Polissen van Levensverzekering
als onderpand.
DE RAIFFEISEN-BO.DE.
ij
Bank zijn goedgekeurd en op welker
Beheer en administratie naar het oor
deel van dat Bestuur voldoende des
kundige controle wordt uitgeoefend.
De concept-statuten voor de nieuw
op te richten boerenleenbanken zijn
met deze bepaling in overeenstem
ming gebracht. De reeds opgerichte
boerenleenbanken kunnen -alsnog
hare statuten met deze bepaling in
overeenstemming brengen, door het
tegenwoordig voorschrift (art. 36 der
laatste uitgaven der concept-statuten)
bij wijzigingsakte te vervangen door
het navolgende:
„(Art. 36). Bij het toestaan van
„voorschotten, ook in loopende reke-
„ning, moet altijd zonder uitzonde
ring de behoorlijke terugbetaling
„verzekerd zijn door het stellen van
„.persoonlijke of zakelijke door het
„bestuur goedgekeurde zekerheid,
„terwijl onder persoonlijke zekerheid
„mede gerekend kan worden de on
beperkte aansprakelijkheid der le-
„den eener Coöperatieve Vereeni-
„ging, welker statuten door het Be-
„tuurs der Coöperatieve Centrale
„Raiffeisen-Bank zijn goedgekeurd
„en op welker beheer en administra
tie naar het oordeel van het Be-
„stuur dezer Bank voldoende des
kundige controle wordt uitgeoefend.
„Ingeval die zekerheid in hypo
theek bestaat, moet de overwaarde
„der te verbinden goederen tenmin-
„ste de helft van het te verleenen
„voorschot bedragen. Bij onderpand
„van effecten en andere geldswaar
dige papieren moet de vaststelling
„dier overwaarde aan de goedkeu-
„ring van het Bestuur der Centrale
„Bank te Utrecht worden onder-
„worpen."
De boerenleenbanken, die dezen
weg niet op willen, doch den toestand
willen laten, zooals die is, behoeven
natuurlijk hare statuten niet te wij
zigen. Zij zijn er geheel vrij in. Van
wege de Centrale Banjc wordt abso
luut geene pressie uitgeoefend om
dezen weg op te gaan.
En zelfs al wijzigt de boerenleen
bank hare statuten wel, dan zal het
nog niet noodzakelijk zijn, dat zij aan
coöperatieve vereenigingen crediet
verleent louter en alleen op de aan
sprakelijkheid der leden.
Door die wijziging wordt alleen de
mogelijkheid verkregen, dit in
bepaalde gevallen wèl te doen.
Wil zulk eene vereeniging van die
gelegenheid gebruik maken en zon
der aparte borgstelling of zakelijke
zekerheid zich een crediet bij de boe
renleenbank zien geopend, dan zal
het Bestuur dier bank eerst moeten
besluiten, of het in beginsel daartoe
bereid is. Is het daartoe bereid, dan
zal zij de statuten dier vereeniging
aan de goedkeuring van het Bestuur
der Centrale Bank moeten onder
werpen en tevens aan deze mededee-
ling moeten doen aangaande de des
kundige controle, welke op beheer en
administratie dier vereeniging wordt
uitgeoefend.
Voorop staat echter, dat het Be
stuur der Centrale Bank alleen dan
zijne medewerking kan verleenen, als
de statuten dier vereeniging de on
beperkte aansprakelkijheid
inhouden.
De eerste vraag, die dus beant
woord moet worden, betreft de aan
sprakelijkheid.
Is deze beperkt, dan zal de ver
eeniging steeds persoonlijke of zake
lijke zekerheid moeten geven, tenzij
zij alsnog hare statuten in dien zin
wijzigt, dat zij de onbeperkte aan
sprakelijkheid daarin opneemt.
Onder beperkte aansprakelijk
heid is te verstaan die regeling,
waarbij het hoogste bedrag is aan
gegeven, dat van een lid gevorderd
kan worden als bijdrage in de schuld
der vereeniging.
