OFFICIEEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT. REDACTIONEEL GEDEELTE. fto. 2 Augustus 1917. Derde Jaargang aiffeisen-Bode Verschijnt den eersten van iedere maand Abonnement f 0.50 per jaar franco per post. Losse nummers 10 Cent. Redactie en Administratie DRIFT 13, UTRECHT. Teleph. Interc. No. 1705. Inhoud van dit nummer. a. Redactioneel gedeelte: I. De aantijging van Minister Treub tegen de Boerenleenbanken. II. Over genomen. III. De Vereeniging, lid der Boerenleenbank, (vervolg). IV. Voorschotboekjes. V. Polissen van Levensverzekering.b. Uit onze boerenleenbanken: I. Verslag alg. verg. St. Philipsland. II. Antw. aan Kollum. III. Ingezonden door Lamswaarde. IV. Opgave Boeren leenbank Watersnood-Comité. c. Advertentiën. De aantijging van Minister Treub tegen de Boerenleenbanken. In de Vergadering van de Tweede Kamer op 20 Juli 1917, bij gelegen heid der debatten over de Export- Centrale, zeide Minister Treub o.m. het volgende Naast het kredietpapier, dat gefi nancierd wordt door de groote bank instellingen, welke financiering al leen geschiedt na voorafgaand over leg met de Nederlandsche Bank, om dat zeer begrijpelijk onze groote bankinstellingen zich de zekerheid willen verschaffen, dat, wanneer zij dergelijk papier financieren, zij het ook beleenen kunnen bij de Neder landsche Bank, naast die hon derden millioenen, (meer dan de 200 millioen die de geachte afgevaar digde uit Tiel noemde), die gefinan cierd worden zóó, dat de Neder landsche Bank er van op de hoogte is, is er nog een aantal millioenen, hoeveel kan niemand zeggen, dat gefinancierd wordt door de kleine banken, door kleine landbomvban- ken ,door boerenleenbanken en door particulieren, waarvan de. Nederlandsche Bank niets weet. Welnu, wat is nu het verschil tus- schen deze twee? Dat het papier, dat gefinancierd wordt door dt groote bankinstellingen, met mede werking van de Nederlandsche Bank, papier is, dat aan alle kanten ge dekt is. En elders in dezelfde rede sprak de Minister, nadat hij eene waar schuwing uit het verslag der Neder landsche Bank tegen het minder waardig buitenlandsch credietpapier had aangehaald: Dit is nu het verschil. Dit papier wordt ook voor vele millioenen in ons land binnengebracht. Het is et- ingebracht door de exporteurs zelf. Door de boeren misschien voor een klein gedeelte, maar door de pro vinciale banken, door de coöpe ratieve boerenleenbanken, waaronder er enkele zijn, die er tot aan den nok vol mede schijnen te zitten. Hoe staat het nu met het risico van dat papier? Dit risico is uitsluitend voor den kleinen man. De grooten hebben er geen last van, want zij nemen dit papier niet aan; zij hebben hun groote bankinstellingen en die heb ben de zaken goed geregeld, tot zij zeiden: tot hier toe en niet verder. Op 25 Juli, in zijn antwoord aan den afgevaardigde van Zierikzee den Heer Patijn, dikte de Minister zijne bewering nog eens even aan met de volgende woorden Zonder eenigen twijfel wordt er gespeculeerd in papier, maar ik zou dezen geachten afgevaardigde deze vraag willen doen, of hij oordeelt, dat, wanneer er veel van dat papier is bij Raiffeisenbanken en bij boerenleenbanken en mij is door personen, die het weten kun nen, verzekerd dat er veel is, meer dan er wezen moest De heer Patijn: U vergist u. De heer Treub, Minister van Fi nanciën: Als ik mij vergis, vergis ik mij in commissie, o. a. van den president van de Nederlandsche Bank. In de avondvergadering van den zelfden dag sprak de Afgevaardigde van Wijk bij Duurstede de heer De Wijkerslooth de Weerdesteijn: Mijnheer de Voorzitter! Het doet mij leed, dat ik mijn rede beginnen moet met nadrukkelijk op te komen tegen eenige uitlatingen van den Minister van Financiën, die niet op feitelijken grondslag berusten. De Minister van Financiën heeft gezegd in de zitting van Vrijdag 20 Juli j.1., dat er was onderscheid te maken tusschen prima credietpapier en minderwaardig credietpapier uit het buitenland, en toen heeft hij o. a. van het minderwaardige credietpa pier gezegd: „Dit papier wordt ook voor vele millioenen in ons land binnenge bracht. Het is er ingebracht doot de exporteurs zelf. Door de boe ren misschien voor een klein ge deelte, maar door de provinciale banken, door de coöperatieve boe renleenbanken, waaronder er en kele zijn, die er tot aan den nok vol mede schijnen te zitten." In het Kort Verslag en blijkens hetgeen ik vernomen had in de Kamer zelf was de uitlating van den Minister nog vrij wat krasser, maar het doet mij genoegen, dat althans in de „Handelingen" niets te vin den is, dan wat er nu staat en dit is kras genoeg. Het minderwaardige credietpapier is, zegt de Minister, o. a. genomen door de coöperatieve boerenleenbanken en diezelfde uiting heeft de Minister van Financiën he denmiddag weer doen hooren. Nu zijn er in ons land vooral twee groote boerenleenbanken. De grootste is de Centrale Boerenleenbank te Utrecht met 590 aangesloten banken. Ik had al onmiddellijk betwijfeld of de rne- dedeeling, dat het minderwaardige buitenlandsche credietpapier bij de boerenleenbanken was ondergebracht wel op de juiste gegevens berustte en ik heb mij daarom onmiddellijk gewend tot de centrale boerenleen bank te Utrecht, die mij, na vooraf te hebben gezegd, dat zij met het Landbouw-Exportbureau in onder handeling was geweest over het ne-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1917 | | pagina 1