Overgenomen. De Vereeniging, lid der Boerenleenbank. 12 DE R AI F FE I SE N-BODE. geïnformeerd, hoe het met die be wering staat; hij heeft er toch wel den tijd voor gehad. De Minister heeft ons niet anders medegedeeld, dan dat de provinciale banken de schuldigen waren, maar die hebben niets met de boerenleenbanken te maken. Nu heeft de Minister ge zegd: als de geachte afgevaardigde uit Wijk bij Duurstede mij kan ver zekeren, dat geen van die boeren leenbanken het bedoelde papier heeft, dan trek ik mijn bewering in. Mijnheer de Voorzitter! Het moet juist omgekeerd zijn, de Minister moet zijn bewering waar maken, niet ik. Ik behoef dat niet te gaan onderzoeken, ik behoef mijn vacan- tie niet te gaan besteden om bij alle 800 banken den toestand te gaan opnemen. Ik ga af op de verklarin gen van de besturen der leenbanken, de heeren Van Ittersum, Hugenpoth tot Aerdt, Bilderdijk en Berkvens, die hebben verklaard, dat de boe renleenbanken, ook de locale ban ken, dat papier niet hebben. Ik vraag nu nadrukkelijk aan den Minister of hij na deze mededeelingen geen aan leiding vindt zijn bewering terug te nemen. De heer Treub, Minister van Fi nanciën: Mijnheer de VoorzitterIk doe misschien het best den geach- ten afgevaardigde dadelijk te ant woorden, want ik geloof dat de ge achte afgevaardigde de bedoeling van wat ik aan het slot van mijn rede gezegd heb, niet goed heeft begre pen. Ik verlangde inderdaad niet van den geachten afgevaardigde dat hij nog eens een onderzoek zou gaan instellen, maar ik bedoelde alleen te zeggen, dat, na de verklaring door den geachten afgevaardigde afge legd op grond van de gegevens, die hij gekregen had van de Centrale Boerenleenbanken, ik volkomen be reid was, hetgeen ik omtrent de boe renleenbanken giezegd had, in te trekken. Hiermede weten onze aangesloten banken nauwkeurig al hetgeen om trent deze aangelegenheid in de Tweede Kamer is gezegd. Op dit oogenblik zijn ook de laat ste Engelsche Treasury-Bills op den vervaldag (1 Augustus 1917) prompt betaald en ander buitenlandsch cre- dietpapier is nimmer in ons bezit geweest. Wat onze aangesloten banken be treft kunnen wij voorts, zoowel den Heer Minister van Financiën als den Heer President van de Nederlandsche Bank, zonder eenig voorbehoud ver zekeren, dat ook onder deze geen enkele voorkomt, welke in het bezit is, of ooit geweest is van eemg buitenlandsch credietpapier, van wel ken aard ook. Ten slotte brengen wij hulde aan den Heer Mr. Baron de Wijker- slooth de Weerdesteyn, voor de flinke en krachtige wijze waarop hij in de Tweede Kamer tegen de woor den van Z.Ecx. den Minister van Financiën opkwam, toen deze onze instelling inderdaad op zeer onver diende wijze een oogenblik in een valsch daglicht plaatste, en betuigen wij voorts onzen dank aan Z.Ecx. den Minister (die naar ons uit par ticulier onderhoud bekend is de coö peratieve vereenigingen steeds zeer genegen was) voor het openlijk in trekken zijner woorden, toen het mis verstand opgehelderd was, waardoor onze coöperatie geheel van alle bldam op zijn nauwgezet en zorgvuldig be heer gezuiverd werd. I11 het „Nederlandsch Landbouw weekblad", het officiéél orgaan van het Nederlandsch Landbouw-Comité, lezen wij het volgende: Boerenleenbanken. Bij de behandeling van het wets ontwerp op de „Export-Centrale", is door den Minister van Financiën o. m. gezegd, dat: „Naast die honderden millioencn, „die gefinancierd worden zoo, dat de „Nederlandsche Bank er van op de „hoogte is, er nog een aantal mil- „lioenen is, hoeveel kan niemand „zeggen, dat gefinancierd wordt door „de kleine banken, door kleine „landbouw bank en, door boe renleenbanken en door parti- „culieren, waarvan de Nederlandsche' „Bank niets weet." De Minister laat er op volgen, dat het papier, dat gefinancierd wordt door de groote bankinstellingen, met medewerking van de Nederlandsche Bank, papier is, dat aan alle kanten gedekt is. M.- a. w., het papier, dat gefinancierd wordt door o. m. de boerenleenbanke n-(Sn dat een aantal millioenen zou bedragen), „e n waarvan de Nederlandsche Bank niets weet", zou niet van alle kanten gedekt zijn. Daarmede wordt de solvabiliteit soliditeit en betrouwbaarheid dier in stellingen aangevochten. Het is ons bekend, dat deze mede deelingen van Minister Treub in strijd met de feiten zijn, en wij pro testeeren daartegen met den meesten klem. Wij weten met vrij groote juist heid, hoeveel van dergelijk papier bij deze banken berust, en wij kunnen met absolut ezekerheid zeggen, dat het speciale papier, dat aldus door de boerenleenbanken is genomen, nóch wat de innerlijke waarde, nóch wat de hoeveelheid betreft, een dergelijke uitlating wettigt. Door het nemen van dat papier hebben integendeel enkele dezer Banken er toe bijgedragen om den landbouw te helpen in moeilijke oogenblikken bij de nexport, en wij betreuren het in hooge mate, dat een onzer Ministers, zonder grondig on derzoek, een blaam op onze coöpe ratieve instellingen werpt, waarvoor geen schijn van grond aanwezig is. NOOT DER REDACTIE. - Hetgeen in bovenstaand stuk om trent het door de boerenleenbanken genomen papier gezegd wordt, is op onze organisatie niet van toepas.-ung, daar noch bij de Centrale, noch de bij haar aangesloten banken op he den eenig buitenlandsch papier be rust en van het Landbouw-Export - hureau nooit papier is genomen. Wij nemen het stuk evenwel over, om te doen zien, dat de uitlatingen van Minister Treub ook elders ver ontwaardiging heeft gewekt en aan leiding tot protest heeft gegeven. (Vervolg.) In het Aprilnummer van dit blad werd gehandeld over het voorstel der Zuivelbank te Leeuwarden en van de boerenleenbank te Aalten, dat be doelde, aan de banken de gele genheid te geven, aan coöpera tieve vereenigingen zonder andere zekerheid als de in de statuten dier vereenigingen vastgelegde aanspra kelijkheid der leden crediet te ver schaffen. Zooals bekend, is dit voorstel door de algemeene vergadering aangeno men. De akte van wijziging der sta tuten van de Centrale Bank is reeds verleden en is reeds in het Bijvoeg sel tot de Nederlandsche Staatscou rant opgenomen. Art. 3 sub I letter d dier statu ten, dat voorschreef, dat de statu ten der boerenleenbanken moeten in houden, het verbod, blanco-crediet te verleenen, is nu vervallen. In de plaats daarvan is gesteld, dat de terugbetaling der ter leen te ver strekken gelden steeds verzekerd zal moeten zijn door persoolijke of za kelijke zekerheid, terwijl onder per soonlijke zekerheid mede gere kend kan worden de onbeperkte aan sprakelijkheid der leden eener coö peratieve vereeniging, welker statu ten door het Bestuur der Centrale

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1917 | | pagina 4