DE RAIFFEISEN-BODE.
Uit onze Boerenleenbanken
De. inspectie bij onze Coöperatieve
Centrale Raiffeissenbank te Utrecht.
naar onze ervaring leert, voor geen
der kassiers een overwegend be
zwaar, zoodat de zaak van minder
practisch belang is.
Intusschen rijst de vraag, of niet
daarnaast de boerenleenbanken
zich zelve zouden kunnen verzekeren
tegen de risico's, die zij in dit op
zicht loopen, vooral waar het bedrag
der zekerheid somtijds zeer gering is.
Aan de Redactie van
„De Raiffeisen-Bode",
Utrecht.
M.
Steeds heeft ondergeteekende in
de meening verkeerd, dat een kassier
aan niemand zijne boeken behoefde
over te leggen dan aan het Bestuur,
den Raad van Toezicht en den In
specteur der Centrale Bank.
Bestaat dit recht van inzage ook
voor een controleur der Zegelwet en
voor dezelfde voor Inkomstenbelas-
ting?
Gaarne deze beide vragen in de
e.v. Raiffeisen-Bode beantwoord
ziende, verblijf'ik,
Hoogachtend,
Kassier V.
ANTWOORD DER REDACTIE.
De nieuwe zegelwet bepaalt in ar
tikel 18, dat kooplieden verplicht zijn
ten aanzien van de door hen aange
houden boeken en registers en van
de aan zegelrecht onderworpen akten
en stukken, welke zij onder zich heb
ben, zonder verplaatsing inzage te
geven aan de ambtenaren van de re
gistratie of van het zegel of aan
zoodanige ambtenaren, die van een
door den Minister van Financiën af
gegeven schriftelijken last zijn voor
zien, zoo dikwijls die ambtenaren
zulks vorderen en te gedoogen, dat
deze daarvan afschriften of uittrek
sels nemen.
Deze bepaling heft in zooverre op
de verplichting tot geheimhouding,
daar de wet 'gaat boven de statuten.
Zij slaat niet op de boeken en re
gisters betrekkelijk de spaarinlagen,
daar alles wat op de spaarbank be
trekking heeft, zegelvrij is.
De controleur van de inkomstenbe
lasting heeft als zoodanig geen recht
van inzage.
Het schijnt, dat enkele belasting
ambtenaren betwijfelen, of de boe
renleenbanken onder bedoelde wets
bepaling vallen.
Toch is dit o. i. wel het geval, daar
deze banken ook zaken van koop
manschap drijven en de term:
„kooplieden" hier wel ruim zal
moeten worden opgevat.
De inspectie van het zegel te
Utrecht deelt te dezen opzichte onze
meerling.
Het is thans van algemeene be
kendheid, dat door de Inspectie on
zer Coöp. Centr. Raiffeisen-Bank te
Utrecht in 1917 een nieuw contro
lesysteem wordt toegepast, een maat
regel die zeer veel ontevredenheid zal
verwekken, zoowel bij Heeren Be
stuurders als Kassiers der locale
banken.
Genoemde inspectie schijnt een
soort wantrouwen te stellen in de
Besturen der locale banken en treedt
zeer aanmatigend op, door zonder
voorkennis der Besturen en zonder
deze daarin zelfs gehoord te hebben,
controlemaatregelen, als deze, ter
plaatse toe te passen. Wanneer
daarvoor geen gewichtige redenen
bestaan, begeeft zij zich o. i. op een
terrein, waar zij feitelijk geen toe
gang heeft en als er werkelijk ern
stige redenen bij sommige banken
mochten bestaan, dan zoude het toch
zeker nog aanbeveling verdienen, dit
'te doen in overleg én met medeweten
van het desbetreffende Bestuur der
Bank, tenzij men ook dit niet meer
vertrouwt (of niet meer kan ver
trouwen).
