De nieuwe Zegelwet
i. spaargelden:
90
DE RAIFFEISEN-BODE.
heer F. P. E. van Ditzhuijzen te
Baarn; als plaatsvervangers van den
administrateur de heeren E. van de
Beek en Th. J. Visser, beide te
Utrecht; als leden van den Raad van
Toezicht de heeren G. W. Stroïnk te
SteenwijkcrwoldF. H..van Wichen
te Alkemade en C. S. van Beuningen
te Maarsbergen. Tot plaatsvervan
gend bestuurslid werd gekozen de
heer Mr. J. J. de Waal Malefyt te
Utrecht.
Bij de behandeling van het Be
stuursvoorstel, om de vacantiegeldem
voor de leden van den Raad van
Toezicht te verhoogen tot f 25, werd
door den heer Stroïnk scherpe kri
tiek geoefend op hetgeen het Alge
meen Landbouwweekblad te dezen
aanzien heeft geschreven, door aan
gaande dit vacatiegeld voor den
Raad van Toezicht te spreken van
„duitenjagerij" bij de leden van dat
College.
Van af de bestuurstafel werd er
op gewezen, dat de leden van den
Raad van Toezicht huizeri in alle
hoeken des lands en er een geheelan
dag mede kwijt zijn, om de ver
gaderingen van dit College bij te
wonen. Voor dien arbeid is een toe
lage van f25 volkomen gewettigd.
De vergadering sprak met alge-
meene stemmen haar afkeuring uit
over de aangevochten passage. De
verslaggever van het Landbouw
weekblad verklaarde ter vergade
ring, dat de bewuste zinsnede door
hem werd opgenomen in een ver
slag, door hem opgemaakt van een
door .hem bijgewoonde vergadering
van den ring Zutfen van boeren
leenbanken, waar de gewraakte
woorden werden gebezigd.
Van de bestuurstafel werd nog
hulde gebracht aan de nagedach
tenis van wijlen den Heer Besier te
Utrecht, die destijds lid was van
den Raad van Toezicht van de Bank.
Aan den heer Besier is de Cen
trale véél verschuldigd en zijne na
gedachtenis zal men in dankbare
herinnering houden.
Nadat een woord van dank was
gesproken tot den voorzitter der ver
gadering voor diens vele goede zor
gen in het belang van de Raiffeisen-
banlc, werd, na rondvraag, de .ver
gadering gesloten.
De nieuwe zegelwet, waarover wij
reeds in een vorig nummer handel
den, zal op 1 Juni a.s. in werking
treden.
Onze aangesloten banken dienen
derhalve op de hoogte te worden
gebracht van de verschillende bepa
lingen der wet, welke voor haar van
belang zijn.
In de eerste plaats zij er op ge
wezen, dat de wet geen terugwer
kende kracht heeft.
Die oude op zegel gestelde stuk
ken, zooals schuldbekentenissen, ak
ten van credietverstrekking in loo-
pende rekening, afzonderlijke akten
van borgtocht enz., blijven van
kracht en behoeven niet opnieuw te
worden gezegeld.
Voor de niet op zegel gestelde
stukken behelst de wet de volgende
overgangsbepalingen, waarop onze
boerenleenbanken hebben te letten.
Dieze stukken kunnen, do,ch als
dan binnen 6 maanden na 1 Juni
a.s., dus vóór 1 Dppefnber 1017, ter
zegeling worden aangeboden en
worden dan, alsnog met het oude
zegel gezegeld, zonder dat de bij de
vorige wet gestelde boete behoeft te
worden betaald.
Alle ongó^egetde in gebruik gen.or
men ep> 'ïoig toppende schuldbeken-
tprdsspp, aktpn van crediet-verstrek-
king ip loopep.de rekening, losse
a,ktpn van borgtocht bij schuldtie-
hentdnjssen behoorende en ajüen
van zekerheidsstelting voor kassiers
dlpndft 'd,us voop 1 December a.s.
gezegeld te zijn.
