74
DE RAIFFEISEN-BODE.
Aantal voorschotten.
Op 31 December 1916
1915
23505
2]887
Toename 1618
Bedrag der voorschotten.
Op 31 Qecember 1915 f 18.778.383,88
Gegeven voorsch. in 1916 f 12.121.274,78
Tezamen f 30.899.658,66
Terugbetaald in 1916 f 8.890.589,87
Balanssaldo f 22.009.068,79
Einde 1916 stond dus aan
voorschottenf 3.230.684,91
meer uit dan einde 1915.
Aantal rekening-couranthouders.
Op 31 December 1916 8674
1915 7117
Toename 1557
Stand der loopende rekeningen.
Op 31 Dec. 1915 was in
1. r. verschuldigd. f 7.161.818,78
sn was te vorderen. f 2.434.128.37
Gedurende 1916 werd
gestortf 44.292.761.755
Gedurende 1916 werd
uitbetaaldf 45.872.841,71
Op 31 Dec. 1916 was
verschuldigd f 12.575.195.565
en was te vorderen. f 7.126.253,70
Het overzicht over 1915 omvat 513, dat
over 1916 omvat 555 der bij ons aange
sloten banken.
HERINNERING.
Wij herinneren de boerenleenban
ken er nogmaals aan, dat vanaf 1 Ja
nuari j.1., alle formulieren bij de Cen
trale Bank verkrijgbaar zijn.
VERZOEK.
Voor het gemak van den drukker
verzoeken wij Heeren inzenders bij
ingezonden stukken het papier
slechts aan ééne zijde te beschrijven.
Uit onze Boerenleenbanken
Geachte Redactie,
De bedoeling van den heer S.
Wagenaar te Broek op Langendijk
met zijn ingezonden stuk in het vo
rig nummer mag goed zijn, de toe
stand zal er echter niet door ver
beteren.
Hij schrijft: ,,Dat die salarisrege
ling op vele plaatsen te wenschen
overlaat, zal na de beschouwing hier
over, ieder duidelijk zijn." Dat dit
niet vanzelfsprekend is, toon ik hier
onder nader aan.
Hij vermeldt: „Van de ruim 500
rondgezonden vragenlijsten, zijn on
geveer 290 ingevuld ingezonden".
Hieruit moet worden geconcludeerd,
dat hoofdzakelijk de kassiers, die
gevoelen te weinig salaris te heb
ben, de lijsten invulden.
Bij de uiteenzetting noemt de in
zender steeds het laagste salaris, het
hoogste verzwijgt hij. Andersom zou
beter geweest zijn. Men had dan
goede voorbeelden. Nu zal men zich
er aan spiegelen.
Aangenomen wordt immers, dat
vele bestuurders van Banken niet in
staat zijn de administratieve werk
zaamheden naar waarde te schatten
en zij vinden het salaris van den kas
sier al spoedig hoog genoeg. Voor
zulke bestuurders schijnt het stuk
hoofdzakelijk bestemd te zijn. Wat
zal echter het gevolg wezen? Als een
kassier eener Bank met een omzet
van pl. m. 1000 mille, die een sa
laris geniet van f250.thans op
meer aandringt, zal het bestuur hem
toevoegen„man, wees tevreden, gij
bebt nog f 100 a f150 boven het
minimum, *dat bij zulke Banken be
staat." En het meerendeel der le
zers zal f250.— voor zoo'n bank te
weinig achten.
Ook had de inzender wel nader
mogen toelichten, wat hij verstaat on
der „een redelijken omzet" (voorko
mende in lid 3).
Een ieder zal evenwel moeten er
kennen, dat de salarisregeling een
zeer moeilijk punt is en niet minder
belangrijk. Want ook zou .misschien
hier nog kunnen gelden de alge-
meene regel: „een goed vakman is
zijn loon waard, terwijl iemand die
zijn vak slechts gebrekkig verstaat
op minder aanspraak heeft."
