De algemeens uerpaflsring. OFFICIEEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT. REDACTIONEEL GEDEELTE. Bericht. Wat bij de Inspectie blijkt. De nieuwe Zegelwet. Ito. 11 mei 1917. Tweede Jaargang DeRaiffeisen-Bode Verschijnt den eersten Tan iedere maand Abonnement f 0.50 per jaar franco per post. Losse nummers 10 Cent. Redactie en Administratie DRIFT 13, UTRECHT. Teleph. Interc. No. 1705. Inkeud Ten dit nummer: a. Redactioneel gedeelte, i. De algemeene vergadering. 2. Bericht. 3. Wat bij de inspectie blijkt. 4. De nieuwe Zegelwet. 5. De aajnvraag om gelden. -b. Opgave Boerenleen bank-Comité Watersnood 1916. c. Uit onze 'boerenleenbanken. 1. In gezonden door Oudendijk (met noot redactie). 2. Ingezonden door Lan- gezwaag (met noot redactie). 'd. Advertentiërv. Zooals aan de banken bekend is, zal ter eerstvolgende algemeens vergade ring der Centrale Bankwelke op 19 Mei a. s, wordt gehoudeno. a. eene wijziging der Statuten zie punt 3 der agendaworden voorgesteld. Nu kan volgens art. 4:1 der statuten zulk een besluit niet worden genomen dan met x3/4 van de uitgebrachte geldige stemmenterwijl tenminste2/3 der leden aanwezig of vertegenwoordigd moet zijn. Als dit aantal niet aanwezig of ver tegenwoordigd is, zal eene tweede al gemeene vergadering moeten worden gehouden. Wij hopen ten zeerstedat dit niet noodtg zal zijn, daar dit hoogekosUn en noodelooze moeite medebrengt Wij wekken de banken dus op, die vergadering bij te wonen. Zoo er echter zijn, die hiertoe geene gelegenheid hebben, dan kunnen zij eene volmacht op den af gev aardig de eener naburige bank afgevenof wel die volmacht tijdig niet ingevuld dóch wel ge- teekend, aan de Centrale Bank toe zenden, opdat vanwege deze voor ver- iegerwoordiging worde zorg gedragen. Door aldus te handelen, werken zij er toe mede, dat eene tweede vergade ring niet noodig is. Wij vertrovwendat in dezen geest zal worden gehandeld In verband hiermede wijzen wij er op, dat één afgevaardigde ten hoogste 3 banken mag vertegenwoordigen N B. Heeren afgevaardigde moeten er vooral om denken, dat omtrent de inlevering der volmachten thans eene andere regeling geldt dan verleden jaar en vroeger. De volmachten moeten n.l. ten minste 3 dagen vóór de vergade ring bij de Centrale Bank zijn inge komen. Medebrengen ter vergadering, zooals vroeger, gaat dus niet meer. Het is gewenscht, de volmachten zoo spoedig mogelijk in te zenden. Het Vervolgartikel over „de Ver- eeniging, lid der boerenleenbank" moet wegens gebrek aan plaats ruimte tot het volgend nummer blij ven liggen. Benoeming Inspecteur. Met ingang van I Mei 1917 is tot Inspecteur benoemd, de Heer H. StraatmarL te Utrecht. Bij de inspectie van enkele boe renleenbanken is gebleken, dat de grossen van hypotheekakten, welke reeds maanden geleden waren ver leden, nog steeds in handen van den notaris waren en nog niet ten kan tore der bank waren ingekomen. Dergelijke laksheid begrijpen wij niet. Het is waar, dat niet onmid dellijk de grosse aan de bank kan worden ter hand gesteld, maar hoe men die afgifte goedschiks zoo lang kan laten sleepen, is ons een raad sel. 'Het pleit zeker niet voor den notaris, dat hij de zaken zoo slof afwikkelt, maar nog minder voor de bank, dat die hem zoo sloffen laat. Immers het is haar belang te zor gen, dat zij de bewijsstukken in han den heeft van door haar verleende voorschotten en genomen hypo- thèken. Welk particulier zal zijne eigen zaken zoo behartigen? En welk particulier zal er ook niet op staan, dat hem de polissen van assurantie van gebouwde per- ceelen worden overgelegd Bij ver schillende banken waren die niet aanwezig, evenmin als de verkla ring der maatschappij, dat zij' er mede bekend is, dat de bank hy potheek heeft genomen op het door haar (die maatschappij) verzekerde perceel en dat zij zich verbindt, bij brandschade aan bedoeld perceel, de uit te fceeren assurantiesom tot het beloop van het voorschot met de rente met de bank te verrekenen. Dergelijke toestanden moesten niet voorkomen. De nieuwe zegelwet, welke waar schijnlijk spoedig zal worden inge voerd, bepaalt o. a. dat de rechters bij hunne 'beslissingen geene reke ning zullen mogen houden met den inhoud van eenig stuk, dat, hoewel aan zegelrecht onderworpen, onge- zegeld of niet voldoende gezegeld te hunner kennis wordt gebracht. Het recht zelve blijft voor kwi- tantiën voor sommen boven de f 10 bepaald op 5 cent. Geen zegelrecht is verschuldigd voor kwitantiën be trekking hebbende op sommen van f 10.of minder, mits die sommen niet strekken in mindering pf tot afdoening van grootere bedragen. Voor voldaanteekening op postwis sels is evenals tot dusver, geen af zonderlijk zegelrecht verschuldigd. Die stukken, constateerende den inleg in spaarbanken en de betalin gen door spaarbanken aan de inleg gers gedaan, blijven vrijgesteld van zegelrecht. Akten van schuldbekentenis en akten van borgstelling zijn onder worpen aan een recht van dertig centen. Voor wissels etc. is verschuldigd een recht van 5 cent van iedere hon derd gulden, als zij binnen het rijk betaalbaar zijn. Dit recht wordt berekend over de som in het stuk uitgedrukt, en wel over ronde sommen van f 100 tot en met een bedrag van f 500, boven de f 500 over ronde sommen van f 500 tot en met een bedrag van f 10.000 en boven de f 10.000 over ronde sommen van f 1000.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1917 | | pagina 1