Het hierboven bedoelde controle
middel wordt, zooals velen reeds be
kend is, als volgt toegepast: Na de
gehouden jaarlijksche inspectie
wordt door den inspecteur aan en
kele 'bezitters van spaarboekjes een
schrijven gezonden van den volgen
den inhoud:
„Bij de Inspectie der Coöpe
ratieve Boerenleenbank te
hebben wij bevonden, dat op
Spaarboekje Noop den
stond ingeschreven fGelieve
na te zien of dit bedrag met
Uw boekje overeenstemt en zoe
niet, U dan te wenden tot de
Goöp. Centr. Raiffeisen-Bank te
Utrecht, Drift 13, afd. Inspectie.
Indien het bedrag klopt, behoeft
U niet te antwoorden.
(get.) de Inspecteur, enz."
Het ontvangen van een dergelijk
schrijven zal bij onze plattelands
bevolking in zeer veel gevallen, on
rust en vooral wantrouwen verwek
ken, hetwelk in bankzaken zeker niet
gewenscht, ja zelfs'af te keuren-is.
Wij veronderstellen dan ook, dat, als
er verscherpte controle werkelijk noo-
dig wordt geacht, er dan even goed
op een andere, mindere aanstoot ge
vende wijze in voorzien kan worden.
Monster, 21 Sept. 1917.
Namens Bestuur en Raad"
van Toezicht van de Coöp.
Boerenleenbank te Monster:
H. Th. M. v. SCHAIK,
Kassier.
■ANTWOORD DER REDACTIE.
Bedoelde maatregel is inderdaad
ingevoerd en wel ter vervollediging
der controle.
Reeds in drie gevallen is het nut er
van gebleken en vele boerenleenban
ken toonden zich met dezen pas in-
gevoerden maatregel zeer ingenomen.
Er kan toch ook moeilijk bezwaar
tegen worden gemaakt.
Zij geschiedt bovendien niet ge
heel buiten de banken om.
Deze dragen er kennis van, waar
immers aan de kassiers zelve de
adressen der door de inspectie uit
gezochte personen worden gevraagd.
Mogelijk verdient het aanbeveling,
dat de banken op hare algemeene
vergaderingen als anderszins van de
zen maatregel hare leden (en spaar
ders) kennis geven.
Het gaat hier feitelijk over de
vraag, op welk standpunt de inspec
tie zich heeft te plaatsen.
Moet zij met eene gewone boek-
contröle genoegen nemen dus met
inzage van wat haar eenvoudig wordt
voorgelegd of mag zij ook verder
gaan en onderzoeken of die boeken
en overgelegde stukken inderdaad de
werkelijkheid weergeven?
Zoo zij dit laatste doet, doet zij
dit ten bate der boerenleenbanken
'zelve.
Overziet men de zaak uit breeder
standpunt, dan zal men ongetwijfeld
de meening zijn toegedaan, niet al
leen, dat er geen bezwaar tegen is,
maar zelfs, dat het aanbeveling ver
dient, dat de inspectie, uitgaande van
de Centrale organisatie, haar taak al
dus wat ruimer opvat.
Daardoor kan mogelijke fraude
wellicht in haar begin en vóór zij
zeer groote afmetingen gaat aanne
men nog ten bate der betrokken bank
worden gestuit.
Dat is voor alle andere banken en
voor de geheele organisatie van groot
belang, daar het vertrouwen in de
boerenleenbanken in het algemeen
wordt geschokt, als bij eene enkele
harer zusterinstellingen de zaak niet
in orde blijkt. De groote pers ver
spreidt ters ond zoodanig bericht over
het geheele land en daardoor ont
staat het gevaar, dat zulk een enkel
voorkomend geval terugwerkt op an
dere banken, die er wel buiten staan,
maar door de groote menigte toch
alle over één kam worden gescho
ren, daar zij allen toch „boeren-
leenbanken" heeten en zijn.
Deze controle vult aan die van
Besturen en Raden, van Toezicht op
de gestie van de kassiers.
Het vergelijken van de saldo's der
Spaarboekjes, voorschotboekjes en
boekjes voor loopehde rekening met
de boeken, door den kassier gehou-
1 den, is het controlemiddel.