Het lijkt mij daarom het eenvou
digste toe, dat de inspecteur, indien
deze daarvoor te vinden is, in ,het
rapport van de gehouden inspectie
onder de algemeene opmerkingen op
nam b.v.salaris van den kassier acht
ik voldoende, onvoldoende of zeer
onvoldoende enz. De inspecteur heeft
den besten kijk er op en is dus het
meest tot oordeelen bevoegd.
Ook zou het kunnen ,dat de Cen
trale Bank in hare jaarlijksche sta
tistiek achter de verschillende ban
ken er een kolommetje bijvoegde en
daarin het salaris opnam. Men zou
dan de verschillende bedragen aan
elkander kunnen toetsen.
Nog zou hieraan toegevoegd kun
nen worden wat „Een Kassier" in
het vorig no. aanbeveelt, n.1. de
opinie van den inspecteur te vra
gen; maar ook alweer, indien deze
zich de moeite getroosten wil.
Hoogachtend,
D.
NOOT DER REDACTIE.
Eene te groote inmenging in deze
aangelegenheid van de zijde der in
spectie schijnt ons niet gewenscht.
Wateringen, Febr. 1918.
Beleefd verzoek ik U, geachte Re
dactie, het volgende te willen plaat
sen in het eerstvolgend nummer van
„De Raiffeisen-Bode". Bij voorbaat
mijn dank.
Het is niet aangenaam en ook me
nigmaal schadelijk, wanneer men
met zijn geld niet kan doen, wat men
wil. Zoo is het althans met meer
dere boerenleenbanken, zoo ook met
de onze. Ondanks het groote credit,
dat we op de Centrale te Utrecht
hebben, mogen we iemand of iets,
dat om groote bedragen verlegen is,
volgens een besluit van de algemeene
vergadering der Centrale Bank met.
niet meer geld helpen, dan met
f 3000.Dat is schadelijk voor lo
cale bank en geldaanvragers beide.
Voor de bank in de eerste plaats,
doordat op hypotheek meer rente
wordt gemaakt, dan dat het naar de
Centrale wordt gestuurd, terwijl het
tegenwoordig meer vooïkomt, dat er
voorschotten en hypotheken worden
afgelost dan aangevraagd, wat ver
band houdt met de groote bedragen,
die worden ingelegd. Dit is natuur
lijk voor de bank in dubbele mate
schadelijk.
Ook voor de aanvragers. Doordat
ze voor flinke bedragen hier niet te
recht kunnen, zijn ze genoodzaakt
elders tegen hoogere rente hun geld
te betrekken. Ik wil u een geval me-
dedeelen, te dezer plaatse voorge
komen.
Het bestuur van een polder, wier
molen, verleden jaar is afgebrand,
vroeg, om een electrische bemaling
te stichten, een bedrag van f 13.000
aan onze bank. We mochten daaraan
natuurlijk niet voldoen en genoemd-
bestuur moest elders geld zoeken
tegen hoogere rente, terwijl het voor
leden tegen lagere rente aan onze
bank verkrijgbaar was. Is dat niet,
geachte redactie, voor beide partijen
schadelijk en onprettig? We willen
hopen, dat hierin verandering wordt
gebracht, door het b.v. te stellen als
vroeger op f 30.000, ook mede, omdat
het voor de Centrale groote zorgen
vereischt, het vele geld, dat inkomt,
secuur en behoorlijk rentegevend te
beleggen.
W. v. d. WEL,
voorz. R. v. T.
ANTWOORD DER REDACTIE.
De zaak; die hier wordt aange
roerd, heeft reeds meermalen een
punt van bespreking uitgemaakt.
Toch schijnt het gewenscht, nog
eens nader over bedoeld besluit der
algemeene vergadering te handelen.
Dit besluit houdt in, dat bij het
verleenen van bedragen boven de
3000 gulden, ingeval deze door hy
pothecaire zekerheid zullen worden