HYPOTHEKEN. Eerste Hypotheek op Landerijen De Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank t« Utrecht, heeft voor de leden van bij haar aangesloten Boeren leenbanken gelden beschikbaar onder verband van tegen zeer aannemelijke voorwaarden. DE RAIFFEISEN-BÖDE'. 75 eigiendombewijzen als onderpand geven Zoo niet, gaarne zie ik daar voor dan eens een nadere toelich ting, omreden enkele leden mij daarom hebben gevraagd. Bij voorbaat mijnen dank. EEN KASSIER. Antwoord. Het gaat hier niet over het in onderpand geven van effecten (obli- gatiën etc.), daar deze w,aarde- papieren geene eigendomsbewijzen zijn. Het zijn op zich zelve „eigen dommen" (waardepapieren). „De term „eigendomsbewijzen" komt te pas bij onroerende goe deren. Daardoor kan de eigenaar bewijzen, dat hij' eigenaar is. Het zijn veelal koopakten, waar uit dus blijkt, dat de eigenaar op die en die dag voor dien en dien 'prijs het goed heeft gekocht en dat daarvan op het kadaster inschrij ving heeft plaats gehad. Van zulk een bewijs van eigendom kan de eigenaar wel meerdere exem plaren bekomen. Wat: heeft de bank er nu aan, als de voorschotnemer zulk eene akte overlegt? Absoluut niets. Het stuk heeft op zich zelve voor de bank geen waarde. Zij kan er alleen uit zien, dat hij eigenaar is, wat ze wel ge- looven zal. Het stuk heeft voor de'bank even weinig beteekenis als de courant, waarin zij mogelijk heeft gelezen, dat die en die personen dat land heeft gekocht. Op zulk eene courant zal men toch ook geen voorschot geven? Door de overgifte van zulk een eigendomsbewijs wordt hij, die het afgeeft, geen eigenaar-af. Hij wordt dus niet verhinderd, ook daarna zijn eigendom te verkoopen of te bezwa ren (er hypotheek op te geven). Wil men over dat goed wat te zeggen krijgen, dan kan dit alleen door er hypotheek op. te bedingen. Deze rust dan op het goed en bij recht van eerste' hypotheek kan de schuldeischer, als de voorschot nemer zijne verplichtingen niet na komt, zelfs zonder rechterlijk vonnis, dat goed openbaar verkoopen en zich zelve uit de opbrengst het ver schuldigde toekennen. Zooals bekend, is tot het vestigen van hypotheek eene notariëele akte noodig. REDACTIE. Deinum, 26 Febr. 1917. Aan de Redactie van de Raiffeisen-Bode te Utrecht. M. de R.! In onze laatst gehouden bestuurs- V vergadering was onder de ingeko men stukken een circulaire, geadres seerd aan den Kassier onzer Bank en verzonden door den Administra teur van de Zuivelbank te Leeuwar den, waarin 4Va% obligatiën wor den aangeboden. Nu is dit op zich zelf een heel' gewoon verschijnsel, maar in de circulaire is tevens ver meld, dat aan den kassier een aar dige provisie voor het plaatsen dezer obligatiën wordt beloofd. Op aandringen van onzen kassier is deze zaak in onze vergadering besproken en algemeen was men van oordeel, dat een dergelijke han deling van den Administrateur der Zuivelbank geen aanbeveling ver dient, immers zouden op deze manier op aanraden van den kassier door de inleggers spaargelden aan de bank kunnen worden onttrokken om ze in dergelijke obligatiën te plaatsen. Vermoedelijk zullen meer dere kassiers een gelijke circulaire hebben ontvangen en daar toch ook de Zuivelbank, evenals de Locale Banken, een onderdeel der Centrale Raiffeisenbank is, zouden we gaarne van het Bestuur der Centrale willen weten, of zulks eigenlijk wel in over eenstemming is met de belangen der Centrale'en Locale Banken in 't al gemeen. Bij voorbaat dankende, UEd. dw., J. ALGERA. Secr. der Coöp. Boeren leenbank „Deinum" en 0. Antwoord. Ter beantwoording van bovenge stelde vraag, merken wij in de eerste plaats op, dat door het beleggen van gelden, welke anders bij de boerenleenbank zouden blijven, na tuurlijk gelden aan de organisatie worden onttrokken. De vraag, in hoeverre dit plaats heeft, is niet zoo eenvoudig te beantwoorden, daar dan zoude moeten vaststaan, dat inderdaad tot aankoop dier obliga tiën gelden zijn besteed, welke an ders bij de bank zouden blijven staan en niet in andere effecten zou den zijn belegd. Voor de bank is dit niet na te gaan, al zullen ge woonlijk de koopers dier obligatiën wel vooraf hebben overwogen, welk bedrag hunner inlage ze voor vast in fondsen zullen gaan beleggen en welk bedrag ze als meer los geld beschikbaar willen houden. Dit laatste vormde tot vóór den oorlog het zeer overwegend deel der inlagen. Gedurende den oorlog: hebben velen ook die andere gelden bij de bank gedeponeerd. Nu is er op heden zeker aller minst sprake van gëbrek aan inleg- geld en bestaat er dus tegenwoordig in het algemeen geen groot gevaar voor al te groote onttrekking van geld. Toch zal de tijd moeten leeren of zich in het boerenbedrijf, nadat dit weder op volle kracht zal kun nen wierben, niet eene zeer groote crediet-behoefte zal doen gevoelen en of daarin dan voldoende zal kun nen worden voorzien. Wat nu bedoelde emissie's der Zuivelbank betreft, zoo is ons geene bepaling in hare statuten bekend, welke haar dergelijke handelwijze zoude 'beletten. En voor zoover het betreft de belegging van gelden, die adders in andlere fondsen zouden wonden 'belegd, achten wij het een een voordeel, dat ze in dit geval den landbouw (de zuivelindustrie) ten goede komen. Wat betreft het aanbieden van Aanvragen zijn te richten aan de CENTRALE BANK Drift, 13 Utrecht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1917 | | pagina 3