Ook al zouden, nadat al de leden
en zij wier lidmaatschap nog geen
jaar geleden is geëindigd, hun be
drag hebben betaald, alle schulden
nog niet zijn gedelgd, dan zouden
de schuldeischers geen verder ver
haal op die personen kunnen oefe
nen, maar zelve dat overige van
hunne vorderingen als verlies moeten
boeken.
Onder onbeperkte aansprake
lijkheid daarentegen is te verstaan
die regeling, waarbij de leden niet
slechts tot een bepaald bedrag kun
nen worden aangesproken, maar óf
hoofdelijk d. i. ieder voor de ge-
heele schuld verantwoordelijk zijn
of naar zekere verhouding in de
schulden deelen, doch dan met dien
verstapde, dat ieder ook voor de be
taling door de andere medeleden ver
antwoordelijk is, zoo zelfs, dat, als
er slechts één enkele is, die betalen
kan, deze ook de bedragen, door die
andere leden verschuldigd, moet vol
doen en de geheele schuld delgen.
Bij de onbeperkte aansprakelijk
heid zal de schuldeischer dus eerst
dan voor een verlies komen te staan,
als alle leden der vereeniging en zij,
wier lidmaatschap nog geen jaar ge
leden is geëindigd, onmogelijk nog
iets betalen kunnen. Voor den
schuldeischer (in dit geval de boe
renleenbank) ligt in dit stelsel een
zeer sterke waarborg voor de beta
ling der schulden. (Hierbij blijft na
tuurlijk buiten beschouwing de ze
kerheid, gelegen in de goederen der
vereeniging zelve. Bij meerdere ver
eenigingen, zuivelfabrieken, malerijen
enz. is de waarde daarvan niet on
beduidend.)
(Wordt vervolgd.)
De Voorschetboekjes (formulier 8.)
De bestaande voorschotboekjes
moeten blijven, zooals ze thans zijn.
De verandering, welke wij in ons vo
rig nummer aankondigden stuit op
practische bezwaren en kan niet wor
den doorgevoerd.
Men gebruike een plakzegel bij de
eerste afbetaling en bij alle rente
betalingen boven f 10.
Verdere afbetalingen op hetzelfde
voorschot worden niet gezegeld.
Herhaaldelijk komt het voor, dat
boerenleenbanken voorschotten ge
ven op polissen van levensverzeke
ring.
Wij beschouwen dit onderpand als
minder geschikt. Heeft zulk een po
lishouder gelden noodig, dan kan hij
veelal wel terecht bij de Maat
schappij, welke die polis uitgaf. Deze
weet, wat zij waard is. De boeren
leenbank weet dat niet en moet daar
over dus eerst inlichtingen inwinnen.
Voor de bank is die polis vrijwel
gelijk te stellen met een moeilijk ver
zilverbaar stuk. De bank moet zich
de vordering, welke uit die polis
voortspruit laten overdragen en zich
als begunstigde doen aanwijzen,
waarvan de maatschappij kennis moet
dragen. Deze moet eene desbetref
fende verklaring op de polis stellen.
Gedurende de drie eerste jaren
van de verzekering heeft een polis
veelal geené waarde. Houdt de ver
zekeringnemer in idien tijd op met
het betalen van premie, dan vervalt
de vordering aan de maatschappij.
(Tenminste deze bepaling komt dik
wijls voor). Daarna pas heeft de po
lis afkoopwaarde, d. w. z. wil de
maatschappij tegen intrekking der
polis een bedrag uitbetalen. Dat be
drag is echter niet dat, hetwelk aan
den polishouder na verloop van den
tijd in dien polis aangegeven zoude
worden uitbetaald. Dit toch wordt al
leen uitbetaald, als alles zijn regel
matig beloop heeft en dan na ver
loop van al die jaren en nadat de
premie geregeld is voldaan.
Op zulk een polis, die eene uitkee-
ring vermeldt van f 1000, een voor
schot geven van f 900 is dus ongeoor
loofd, daar het voorschot dan niet
door voldoende zekerheid is gedekt.
De poliswaarde is dan immers be
duidend minder dan f 1000. Dit
laatste is de hoogste waarde, welke
het stuk ooit kan verkrijgen, n.1. het
bedrag der uitkeering en dan is ze
als zekerheid voor den polishouder
juist niet meer noodig, daar hij dan