Qpschtddt 'dit niet, dan zijn zij
niet meer geldig,-f.1. w. z. dat zij .niet
meer als bewijsmiddel kunnen
dienen.
De nog niet in gebruik genomen
voorradige gezegelde formulieren
kunnen ter bijstempeling worden
aangeboden, doch alsdan binnen 9
maanden na den datum der invoe
ring der wet.
Wij raden ten. sterkste aan, zoo
spoedig mogelijk van deze gelegen
heid gebruik te maken.
Na 1 Juni mogen geen ongeze
gelde akten van schuldbekentenis
of van credietverstrekking in loo-
pende rekening of van borgstelling
worden gebruikt, maar dienen deze
stukken vooraf te worden gezegeld
met een zegel van 30 cent (zonder
opcenten)
De opcenten zijn bij deze wet ver
vallen.
Wat de' afzonderlijke formulieren
betreft, het navolgende:
Spaarboekjes (form. 7) en de
daarop betrekking hebbende bewij
zen van storting (form. 10) en be
wijzen van uitbetaling (form. 11
zijn vrij van zegel ingevolge art. 37
sub 2 der wet.
II. VOORSCHOTTEN.
De akte van schuldbekentenis
(form. 12) moet gezegeld zijn met
een zegel van 30 cent, als hierboven
reeds vermeld.
Bewijzen van storting (form. 10)
vgrmeldende geheele of gedeelte
lijke terugbetaling van voorschotten
moeten steeds van een plakzegel van
5 cent zijn voorzien.
Het voorschotboekje (form. 8
moet bij de eerste afbetaling wor
den voorzien van een plakzegel van
5 cent, terwijl op verdere afbetalin
gen geen zegelrecht in het boekje is
verschuldigd.
Indien het boekje voor'meerdere
voorschotten wordt gebruikt moet
bij elk voorschot de eerste afbeta
ling van een 5 cents plakzegel wor
den voorzien (art. 36 sub 4 der wet).
Wij adviseeren, in de op heden
in gebruik zijnde voorschotboekjes
de eerste afbetaling na 1 Juni 1917
van een plakzegel van5 cent te
voorzien.
Wat betreft de zegeling van for
mulier 14; gebruikt bij uitstel van
betaling, hieromtrent bestaat bij de
door ons geraadpleegde autoriteiten
verschil van meening. De praktijk
zal uitwijzen, of deze formulieren
niet moeten vervallen.
Men late bedoelde formulieren
tot nadere aankondiging onge
bruikt.
Wij zullen er op 1 Juni een la
ten zegelen en onze bevinding in het
volgend nummer mededeelen.
Wie zijne nieuiwsgierigheid vroe
ger wenscht te bevredigen, kan er
zelf een ter zegeling aanbieden.
III. LOOPENDE REKENING.
De akte van crediet-verstrekking
moet, zooals reeds gezegd, voorzien
zijn van een zegel van 30 cent.
BpwijZfui vapt storting en uitbeta
ling (formulieren 10 en 11) moeten,
warineer zij betrekking hebben op
storting of uitbetaling in loopende
rekening steeds voorzien zijn van een
plakzegel van 5 cent. (Wij overwe
gen uitsluitend daarvoor dienende
van zegel voorziene boekjes ver
krijgbaar te stellen. Tot zoolang
moeten plakzegels gebruikt wor
den)
Voor het rekening-courant-boekje
(form. 9) geldt hetzelfde, wat wij
schreven omtrent het voorschot-
'bqekje (form. 8), dus voor de eer-
st|e uitbetaling of voor de eerste
storting na 1 Juni a.s. een plakzegel
ien verder niet.
Die aan het einde des jaars te
t|eekenen saldo-biljetten (form. 13b)
zijn ondierworpen aan een zegelrecht
van 5 qent.
Mien voorzie ze dus van een plak
zegel.
Wij mieenen hiermede op heden te
kunnen volstaan.