30 DE RAIFFEISEN-BODE. Wanneer iemand overlijdt, die borg was voor een bepaald crediet, is er dan verhaal op de nalatenschap van dien borg, of houdt het borgschap op bij het overlijden? Voorbeeld: A heeft een cre'diet, waarvoor B. borg is. A. voldoet niet aan zijne verplichtingen en wordt daarom dat crediet opgezegd. Het blijkt dat A. niet betalen kan en daarom moet de borg worden aan gesproken. B is intusschen overle den, op wien nioet nu de vordering worden verhaald? Hoogachtend, D. v. BODEGOM, Kassier. ANTWOORD DER REDACTIE. Als iemand, die zich als borg heeft verbonden, overlijdt, nemen zijne erfgenamen gezamenlijk zijne plaats in. Men kan elk van hen dus niet aanspreken voor het gêheele be drag, doch slechts voor hun even redig gedeelte. Dit is niet het geval, als zij de erfenis verwerpen, wat niet zeer dik wijls plaats heeft. In dat geval laten zij den boedel aan de schuldeischers over en heb ben zij met baten en schulden niet te maken. De nalatenschap zal dan meer schulden dan baten hebben en failliet verklaard worden. Dan heeft de bank, wel hare vor dering op die nalatenschap, maar niét op de erfgenamen persoonlijk. Voorbeeld: A heeft een cre diet, waarvoor B borg is. A voldoet niet aan zijne verplichtingen en wordt daarom dat crediet opgezegd. Het blijkt, dat A niet betalen kan en moet daarom de borg worden aangespro ken. B. is intusschen overleden, op wien moet nu de vordering worden verhaald Antwoord: Men zie van A te verkrijgen, wat van hem nog te halen is en terwijl van de erven van B, of, zoo deze de erfenis verwor pen hebben, van den boedel zeiven. Wij raden aan, om, als een borg overlijdt, de zaak niet te laten loopen. Men late de schuld aflossen. Dat is radicaal. Wil de schuldenaar daarna een nieuw voorschot, dan moet hij natuurlijk met nieuwe bor gen aankomen en dan wordt een nieuwe schuldbekentenis opgemaakt. De Redactie van de Raif- feisenbode. Mijnheer de Redacteur, Gaarne ontvang ik in Uw eerst volgend nummer opheldering over het volgende: Wanneer een lid een crediet-aan- vrage doet met 2 borgen van bui ten de Gemeente en het Bestuur daarover informaties inwint, waar door kosten worden gemaakt, wie moet dan die kosten betalen, de Bank of degene aan wien het cre diet wordt verleend? Wat te doen, wanneer het lid die moet, maar weigert te betalen? Bij voorbaat beleefden dank. EEN KASSIER. NOOT DER REDACTIE. Bedoelde kosten worden door de bank niet ten haren bate, maar ten bate van den crediet-aanvrager ge maakt. Flet is dan ook duidelijk, dat deze laatste de kosten moet dragen. Fleeft hij zich daartoe niet ver bonden, dan kan men dit in rechten niet eischen. De meeste banken laten den cre diet-aanvrager een bedrag storten tot bestrijding dezer kosten. Daarvan- houden zij dan af, wat door haar wordt uitgegeven, om het even of de zaak tot stand komt of niet. De Redactie van de Raiffei- senbode, Utrecht. Geachte Redactie, In Uw blad van Mei wordt na tuurlijkerwijze het blanco teekenen door de Bestuursleden op de order briefjes afgekeurd, maar eveneens de bezwaren erkend, die de kassiers ondervinden om de 2 handteekenin- gen te verkrijgen. Wat de bezwaren betreft, voor mij zijn ze zelfs zeer groot, want het valt niet mee als men den geheelen dag bezig is ge weest om 's avonds om een uur of negen nog eens naar buiten te moe ten, en trof men die leden dan nog maar altijd thuis, maar o wee, de meeste zijn landbouwers en of zijn bij een buurman, of op reis. Het is mij gebeurd, dat ik ze op den akker de handteekening moest gaan vragen, wilde ik de leden niet teleurstellen met het niet tijdig' ontvangen van de door hen opgevraagde gelden. Nu geloof ik niet, dat alle kassiers 'm dat zouden lappen, maar de bank is nog jeugdig, de menschen hier weten nog weinig van geldverkeer en willen gaarne vlug bediend worden. Eerlijk gezegd, tot hiertoe heb ik er nog geen spijt van gehad, omre den, dat door de vlugge bediening de bank vanzelf wordt aanbevolen, |en mijn moeite, at is het dan ook niet geldelijk, met succes voor de Bank is beloond geworden. De financieele belooning komt later wel? Gaarne zou ik echter vernemen of er heelemaal geen anderen weg is om de kassiers Van die bezwaren af te helpen, en zoo ja, dan zullen ve len met mij u hoogst dankbaar zijn. U bij voorbaat dankend voor de. plaatsing in uw eerstverschijnend nummer. EEN KASSIER. NOOT DER REDACTIE. Volgens de statuten der boerenleen bank is noodig de handteekening van twee bestuursleden. Daarvan kan men niet afwijken. SALARISACTIE. Geachte Redactie Nu van meerdere zijden pogingen worden aangewend om te komen tot een billijker regeling der kassiers salarissen, door den Ring Alkmaar e. o. een onderzoek wordt ingesteld over het geheele land naar het be drag der salarissen in verband met den. omzet, de Ring Overijssel een commissie van actie benoemde (voor zitter de Heer K. Borgman te Steen- wijk) en misschien nog elders der gelijke plannen 'bestaan, kan het zijn nut hebben in de Raiffeisen-Bode bekend te maken, dat het bestuur van onzen Ring, den Heer H. Vos, Voorz. van den R. v. T. te Tijnje, Lid van de Prov. Staten van Fries-, land, bereid heeft gevonden deze zaak in studie te nemen en in te leiden op onze Ringvergadering. 17 Oct. des nam. 3 uur te Gorredijk te houden. De bedoeling van den Heer Vos is te zoeken naar een regeling, waarbij niet alleen met den omzet wordt re kening gehouden, maar ook met in lagen, uitbetalingen, aantal leden, spaarders, voorschotnemers, reke ning-couranthouders, winst, zittings uren, kantoor, enz., waartoe de noo- dige gegevens van de Banken van den Ring zijn gevraagd, en dan die regeling (wellicht een soort punten- stelsel) aan te bieden aan het Be stuur van de Centrale Bank, met yerzoek ze te willen aanbevelen bij alle.plaatselijke Banken. Aan belangstellenden buiten den Ring, die onze Ringvergadering zou den. willen bijwonen, wordt, op ver zoek, gaarne een convocatie toege zonden. De Secretaris van den Ring in het O. van Friesland: J. M. NATZIJL. Langezwaag, 24 Sept. 1917. Wirdum, Sept. 1917. Onze Bank heeft een gevoelig ver lies geleden door het vrij onver wacht overlijden van- haren Kassier, den Heer P. K. Sijbrandij. Bij de oprichting van onze Bank. nu bijna ,10 jaren geleden, kiyam al spoedig de vraag naar voren, wie nro'et onze Kassier worden; doch toen wij. vernamen, dat de Heer Sijbrandij daarvoor te vinden was,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1917 | | pagina 2