveranderd.
Wordt deze obligatie aan D ver
kocht op denzelfden datum dan volgt
in 't dagboek:
8. Aan D verkochte obligatie, kol.
1 5 f 1010, kol. 8 f 1000, kol. 9 f 10.
Het kassaldo wordt f 1010 grooter.
Wordt in Juli de coupon van de
obligatie betaald dan volgen de dag
boekposten:
9. Centrale Bank, kol. 10 f 20,
kol. 13 f 20.
10. Coupons van dep.-obligaties,
kol. 5 f20, kol. 9 f 20 (in grootboek
bij kol 12) f20 rente ontvangen.
Het kassaldo verandert niet het te
goed bij de C.B. wordt f20grooter.
11. De obligatie ad f 1000 aan Di
verkocht wordt op 31 December uit
geloot met de halfjaarlijksche coupon
en D levert die obligatie bij de bank
in, waarvoor hij f 1020 krijgt, dan
volgt dagboek post:
12. Centrale Bank'kol. 10 f1020,
kol. 13 f 1020.
Het tegoed bij de C. B. wordt
f 10.20 grooter, het kassaldo vermin
dert met f 1020.
Ook kan het voorkomen, dat de
aan D verkochte obligatie ad f 1000
op verzoek van D door de bank
wordt teruggenomen, gesteld zulks
geschiedt op 1 October, dan volgen
de dagboekposten:
13. Obligatie van D, kol. 10
f 1010, kol. 13 f 1000, kol. 14 f 10.
De bank heeft dat bedrag als
kasgeld voorhanden, betaalt D uit,
het kassaldo wordt f 1010 kleiner;
de obligatie komt weder in het bezit
der bank, zoodat de rekening „Dep.-
obl." voor f 1000 wordt gedebiteerd.
De bank ontvangt 31 De
cember de halfjaarlijksche coupon
van die obligatie. Dagboekposten
14. Centrale Bank, kol. 10 f20,
kol. 13 f20.
15. Rente van gekochte obl., kol.
5 f 20, kol. 9 f 20.
De bank heeft dan over het laat
ste kwartaal dat de obligatie weder
in haar bezit was f 10 rente genoten,
zij ontving namelijk f 20, doordat
haar tegoed bij de C. B. f20 grooter
werd (post 14) en gaf uit aan D
f 10 (post 13). In grootboek III komt
de uitgegeven en ontvangen rente,
van aangekochte obligaties, zoowel
als van, aan derden verkochte obli
gaties nooit bij het kapitaal, steeds
bij aanmerkingen kol. 12.
De kassiers dienen er voor te zor
gen, dat .alle dagboekposten 'betref
fende obligaties nauwkeurig naar
Grootboek III, Uittreksel III, Jaar-,
rekening en balans worden oven
gebracht. Het hoofd .Aangekochte
deposito obligaties" zal steeds aan
wijzen het totaal van het aantal
stukken met vermelding van serie
en nummer. De kassiers zijn even
wel tegenover derden, die de obli
gaties aankoopen, verplicht op de
uitloting te letten. Daarom dient de
kassier zoowel de namen dier per
sonen als de serie en nummers1 van
elk te noteenen. Deze administratie
gaat.echter buiten de bank, als zoo
danig, om. Men legge .er een cahier
of een boek voor aan.
Aan de Redactie van
,,De Raiffeisen-Bode"
te Utrecht.
Geachte Redactie,
Namens het bestuur van de Boe
renleenbank te Erica heeft onder-
geteekende de eer U beleefd te ver
zoeken om in het e.k. nummer van
„De R.-B." eens een artikel te wil
len plaatsen over de Deposito-obli-
gatiën van de Centrale.
Velen zijn hiermede niet goed op
de hoogte, vooral niet met de rol,
welke de Boerenleenbanken hierbij
hebben te vervullen. Hopende, dat
U aan bovenstaand verzoek zult wil
len voldoen, waarvoor Ik U reeds
bij voorbaat dank zeg, verblijf ik,
Hoogachtend,
Uw dw. d.
T. POL.
Erica, 5 April 1918.
f i
NOOT DER REDACTIE.
Wij stellen ons voor, in het eerstvol
gend nummer deze zaak uitvoerig te
behandelen.
Aan de Redactie van
„De Raiffeisen-Bode"
te LTtrecht.
Mijne Heeren,
Zooals u wel bekend zal zijn, poogt
de Nationale Bankvereeniging door
talrijke vestigingen op plaatsen, waar
ook boerenleenbanken zijn geves
tigd, deze te beconcurreeren, vooral
door te trachten spaargelden, chè-
que's en wissels van land- en tuin
bouworganisaties tot zich te trek
ken enz.
Is het u bekend, of de Centrale
nog met die concurrente relatie's
onderhoudt? Verschillende boeren
leenbanken zullen ongetwijfeld uwe
mededeelingen hierover met belang
stelling vernemen, te meer, daar in
het jaarverslag geen antwoord op
deze vraag is te vinden.
Hoogachtend,
C.
NOOT DER REDACTIE.
Verstandige boeren zullen ongetwij
feld zich niet van de boerenleenbank
afwenden, verlokt door een zeer on
beduidend hoogere spaarrente.
Bij de boerenleenbank weten zij
hunne gelden veilig in het belang
van den landbouw aangewend.
De coöperatie dient juist om de
landbouwers onafhankelijk te maken
van commercieele banken.
Weet de geachte inzender ook,
hoeveel voorschotrente door de Na
tionale wordt gevraagd
Ons is bekend, dat die nog al be
duidend hooger is dan die door de
boerenleenbank wordt berekend.
De kwestie van relatie's, welke de
Centrale Bank met bedoelde bank
instelling onderhoudt, is eene vraag,
welke die aangelegenheden der bank
betreft, die minder geschikt zijn voor
beantwoording door de redactie en
behandeling in een publiek orgaan,
als onze Raiffeisen-Bode is.
Natuurlijk houdt het Bestuur der
Centrale de oogen wel geopend,
doch mocht een onzer boerenleen
banken ernstige bezwaren hebben,
zoo wende zij zich daarover recht
streeks tot het Bestuur.
OVERGENOMEN.
Wij nemen hieronder op verzoek
van den schrijver over een stuk door
dezen geplaatst in het officieel or
gaan van den Algemeenen Neder-
landschen Zuivelbond.
RED.
Onderlinge bankinstellingen voor de
vereenigingen op landbouwgebied.
In Noord-Holland zal worden op
gericht de Vereeniging „Coöpera
tieve Zuivelbank", gevestigd te Alk
maar. Wij verheugen ons ten zeerste
over de totstandkoming van deze in
stelling, die zeker een gunstigen in
vloed zal uitoefenen op de verdere
ontwikkeling van den coöperatieven
bedrijfsvorm in Noord-Holland.